Peter Mertens in gesprek met Kevin Ovenden | “We moeten durven te zeggen dat we tegen die ondemocratische kliek eurotechnocraten zijn”
PVDA-voorzitter Peter Mertens ging met de in Griekenland wonende Britse journalist Kevin Ovenden in gesprek over de toekomst van consequent links in Europa. Kettingroker Ovenden – een deel van het gesprek speelde zich voor de deur van de historische Vooruit (“What a building”) – is actief lid van de Anti-War Coalition en kent zo ook Jeremy Corbyn, de linkse leider van de Britse Labourpartij.
Kevin Ovenden, journalist van de Britse krant The Guardian én politiek activist, was op 8 maart te gast in de Gentse Vooruit. Op uitnodiging van het literaire festival Mind The Book en de vakgroep Conflict- en Ontwikkelingsstudies van de Ugent, kwam hij zijn boek Syriza. Inside the Labyrinth voorstellen. Daarin beschrijft Ovenden de opkomst en de eerste zes maanden van de regering van Syriza in Griekenland. Ovenden woont al meerdere jaren in Griekenland. “Wat Syriza deed, volstaat niet”, zegt hij. “De confrontatie met de EU-structuren zal heviger moeten zijn.” PVDA-voorzitter Peter Mertens ging met Ovenden in gesprek over de toekomst van consequent links in Europa..
Peter Mertens. “We moeten Tsipras en de zijnen dankbaar zijn dat ze barsten hebben geslagen in het betonnen pantser van het Brusselse conformisme. Ze hebben miljoenen Europeanen aan het denken gezet, tot in het dorpscafé”, zo omschreef de Belgische schrijver Geert Van Istendael het experiment van Syriza. Voor het eerst sinds de invoering van de euro had je een regering die de handschoen durfde op te nemen tegen de besparingspolitiek. Dat gaf hoop. Maar die hoop veranderde met het Dictaat van Brussel van 13 juli 2015, waarbij de Griekse regering overstag ging na 17 uur chantage en economische oorlog. De Grieks premier Alexis Tsipras aanvaardde met het pistool tegen het hoofd het zogenaamde Derde Memorandum van de trojka (de drievuldigheid van het Internationaal Monetair Fonds, de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank, n.v.d.r.). In deze Europese Unie is er geen consequent linkse politiek mogelijk, zo klonk het. Bent u het daarmee eens?
Peter Mertens: “Voor het eerst sinds de invoering van de euro had je met Syriza een regering die de handschoen durfde op te nemen tegen de besparingspolitiek”
Kevin Ovenden. Ik blijf koppig optimistisch. Op zeven dagen tijd zagen we een volledige ommekeer: in het referendum van 5 juli 2015 zei 62 procent van de Grieken overtuigd ‘neen’ tegen het Dictaat van Brussel. Dat was een grote overwinning van het Griekse volk, de bewegingen en links. Op 13 juli volgde dan plots de acceptatie van het Dictaat door de Griekse regering. Toen Alexis Tsipras op 14 juli terugkeerde uit Brussel, sprak hij terecht over de antidemocratische praktijken van de Europese Unie. De onthullingen van Yanis Varoufakis (gewezen Grieks minister van Financiën, n.v.d.r.) over de eurogroep, bevestigen dat. Het Dictaat legde in zekere zin de ‘oorlogsmacht’ bloot en toonde de financieel-economische wapens die gebruikt worden tegen de Grieken. “Doe wat we zeggen of we sluiten jullie banken en hongeren jullie uit.” Pure maffiapraktijken. Voorheen waren maar enkele specialisten zich bewust van deze ondemocratische praktijken, nu is een meerderheid van de Europeanen ervan op de hoogte.
Syriza hoopte de Europese Unie en het IMF met een grote verkiezingsoverwinning en rationele argumenten ervan te overtuigen dat de besparingspolitiek niet werkt. Varoufakis had, bijvoorbeeld, zijn argumenten netjes voorbereid met een powerpointpresentatie, zoals hij dat deed aan de universiteit. Maar economie en argumenten waren het laatste waarover de ministers in de eurogroep wilden praten. Het gaat niet om rationele logica, maar om machtspolitiek. Toch blijf ik optimistisch. In de sociale bewegingen, de vakbonden en consequent linkse partijen in heel Europa discussieert men nu veel ernstiger over strategie. Wie vorig jaar wees op de zwakke plekken van Syriza, werd pessimistisch of cynisch genoemd. Nu begrijpt iedereen dat we een antwoord op die moeilijkheden moeten vinden. Het is duidelijk: wat de Griekse regering deed, volstaat niet. De confrontatie met de huidige structuren van de Europese Unie zal heviger moeten zijn. Zich verzetten tegen de economische chantage, de schulden weigeren: dat moet gebeuren in een internationaal perspectief.
