Quentin Parrinello: “Een vermogensbelasting is niet alleen mogelijk, ze is ook noodzakelijk”
We denken vaak dat belastingen een zeer ingewikkeld onderwerp zijn. Het is nochtans een fundamentele kwestie. Wie belasten we, hoeveel en waarvoor? Voor Quentin Parrinello van het Europees Belastingobservatorium is dat “de centrale vraag van de democratie”.
Oxfam en het Europees Belastingobservatorium stellen de ongelijkheid aan de kaak. Het meest recente rapport van het observatorium over belastingontduiking laat zien dat multinationals in 2022 liefst 1000 miljard dollar winst hebben verborgen in belastingparadijzen. Oxfam en het observatorium stellen alternatieven voor, waaronder een vermogensbelasting, de strijd tegen belastingontduiking en -fraude, eerlijke heffingen voor multinationals, enz. Na acht jaar werken bij Oxfam ging Quentin Parrinello aan de slag bij het observatorium, dat onder leiding staat van econoom Gabriel Zucman. Die won in 2023 de prestigieuze prijs voor economie Clark Medal.
In 2023 kondigden energiereuzen als TotalEnergies recordwinsten aan. De grootste Franse bedrijven (CAC 40) stopten hun aandeelhouders bijna 100 miljard euro toe. Wat betekenen die getallen voor u?
Quentin Parrinello. Het laat eenvoudigweg zien dat een klein aantal actoren steeds meer macht concentreert. Total is niet de enige. De oliereuzen strijken al enkele jaren recordwinsten op. Dat brengt ons bij het debat over overwinsten. De Europese Unie heeft geprobeerd dit aan te pakken door een belasting op die overwinsten in te voeren. Dat brengt een aantal problemen met zich mee, omdat ze extreem gevoelig is voor belastingontduiking. De opbrengst van de overwinstbelasting valt daarom in veel Europese landen nogal tegen. Het lost het probleem niet op.
We willen dat soort belastingen verbeteren en hebben een voorstel gedaan voor effectievere belastingen. Het is echter niet alleen een kwestie van belastingheffing, maar ook van het monopolie van grote bedrijven, van oliebedrijven maar ook van de agro-industrie. Als je ziet hoe de oliegiganten hun winstrecords verbreken, rijzen er vragen over hun impact op het milieu. Deze bedrijven maken gigantische winsten, voornamelijk uit de winning van fossiele hulpbronnen, en herinvesteren in essentie in de exploitatie van die fossiele hulpbronnen. Het roept dus ook vragen op over het bedrijfsmodel.
Lees verder onder de kader
Europees Belastingobservatorium
Het Belastingobservatorium is een recente organisatie. Ze bestaat 3 jaar en telt een twintigtal medewerkers. Quentin Parrinello: “Het doel is het debat over het door overheden gevoerde belastingbeleid te vergemakkelijken. Het observatorium werd opgericht op verzoek van het Europees Parlement, ter ondersteuning van Europese parlementsleden maar ook voor burgers. Het doel is om onderzoek van zeer hoog niveau uit te voeren, politieke voorstellen in het publieke debat te brengen en het inzicht in belastingkwesties te vergemakkelijken. Aanvankelijk op Europees vlak, maar steeds meer ook op wereldvlak.
We kunnen in Europa misschien wel het beste belastingbeleid ter wereld voeren, maar als we de kwestie niet wereldwijd aanpakken, missen we grotendeels de boot. Daarom benadrukken we de noodzaak om zowel op nationaal, Europees als op wereldvlak te handelen.
We maken wetenschappelijk werk openbaar en proberen het begrijpelijk te maken. Dat is niet altijd eenvoudig. Belastingkwesties zijn complex. Maar we willen in onze studies benadrukken dat achter deze zeer complexe kwesties politieke keuzes schuilgaan. We brengen die beleidskeuzes onder de aandacht van het publiek en wijzen daarbij op de gevolgen ervan.
Elk jaar brengt Oxfam een rapport uit over ongelijkheid. Dat zorgt elk jaar voor meer ophef. Vanwaar die toegenomen aandacht?
