Lucie Van Crombrugge: “Kiezen voor abortus is net zo verantwoord als kiezen voor een kind”
Precies 25 jaar geleden werd in ons land de fel omstreden abortuswet goedgekeurd. Niet zonder slag of stoot. De toenmalige koning Boudewijn moest gedurende 36 uur in de onmogelijkheid gesteld worden om te regeren, omdat hij op morele grond weigerde de wet te bekrachtigen. De regering tekende in zijn plaats. De abortuswet was het resultaat van een lange strijd. Wie zich daarin bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt, is Lucie Van Crombrugge. Jarenlang werkte ze in het Gentse abortuscentrum Kollektief Anticonceptie en stond ze op de barricade voor de volledige legalisering van abortus. Vorige maand werd haar onvoorwaardelijke inzet bekroond met een eredoctoraat van de Vrije Universiteit Brussel.
In juni 2014 krijgt Lucie Van Crombrugge een brief van Paul De Knop, rector van de Vrije Universiteit Brussel. Daarin biedt hij haar namens de universiteit officieel het eredoctoraat aan. “We wensen u dit eredoctoraat aan te bieden voor uw inspanningen om consequent het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw te verdedigen en voor uw verzet tegen elke vorm van moralisering en criminalisering van abortus bij een ongewenste zwangerschap. In het bijzonder willen we u eren voor uw diepgaand sociaal, feministisch en vrijzinnig engagement, gewijd aan de (politieke) strijd voor het recht op abortus en de concrete hulpverlening aan ongewenst zwangere vrouwen.”
In haar antwoord aan de rector schrijft Lucie dat ze bij het lezen van deze brief wel even van haar melk was. Maar na ampel overleg heeft ze toch besloten om het universitaire eerbetoon te aanvaarden. “Voor mij en mijn partners in crime, de vrouwen die ik mocht helpen, ook voor late abortussen.”
En dus trekt Lucie naar Brussel voor de plechtige uitreiking van haar eredoctoraat, bijgewoond door heel wat internationale piefen. Er hoort ook een chic diner bij en een overnachting in een luxueus hotel. Niet meteen het biotoop waar Lucie zich als onvermoeibare activiste op haar plek voelt. Maar ze heeft zo haar redenen om zich dit alles te laten welgevallen.
Lucie Van Crombrugge. Ik beschouw dit echt wel als een eer, daar ga ik niet flauw over doen. Het was wel schrikken. Ik ben immers geen prof, ik ben eigenlijk alleen maar een afgeweken historica.
Ik heb er goed over nagedacht. En ik heb besloten om het te aanvaarden in naam van de hele abortushulpverlening. Het is voor mij een gelegenheid om de strijd voor het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen en de strijd voor een herlezing of actualisering van de abortuswet van 1990 opnieuw op de agenda te zetten.
Hoe wordt een historica voorvechtster van het recht op abortus?
Lucie Van Crombrugge. Toen ik in 1963 ging studeren, wilde ik eigenlijk journalistiek doen. Maar dat kon toen alleen in Antwerpen. Ik kon mijn ouders niet vragen om dat te bekostigen. Ik heb dan beslist om geschiedenis te studeren. In 1967 ben ik afgestudeerd. Een jaar later vertrok ik samen met mijn man voor twee jaar naar Congo. Hij deed er zijn burgerdienst.
In die periode heb ik veel nagedacht over wat ik zou doen. Het was de tijd van de studentenrevoltes en de opkomst van de antiautoritaire opvoeding. Ik nam toen de beslissing om thuis te blijven voor onze kinderen, in de overtuiging dat niemand hun opvoeding beter kon behartigen dan ikzelf.
In 1976 vond in Ieper de jaarlijkse vrouwendag van het Vrouwen Overleg Komitee (VOK) plaats. Het centrale thema luidde: “De hand die de wieg beweegt, beweegt de wereld niet”. Dat zette me aan het denken. Ik realiseerde me dat thuisblijven voor de kinderen voor mij een verkeerde keuze was. Ik werd actief bij het VOK en bij Dolle Mina in Gent. Zo werd ik een overtuigd feministische activiste.
De vergaderingen van Dolle Mina hadden plaats in de kelder van het Centrum voor Gezinsplanning en Seksuele Opvoeding. Daar vergaderde ook het Abortuscomité. “Abortus uit het strafrecht”, dat was hun eis. Ik sloot me ook bij hen aan.