Peter Mertens. De Griekse bevolking betaalde de Europese politiek met een diepe humanitaire crisis: 1,5 miljoen werklozen, 3 miljoen mensen die onder de armoedegrens leven, een derde van de bevolking heeft geen sociale bescherming of toegang tot een ziekteverzekering. Maar de harde besparingspolitiek, dat zijn ook kinderen die van honger flauwvallen in de klas, ouders die hun kinderen aan een weeshuis afstaan omdat ze geen cent voor opvoeding meer hebben, en ziektes, zoals tuberculose, die uit een andere tijd terugkomen. Het Dictaat van Brussel legt nu meer van hetzelfde op, in de wonderlijke hoop dat het recept ooit zal werken. De regering wordt verplicht verder te privatiseren, en er komt opnieuw een harde pensioenhervorming aan. Het is voor een consequent-linkse kracht toch onmogelijk om aan die besparingspolitiek deel te nemen?
Kevin Ovenden. De Grieken waren uiteraard niet gelukkig met de capitulatie, maar ze vonden dat de regering toch haar best had gedaan. Syriza behield dan ook haar score in de verkiezingen in september, hoewel er wel 350.000 Grieken minder gingen stemmen dan in januari. “Syriza zal ons treffen, maar zal het tenminste niet zo enthousiast doen als rechts”. Het argument van het minste kwaad sloeg dus aan. De werkende klasse heeft een heel pragmatische kijk.
Er zijn critici die Syriza de schuld van alles geven en de partij voorstellen als de nieuwe Thatcherianen (naar het harde liberale beleid van de Britse premier Thatcher, n.v.d.r.). Dat is niet correct. Syriza heeft nog steeds een link met de massa, al is die kleiner dan vroeger. Dat moet je beseffen als je een realistisch alternatief wil voorstellen.
Anderzijds: het sociaal verzet tegen de besparingspolitiek leeft meer dan ooit tevoren. Stakingen kennen een hoge deelname, mensen komen massaal op straat, er is een grote solidariteitsbeweging met de vluchtelingen. Op het pleintje in mijn buurt in Athene zamelen oudere mensen voedsel en spullen in voor de vluchtelingen. Zeer ontroerend. Links moet zich baseren op de realiteit van deze solidariteit en het sociaal verzet. We moeten rekening houden met het politieke bewustzijn van de massa. Men zal ook een antwoord moeten vinden op de tegenstrijdigheid die in het referendum naar voren kwam. De Grieken zeiden nee tegen de besparingen, maar waren tegelijk bang van een beleid dat tot een breuk zou kunnen leiden met de euro. Het is een reële twijfel waar veel mensen mee zitten en niet louter de tegenstrijdigheid van de strategie van Syriza.
Peter Mertens. Terug naar januari vorig jaar, na de verkiezingsoverwinning van Syriza. Premier Tsipras en minister Varoufakis reisden toen het continent af op zoek naar steun. Ze kregen echter een koude douche. Vooral van de sociaaldemocratische premiers zoals Hollande in Frankrijk en Renzi in Italië. Tijdens de zogenaamde onderhandelingen was de Fransman Pierre Moscovici (PS) een van de hardliners, en de voorzitter van de Duitse sociaaldemocraten, Sigmar Gabriel, stak zijn premier Angela Merkel geregeld langs rechts voorbij. De steun voor Syriza kwam er vooral ná de capitulatie van 13 juli, toen plots heel wat sociaaldemocraten zoete broodjes wilden bakken met een Syriza dat ‘haar verantwoordelijkheid opneemt’.