Quentin Parrinello. De kwestie van ongelijkheid werd lang gezien als een aanvaardbaar neveneffect van de mondialisering. Als er sprake was van groei, maakte het niet uit of er ongelijkheid ontstond, het was geen probleem. Ik denk dat de rapporten van Oxfam de voorbije jaren de verdienste hebben dat ze deze dynamiek benadrukken. Maar het is het werk van heel veel maatschappelijke organisaties, politieke partijen en grote instellingen om de negatieve impact van ongelijkheid en de concentratie van rijkdom aan te tonen.
Het discours verandert. Ongelijkheid is geen natuurlijk fenomeen maar het gevolg van politieke keuzes. Ongelijkheid duwt een groot deel van de bevolking in armoede. Een groot deel van de bevolking verliest eraan. Op lange termijn zelfs de rijkste mensen, die het meest profiteren van de globalisering. Neem nu gezondheid: desinvesteren in gezondheidszorg verlaagt het algemene gezondheidspeil en maakt dat er pandemieën kunnen uitbreken. Uiteindelijk is ongelijkheid een politieke kwestie die iedereen aangaat.
Laten we het hebben over de superrijken. Sommige van hen vragen om meer belast te worden. Waarom doen ze dat volgens u?
Quentin Parrinello. Het is nuttig voor het publieke debat, omdat het niet belasten van de rijksten geen natuurwet is. We hebben in het verleden veel hogere belastingtarieven voor de rijksten gehad. Dat ze nu minder belast worden, is het resultaat van een neoliberale ideologie die zegt dat het verlagen van belastingen voor de rijksten de investeringen zou aanzwengelen. Vandaag bereiken we het einde van die cyclus en zien we dat een meerderheid van de mensen een belastingverhoging voor de rijksten wel ziet zitten. Het is nog niet tot de regering doorgedrongen, maar dat kan snel gaan. Vervolgens denk ik dat het niet aan de rijksten is om zelf hun belastingniveau te bepalen. Het is aan de samenleving om te beslissen over de eerlijke bijdrage van iedereen.
Lees verder onder de foto
Het observatorium stelt voor om het vermogen te belasten in plaats van het inkomen uit vermogen. Waarom?
Quentin Parrinello. Als je erg rijk bent, is het gemakkelijk om je vermogen zo te structureren dat er weinig belastbaar inkomen ontstaat. De inkomstenbelasting vormt het centrale instrument om mensen te belasten, maar slaagt er niet in de rijksten te belasten. In ons onderzoek houden we niet alleen rekening met de inkomstenbelasting, maar ook met de btw, de sociale zekerheidsbijdragen, alle verbruiksbelastingen en de vennootschapsbelasting. Zelfs als we al deze belastingen meenemen, betalen de rijksten verhoudingsgewijs minder dan de rest van de bevolking.
De vraag is dus hoe we deze mensen, die rijker zijn dan de anderen maar minder inkomstenbelasting betalen, zover krijgen dat ze meer bijdragen. Het is vrij eenvoudig om de aard van het inkomen te veranderen, om het zo te structureren dat het van een belastbare categorie naar een niet belastbare categorie gaat. Daarom is het vermogen belasten de beste manier om de rijksten hun bijdrage te laten leveren. Het vermogen, onroerend goed maar ook aandelen in bedrijven.
De Belgische regering heeft een belasting op effectenrekeningen ingevoerd en stelt dat voor als een vermogensbelasting. Maar ze treft de rijksten niet en levert niet veel op. Wat zijn de criteria voor een effectieve vermogensbelasting?
Quentin Parrinello. We kunnen ons laten inspireren door wat bij eerdere vermogensbelastingen niet werkte. Die hebben niet zoveel geld opgebracht als verwacht. De rijkste belastingplichtigen leverden niet noodzakelijkerwijs de grootste bijdrage. Eerdere vermogensbelastingen hadden als belangrijkste kenmerk dat ze een vrij lage drempel hadden maar heel veel vrijstellingen. Die vrijstellingen kwamen feitelijk ten goede aan de rijksten. We moeten ons richten op de rijkste categorie.