Vervolgens werd ik gecontacteerd door het Kollektief Anticonceptie, dat sinds 1980 in een gesloten huis in Gent illegaal abortussen uitvoerde. Ze vroegen mij of ik in het centrum wilde werken, om gesprekken te voeren met vrouwen die er hulp kwamen zoeken. In september 1983 ben ik daar begonnen.
Het is nauwelijks denkbaar dat abortus iets meer dan dertig jaar geleden nog in het ondergrondse moest plaatsvinden.
Lucie Van Crombrugge. Eigenlijk waren die jaren in de illegaliteit best euforisch. We waren toen enorm gedreven, overtuigd van onze zaak. We voelden ook aan dat er voor onze strijd veel steun was in de samenleving. Bij betogingen voor het recht op abortus kwam er altijd heel veel volk op straat. We voelden ons sterk.
Bij het Kollektief vergaderden we één keer per maand, met iedereen erbij. Het waren echte teamvergaderingen, waarbij dokters niet meer te zeggen hadden dan om het even wie. Dat kon wel eens leiden tot verhitte discussies en hoog oplopende meningsverschillen. Maar de illegaliteit was een sterk bindmiddel. We hadden een gemeenschappelijke vijand.
Natuurlijk was het gevaar nooit ver weg. Amper twee maand nadat ik bij het Kollektief aan de slag ging, viel de toenmalige BOB het centrum binnen. Gedurende twee maand hadden ze het huis geobserveerd vanuit een school aan de overkant. Het centrum werd toen voor drie maand gesloten.
Hoe is de werking van het centrum veranderd na de komst van de abortuswet?
Lucie Van Crombrugge. We moesten het Kollektief toen volledig herstructureren. Het team werd versterkt met psychologen en seksuologen. Het was niet langer haalbaar om telkens met de hele groep medewerkers over alles te beslissen. In 1996 ben ik in de nieuwe structuur coördinator geworden.
Ik heb met mijn team altijd een verhouding gehad die gebaseerd was op gelijkheid. Ik was dan wel degene die de uiteindelijke beslissingen moest nemen, maar dat deed ik toch altijd in samenspraak met mijn team. Mijn taken verschoven ook meer naar het politieke lobbywerk en de vertegenwoordiging op internationale congressen.
Maar ik ben wel altijd gesprekken met vrouwen blijven doen, om de voeling met de mensen waarvoor we werkten niet te verliezen. Ik heb dat altijd op een eigen manier kunnen doen. Professionele psychologen en maatschappelijk assistenten hebben een afgelijnd kader waarbinnen ze werken. Ik heb dat nooit gehad. Ik ben altijd activiste gebleven. Dat werd mij ook toegestaan. Daar ben ik mijn collega’s nog altijd heel erg dankbaar voor.
Ik heb ook nooit onder stoelen of banken gestoken dat ik lid ben van de PVDA. Maar mijn collega’s hebben mijn consequent politiek denken altijd gerespecteerd en gewaardeerd. Ze noemden mij vaak “de rode barones”.
De komst van de abortuswet was een historische mijlpaal, maar ze beantwoordde niet aan wat u wilde.
Lucie Van Crombrugge. De abortuswet betekende een gedeeltelijke legalisering. Maar wij wilden dat abortus volledig uit het strafrecht werd gehaald en als gewone medische ingreep een plek zou krijgen in de gezondheidszorg. Dat hebben we helaas niet kunnen bekomen.
De abortuswet heeft voor een stuk ook de positieve drive in het centrum stilgelegd. We vergleden toch in grote mate naar het werken binnen de lijntjes die de wet ons voorschreef. Onze initiële strijd is na 1990 een beetje stilgevallen. Daarom blijf ik tot vandaag nog altijd op diezelfde spijker slaan: abortus uit het strafrecht.
Waarom is dat zo belangrijk?
Lucie Van Crombrugge. Abortus is alleen toegelaten onder bepaalde voorwaarden tot het eind van de twaalfde week zwangerschap. Daarna kan het alleen nog als de gezondheid van de moeder in gevaar is of als bij het kind een ernstige afwijking wordt vastgesteld. Dat is een onredelijke en artificiële grens. Hoe moet het met vrouwen die strikt genomen te laat bij het centrum aankloppen? Er zijn heel wat redenen denkbaar waarom ze zo lang gewacht hebben: ze wisten niet dat ze zwanger waren, hun relatie is verbroken en ze bevinden zich plots in een situatie die het verder zetten van de zwangerschap onmogelijk maakt... Maar wij kunnen hen dan niet meer helpen. We moeten hen dan doorverwijzen naar Nederland, Engeland of Spanje.