Kevin Ovenden. Inderdaad, dat was de aanpak van de Europese sociaaldemocratie, vooral vanuit Frankrijk, sinds februari vorig jaar. Het EU-establishment speelde een dubbel spel. Er was de harde opstelling van rechts. De sociaaldemocraten zeiden tegen Tsipras: “Wees niet te koppig, laat je eisen vallen, dan kunnen we je helpen.” Een Duitse collega-journalist vertelde dat toen Tsipras op 12 juli van plan was om de onderhandelingen te verlaten, een groep sociaaldemocraten hem omgepraat heeft. Frans president François Hollande, diens minister van Financiën Michel Sapin, EU-Commissaris Pierre Moscovici van de Franse PS en een zestal hoge functionarissen stapten naar Tsipras’ hotelkamer: “Je moet blijven”, zeiden ze, “maar je moet toegeven, zodat we je kunnen helpen.”
Peter Mertens. We zijn nu zes maanden na de capitulatie en mensen zijn geduldig omdat ze weten welke druk er op de regering stond. Maar dat geduld geraakt ooit op. Hoe vermijd je dan dat ze zich tot Gouden Dageraad, de Griekse neonazipartij, wenden?
Kevin Ovenden: “Zich verzetten tegen de economische chantage, de schulden weigeren: dat moet gebeuren in een internationaal perspectief”
Kevin Ovenden. Dat is een groot gevaar. Vandaag kijken de mensen niet naar rechts, ook al protesteren ze tegen het beleid van een ‘linkse’ regering. Gouden Dageraad moet zich nu verantwoorden voor de rechter voor de moorden, onder meer op de rapper Pavlos Fyssas, en het geweld tegen vakbondsmilitanten van PAME, linkse activisten en migranten. Gouden Dageraad staat ook onder druk door een sterke antifascistische beweging. Als we die beweging zeven jaar geleden niet hadden uitgebouwd, stonden de fascisten vandaag veel sterker. Ook de traditionele rechtse partij, Nea Dimokratia, heeft veel interne problemen en komt nog altijd niet opnieuw geloofwaardig over. Geen enkele partij trouwens. Bijna drie kwart van de Grieken heeft geen vertrouwen meer in de parlementaire democratie, en exact drie kwart van alle Grieken wantrouwt alle partijen. Ze zijn ervan vervreemd. Dat kan verschillende kanten opgaan. In het maatschappelijke debat zijn het linkse argumenten die deze leegte vullen. Het soort gesprek en debat over alternatieven dat wij in Gent hebben, vindt plaats in heel Griekenland. Het gaat daarin niet over de vraag of rechts opnieuw een kans krijgt. Voorlopig toch.
Peter Mertens. Hoe sterk staat de regering nu op dit moment?
Kevin Ovenden. De regering staat erg zwak. Op vraag van de trojka bereidt ze zware besparingen in de pensioenen voor. Maar de regering heeft nog steeds niet aangekondigd wanneer ze de pensioenhervorming door het parlement zal laten stemmen. Ze is bang van het sociaal verzet. Nu al zijn er wegblokkades door boeren, er zijn algemene stakingsdagen en doorlopende stakingen in de haven. En ook al is het wetsvoorstel nog niet eens aan het parlement voorgelegd, toch komt de EU nu al met bezwaren dat de aanval op de pensioenen nog niet ver genoeg gaat.
Peter Mertens. Bovenop de molensteen van de besparingen komt ook nog eens de asielcrisis. Het is indrukwekkend om te zien hoe het Griekse volk zich opstelt tegenover de vluchtelingen. Mensen die zelf geen cent meer hebben, en toch solidair optreden ten aanzien van vluchtelingen. De Europese Unie heeft nu een verdrag gesloten om de Griekse grenzen te sluiten. Daardoor zitten duizenden vluchtelingen vast in Griekenland. Men wil Turkije als groot vluchtelingenkamp uitbouwen, en asielzoekers vanuit Griekenland opnieuw naar Turkije deporteren. Zal de houding van de Griekse bevolking daardoor veranderen?