Ten tweede was het vrij eenvoudig om activa in belastingparadijzen te verbergen zonder dat de belastingdienst daarvan op de hoogte was. Een paar jaar geleden was er een grote internationale hervorming van de automatische uitwisseling van bankgegevens, waarvan we de impact verwelkomen. Die hervorming dwingt financiële instellingen om informatie te delen, bijvoorbeeld over een Franse of Belgische belastingplichtige die een rekening heeft op de Kaaimaneilanden. Zo weten we nu veel meer over de offshore bezittingen van de rijkste mensen (buiten de Verenigde Staten, n.v.d.r.) en kunnen we hen dus beter belasten.
Lees verder onder de foto
Derde probleem: de vermogensbelasting gebeurde over het algemeen op basis van de eigen aangifte. Als je werknemer bent, wordt je inkomen door je werkgever aangegeven bij de belastingdienst. De aangifte gebeurt dus door een derde partij. Als je zelf aangeeft, is het veel makkelijker om minder aan te geven. Vandaag hebben staten, dankzij de automatische uitwisseling van informatie, veel meer betrouwbare middelen om het vermogen in te schatten, in het bijzonder het offshore vermogen van de zeer rijken.
Tot slot bestaat het risico dat zodra de belasting wordt ingevoerd, de rijksten hun koffers pakken. Onderzoek toonde aan dat toen in Frankrijk de ISF er was (solidariteitsbelasting op vermogen, van kracht tussen 1981 en 2018, door Macron afgeschaft, n.v.d.r.), 0,2% van de betrokken mensen vertrok. En we hebben ook instrumenten om de rijksten te belasten als ze in ballingschap gaan. In de Verenigde Staten bestaat dat al: als je daar geboren bent maar vertrekt en in je nieuwe land minder belasting betaalt, dan moet je het verschil in de Verenigde Staten betalen. Dat lijkt ons een goed idee, want als een belastingbetaler een fortuin heeft verdiend, is dat vooral te danken aan overheidsinvesteringen, openbare scholen, gezondheidszorg, enz.
U zegt dat de hervorming van de uitwisseling van bankgegevens landen in staat stelt om belastingontduiking effectiever te bestrijden. Zal het ook makkelijker zijn om een vermogensbelasting in te voeren?
Quentin Parrinello. We bevinden ons op een interessant keerpunt, want we hebben veel betere tools om dergelijke belastingen in te voeren. De meerderheid van de mensen is voor, maar in politieke kringen wordt nog altijd hetzelfde herhaald: de belastingbetalers zullen vertrekken, de investeringen zullen afnemen, enz. Dat zijn allemaal argumenten die we al 15 à 20 jaar horen. Maar ze houden geen steek.
Voorstanders van een echte vermogensbelasting worden soms populisten genoemd. Maar u zegt dat het heel goed mogelijk is.
Quentin Parrinello. Het is niet alleen heel goed mogelijk, het is ook absoluut wenselijk. Als we ongelijkheid willen bestrijden, als we het vertrouwen in de democratie willen herstellen, als we willen investeren in de grote uitdagingen - de strijd tegen klimaatverandering, de strijd tegen armoede, enz. - dan moeten we die inkomsten genereren. Het is dus niet alleen economisch maar ook politiek en democratisch zinvol. En het is absoluut haalbaar.
De miljonairstaks: het geld halen bij de 1% rijksten
Op welk niveau moet het worden geïntroduceerd?
Quentin Parrinello. We doen dat best op een gecoördineerde manier, maar als we wachten tot tientallen landen een consensus hebben bereikt, kan dat nog wel even duren. Als er op internationaal vlak een opening is, moet je ervoor gaan. Maar als de onderhandelingen strop zitten, omdat er in een bepaald land geen vooruitgang wordt geboekt, kan niets een staat ervan weerhouden om het zelf in te voeren. Dat is perfect mogelijk.
Het ontbreken van een vermogenskadaster is een ander tegenargument dat hier wordt gebruikt.