Kevin Ovenden. Zonder chauvinistisch te zijn, ik ben zeer trots dat ik in een land woon waar 85 procent van de mensen vindt dat de regering de vluchtelingen moet helpen. Als er slop zou komen in het sociaal verzet en rechts opnieuw zou winnen, kan racisme snel de kop opsteken. Het hangt echt af van links en de sociale bewegingen om het verzet vol te houden met oog voor internationale solidariteit. Het EU-beleid is zeer schadelijk. Europa stelt dat het sluiten van de Griekse grenzen en het deporteren van vluchtelingen nodig is om de schulden te kunnen terugbetalen en in de euro te blijven. Het creëert de materiële voorwaarden voor de afbraak van de solidariteit. Veel Grieken zouden kunnen redeneren: ik wil de vluchtelingen wel helpen, maar om onze toekomst in de euro te vrijwaren en onze kinderen de kans te bieden aan Europese universiteiten te studeren, moeten we de Syrische vluchtelingen deporteren. Die redenering is niet geïnspireerd door extreemrechtse propaganda, maar een rechtstreeks gevolg van het EU-beleid. Niet alleen in Griekenland, maar overal in Europa zie je dat het beleid van het politieke establishment de basis legt voor extreemrechts.
Peter Mertens. Duits minister van Financiën Schäuble ontwikkelde al sinds de jaren 1990 de visie van een Europa op twee snelheden. Een centrum onder Duitse leiding en een semikoloniale rand. Ook in België zijn er politieke krachten die daarop aansturen. Tijdens de onderhandelingen met de Griekse regering in 2015 lag het idee ook op tafel. In hoeverre is wat ze met Griekenland doen een voorafspiegeling van dit Europa van twee snelheden? Als de Grieken van de besparingen af willen, worden ze gechanteerd door de trojka. Ook met de vluchtelingencrisis wordt in Brussel beslist wat de Grieken moeten doen, zonder enige inspraak. Er staat nu bijna letterlijk een muur tussen Griekenland en de rest van Europa.
Peter Mertens: “De Griekse bevolking betaalde de Europese politiek met een diepe humanitaire crisis”
Kevin Ovenden. De trojka wilde met Griekenland een voorbeeld stellen. Niet toevallig waren het Spaanse politici die de hardste tegenstanders waren van de Grieken tijdens de onderhandelingen. Niet alleen de conservatieven uit de Spaanse regering, maar ook de socialisten van PSOE in de oppositie. Als Griekenland ook maar een beetje ademruimte zou krijgen, zou het signaal gegeven worden dat verzet loont, dat een stem links van de sociaaldemocratie echt het verschil maakt. Dat is een ramp voor het establishment. Kijk maar naar de verkiezingen in Ierland. De Ieren hebben de besparingspartijen afgestraft. De crisis is nog niet voorbij. Het verzet neemt toe en de Europese Unie zal nog voorbeelden willen stellen zoals met Syriza. Daardoor zou je uiteindelijk kunnen uitkomen bij een kern-Europa, een politieke en economische unie van de centrumlanden tegenover een rand die onder een semikoloniaal dictaat uitgebuit wordt.
Peter Mertens. Europa kan drie wegen op, denk ik. Een autoritaire weg onder leiding van Duitsland, net zoals we hebben gezien tijdens het Dictaat van Brussel. De Europese Unie kan echter ook uiteenvallen, dat is het proces dat u zonet beschreef en dat klinkt weinig hoopgevend. Het is een terugkeer naar het Europa van de muren en de loopgraven. Of we kunnen met de basisbewegingen en het sociaal verzet een ander Europa van onderuit proberen op te bouwen. Hoe ziet u dat?
Kevin Ovenden. Ik ben niet optimistisch over de politiek van de Europese instellingen en traditionele partijen. In Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië zie je het succes van extreemrechts populisme. Het politieke centrum heeft daar geen adequaat antwoord op. Zeker in Frankrijk is de reflex van traditionele partijen om links op te roepen om samen de rangen te sluiten tegen extreemrechts in een ‘republikeins’ en democratisch front. Het is een valse keuze. De groei van extreemrechts is net het gevolg van de asociale politiek door het linkse en rechtse politieke establishment. Als consequent links front zou vormen met traditionele partijen, wordt ze opgenomen in het bestaande systeem. Extreemrechts krijgt dan de ruimte zich te presenteren als de enige anti-establishmentkracht.