Quentin Parrinello. Tegenwoordig heeft de belastingdienst genoeg middelen om informatie te krijgen over het bezit van de allerrijksten. Een grote meerderheid van de miljardairs heeft fortuinen gebaseerd op beursgenoteerde bedrijven. En er bestaat een vastgoedkadaster om de waarde van een huis, villa of andere eigendom te bepalen. Het is dus haalbaar. Maar daarvoor moeten we investeren in de belastingdienst en inspecteurs aanwerven.
Recent werd wereldwijd een belasting van 15% op de winsten van multinationals ingevoerd. Hoe beoordeelt u die?
Quentin Parrinello. In theorie is dat een enorme stap vooruit. We hebben voor het eerst een overeenkomst over een minimumbedrag dat multinationals moeten betalen. Tot nu toe bestond zoiets niet. Je kan, zoals wij, vinden dat het te weinig is, maar het is een stap voorwaarts vergeleken met de jaren waarin het verlagen van de belastingen voor multinationals als een goede economische praktijk werd gezien.
Ander goed nieuws: als een land weigert deze belasting in te voeren, kan een ander land die heffen. Dus als een multinational zijn activa in een land plaatst dat heel weinig belast, kan een ander land het bedrijf belasten. Maar er rijzen heel wat praktische problemen. Het effectieve tarief zal minder dan 15% zijn, vanwege een reeks vrijstellingen. En sommige landen beginnen aan een belastingconcurrentie, niet langer op vlak van het belastingtarief maar op dat van het belastingkrediet (verlaging van de belasting die kan worden terugbetaald aan het bedrijf of de belastingbetaler, n.v.d.r.).
Lees verder onder de foto
Tot de jaren 1980 bedroeg de vennootschapsbelasting in Frankrijk, België en andere westerse landen 50%. Vandaag is dat rond de 25%. Hoe verklaart u die terugval?
Quentin Parrinello. Door de opkomst van een unieke ideologie: de trickle-down-theorie. Die zegt dat als je de belastingen voor bedrijven verlaagt, ze meer winst zullen maken, meer zullen investeren in de reële economie en zo meer groei zullen creëren. Dat is een stelling van de neoliberale economie. Als gevolg daarvan ligt in de OESO-landen (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, een organisatie die westerse landen verenigt, n.v.d.r.) het tarief voor de vennootschapsbelasting rond de 22%. Dat is een nominaal tarief, het effectieve tarief (wanneer rekening wordt gehouden met de vrijstellingen) ligt zelfs nog lager.
Deze race tussen staten naar de laagste belasting is problematisch. Landen komen in een neerwaartse spiraal terecht door de belastingen (en dus de inkomsten) te verlagen, zodat ze lager zijn dan die van hun buurlanden, in de hoop zo bedrijven aan te trekken. Wij stellen een minimumbelasting voor bedrijven voor van 25%, wat jaarlijks een niet te verwaarlozen bedrag van 250 miljard dollar zou opleveren.
Hoe kunnen we voorkomen dat bedrijven vertrekken?
Quentin Parrinello. Neem Apple. Je wil dat de minimale vennootschapsbelasting stijgt van 15% naar 25%. Apple kan zeggen: dan verplaatsen we al onze winst naar elders. Je kunt het belastingtekort van Apple op internationaal vlak heel goed berekenen en uitrekenen wat de multinational zou moeten betalen bij een belasting van 25%. Kijk op basis hiervan maar eens naar het marktaandeel van Apple in België. Met die informatie krijg je het bedrag dat Apple moet betalen.
Een multinational kan kapitaal overdragen, fabrieken verplaatsen, maar niet zijn klanten. Elk land heeft dus een hefboom.
De afgelopen jaren zijn er talloze belastingschandalen geweest: Panama- Papers, LuxLeaks, enz. Wat heeft men sindsdien feitelijk ondernomen?