Los van de meningsverschillen over de euro of de Europese Unie is het belangrijk voor consequent links om haar politieke onafhankelijkheid niet op te geven. Als we dat wel doen, houdt niets extreemrechts nog tegen en zal de Unie uit elkaar vallen op nationalistische basis. Met politieke onafhankelijkheid bedoel ik dat consequent linkse krachten zowel anti-establishment als internationalistisch moeten zijn. We moeten internationale solidariteit van onderuit stellen tegenover het fake internationalisme van de EU-bureaucraten. We mogen geen angst hebben om te zeggen dat we tegen de ondemocratische kliek in Brussel zijn. We moeten onze strijd verbinden met alle sociale krachten in Europa die zich verzetten. De sociaaldemocratische en liberale voorstanders van de EU maken misbruik van de oprechte Europese gevoelens van de bevolking. Mijn ouders en vrienden in Engeland willen niet terug naar een Europa met nationale grenzen en oorlog. Er bestaat een oprecht Europees samenhorigheidsgevoel. Maar daaruit haalt het establishment ten onrechte zijn legitimiteit. We moeten aan die Europese gedachte een antisysteembetekenis verbinden en opkomen voor het Europa van onderuit.
Peter Mertens. In België hebben we een zeer rechtse meerderheid. Deze regering is de eerste die zich openlijk baseert op Thatcher. Ze realiseert een enorme transfer van arbeid naar kapitaal. Ze privatiseert en breekt sociale verworvenheden af. En vooral: ze wil een nieuw maatschappijmodel opleggen waarin vakbonden en emanciperend middenveld gemuilkorfd aan de leiband liggen. Vooral het ideologische offensief tegenover de vakbonden valt op. Voorbijgestreefd, zo wordt gezegd. Hoe ziet u dat, de rol van vakbonden enerzijds, en nieuwe burgerbewegingen anderzijds?
Kevin Ovenden. Dat is een belangrijke vraag. Want dat was ook een cruciale kwestie in Griekenland. Je moet weten: links is ook buiten het parlement een sterke factor in Griekenland. Mensen uit Syriza en andere linkse organisaties waren rond de eeuwwisseling actief in de nieuwe sociale bewegingen, in de vredesbeweging, ze kwamen op voor vrouwen- en holebirechten en tegen klimaatverandering. Toen de indignado’s (de ‘verontwaardigden’, jongeren die pleinen bezetten, n.v.d.r.) in januari 2011 in Griekenland opkwamen, was dat een heel onduidelijke beweging. Aanvankelijk stonden ze vijandig tegenover de vakbonden. In juni 2011 kwam daar verandering in, tijdens een algemene staking van de vakbonden en een heel grote vakbondsbetoging in Athene. Toen de betogers langs het Syntagmaplein kwamen, vermengden ze zich met de pleinbezetters. Zoiets was enkel mogelijk omdat links geduldig gewerkt had met de jongeren en het belang van de factor arbeid tegenover het kapitaal hadden uitgelegd, de klassen in de maatschappij en de sociale strijd. En zo werden de Griekse indignado’s bondgenoten van het vakbondsverzet. De vlag werd rood, en dat is uniek.
De Spaanse indignado’s bleven meer ambigu over vakbonden en het klassenkarakter van het verzet. De politieke beweging Podemos die daaruit voortkwam, koos meer voor een retoriek van “wij zijn links noch rechts” zoals in de theorie van de filosoof Ernesto Laclau. Podemos is links, dat weet iedereen. Maar ze weigeren zichzelf zo te omschrijven. Ik denk dat Syriza verder stond dan Podemos, omdat Syriza het verzet van de werkende klasse combineerde met nieuwe sociale bewegingen. Ik wil daarmee Podemos helemaal niet aanvallen, maar we moeten de verschillen niet uitgommen. Een moderne klassenpolitiek voorstaan, maakt een groot verschil uit. Er zullen zeker nog uitbarstingen van sociaal verzet komen in de volgende jaren. Nu mensen zich afkeren van de traditionele politieke partijen, zal dat verzet vaak gepaard gaan met politieke verwarring. Extreemrechtse populisten zullen daarvan misbruik maken om gehoor te vinden. Daarop kan je niet antwoorden met “wij zijn links noch rechts”. Links kan daarop enkel een antwoord bieden als het tegelijk een duidelijk klassenstandpunt en een open geest heeft.
Dit artikel komt uit het maandblad Solidair van april 2016. Abonnement.
Reageren op dit artikel? Mail naar redactie@solidair.org.