Quentin Parrinello. Die schandalen gaan over twee verschillende zaken: grote belastingfraude en belastingontduiking. We bestrijden deze twee problemen echter niet op dezelfde manier. Belastingfraude, zoals het niet aangeven van inkomsten bij de belastingdienst, is illegaal. Om fraude te bestrijden, hebben we mensen en technische middelen nodig. We hebben belastinginspecteurs, automatisch informatieverkeer en sancties nodig. Maar momenteel wordt in bijna alle Europese landen het personeelsbestand ingeperkt. Het tegenovergestelde moet gebeuren: investeren in mensen.
Belastingontduiking is het grijze gebied tussen belastingfraude en wat bekend staat als “belastingoptimalisatie”. Je kunt de meest effectieve sancties ter wereld hebben, opgelegd door de beste belastinginspecteurs ter wereld, maar dat zal niet volstaan. We moeten de regels veranderen. Bij alle schandalen van belastingontduiking treffen we min of meer dezelfde actoren aan: belastingadvocaten, grote banken, grote adviesbureaus, belastingadviseurs, … Daar moet het gebeuren. We moeten ook de economische essentie aanpakken (reële activiteiten van een bedrijf in een land, in tegenstelling tot eenvoudige brievenbussen die gebruikt worden om van belastingvoordelen te profiteren zonder enige activiteit in het land, n.v.d.r.), de criteria van deze economische essentie verstrengen. Als je niets anders doet dan profiteren van de belastingen, moeten er sancties zijn.
Lees verder onder de foto
Het gebrek aan transparantie rond belastingregelingen is nog een ander probleem. Hoe bereiken we meer transparantie?
Quentin Parrinello. Een groot deel van de huidige analyses zijn mogelijk doordat er steeds meer data gepubliceerd worden. Over het algemeen geven bedrijven of rijke belastingbetalers ze door aan de belastingdiensten en zijn ze niet noodzakelijkerwijs openbaar. Belastingrapportage per land was een van de grote strijdpunten voor transparantie: de grote transparantienorm voor multinationals, zodat men kan weten in welk(e) land(en) multinationals hun winsten boeken, waar ze belasting betalen en waar ze werknemers hebben.
De rapportage per land is momenteel niet openbaar. Ze zal in een bepaald aantal landen gedeeltelijk openbaar zijn. Uiteraard hoort niet alle informatie openbaar te zijn. Het maakt jou niet uit wat je buurman aan belastingen betaalt. Maar de informatie over de nationale belastingbijdrage van bedrijven per land is van algemeen belang. Wanneer deze informatie openbaar is, wordt het vertrouwen van het publiek in zowel regeringen als multinationals groter, én betalen die multinationals iets meer belastingen.
Er zijn mensen die zeggen dat België te klein is om op te treden. Hebben ze gelijk?
Quentin Parrinello. De geschiedenis van grote internationale hervormingen wordt over het algemeen gemaakt door unilaterale bewegingen (die slechts van één partij afkomstig zijn, in tegenstelling tot bilaterale overeenkomsten, n.v.d.r.). Een unilaterale beweging wordt bilateraal. Dat gebeurde met de minimum vennootschapsbelasting of GAFA-belasting (Google, Amazon, Facebook, Apple) die Frankrijk in 2019 invoerde. Als een multilaterale aanpak mogelijk is, moeten we die weg nemen. We pakken alles het best Europees of internationaal aan, om in samenwerking met andere landen vooruitgang te boeken. Maar om dat door te duwen, moet je vaak zelf beginnen.
Welke rol spelen de mensen in dit alles?
Quentin Parrinello. Sociale bewegingen zijn essentieel. Alleen al omdat ze impact hebben op de publieke opinie en overheden hierop reageren. De werkende mensen hebben het recht te weten hoe de samenleving draait, onder andere via de vakbonden. We hebben nog niet zo lang geleden in Frankrijk verschillende gevallen gehad waarbij vakbonden juridische stappen namen tegen fiscale fraudepraktijken in hun eigen bedrijf. Ik denk aan Alstom of heel recent aan McDonald’s. Hier is dus duidelijk een rol weggelegd voor sociale bewegingen. Het is niet alleen een discussie tussen regeringen. De mensen moeten dit onderwerp dus ter harte nemen.
Reageren op dit artikel? Mail naar redactie@solidair.org.