Ik heb moreel geen enkel probleem met abortus, noch met vroegtijdige noch met laattijdige. “Abortus zo vroeg als mogelijk, zo laat als nodig.” De keuze voor een abortus is voor mij net zo moreel verantwoord als de keuze voor een kind. Mijn ultieme doel is dat ieder kind geboren wordt in een veilig en liefdevol nest. De voorwaarde daarvoor is dat elke vrouw een autonoom beslissingsrecht heeft en de controle over haar eigen reproductief parcours.
Critici roepen vaak dat een volledige legalisering het aantal abortussen zal opdrijven.
Lucie Van Crombrugge. Dat is absoluut niet waar. Vrouwen nemen niet zomaar de beslissing om tot een abortus over te gaan. Je moet maar geconfronteerd worden met een ongewenste zwangerschap. Niemand vraagt daar om. Ik zou het iedere vrouw willen besparen om die beslissing te moeten nemen en die behandeling te moeten ondergaan. Ik ben ervan overtuigd dat elke vrouw die kiest voor abortus, de morele beslissing neemt die voor haar in de gegeven omstandigheden de beste is.
Vrouwen vragen maar om een abortus als ze het echt nodig hebben. Er bestaan echt geen vrouwen die zeggen: oh, ik ging net op vakantie vertrekken en nu ben ik toch wel zwanger, vlug even een abortus. Ik heb lang genoeg in het abortuscentrum gewerkt om te weten dat lichtzinnige redenen voor een abortus gewoon niet bestaan. Abortus uit het strafrecht of er zonder taboes over denken zal echt niet leiden tot hogere cijfers.
Met name laattijdige abortussen liggen erg gevoelig.
Lucie Van Crombrugge. Een laattijdige abortus is altijd een zeer moeilijke beslissing. Maar het gaat dan ook om de meest wanhopige vrouwen, die soms op de rand van de zelfmoord staan. Het zijn ook grote uitzonderingen. In 2008 werden 578 vrouwen doorverwezen naar Nederland. Daar betalen ze dan 600 tot 800 euro voor de ingreep.
Ik heb gaandeweg zelf ook mijn grenzen verlegd. Tot eind jaren 1990 verwezen we alleen door naar Nederland, voor zogeheten tweede trimesterbehandelingen. Maar via mijn contacten met buitenlandse hulpverleners kwam ik te weten dat er in Spanje centra zijn die abortussen uitvoeren op een nog later tijdstip. De eerste keer dat ik iemand naar daar stuurde, was dat ook voor mij geen evidentie. Je krijgt snel het verwijt dat je op een hellend vlak zit. Maar dat is het voor mij niet. Vrouwen met een ongewenste zwangerschap hebben voor mij ook in een later stadium recht op hulp en mogen niet gedwongen worden tot het ouderschap. Een vrouw is geen container waarin je iets laat groeien.
Kan u begrip opbrengen voor de vaak morele en emotionele argumenten van tegenstanders van het recht op abortus?
Lucie Van Crombrugge. Natuurlijk. Ook binnen de hulpverlening zijn er verschillende opvattingen. Ik wil die echt allemaal respecteren. Alleen verdedig ik voluit het recht van de vrouw om in haar eigen concrete situatie te beslissen.
Mensen die het moeilijk hebben met abortus, zijn geneigd te spreken over goede en slechte redenen om voor abortus te kiezen. Ik vind dat erg gevaarlijk. Het is een houding die vandaag veel navolging krijgt in Amerika. Ze wordt bijvoorbeeld sterk vertegenwoordigd door Hillary Clinton. Zij zegt: “Abortus moet wettelijk zijn, veilig en zeldzaam.” Vanuit feministisch oogpunt is dat niet correct. Want door te stellen dat abortus zeldzaam moet zijn, verbind je er een moreel oordeel aan. Je zegt dan eigenlijk dat het iets slechts is, wat zo weinig mogelijk mag voorkomen. Nee, vrouwen die nood hebben aan een abortus, hebben het recht om die keuze te maken.
Wellicht de meest intense tegenstand komt vanuit de Pro-Vita beweging. Hoe invloedrijk is die?
Lucie Van Crombrugge. Toen we nog in de illegaliteit werkten, stonden er vaak mensen voor het centrum te bidden. Het Vlaams Studenten Verbond hing posters aan de deur waarop bloedende foetussen afgebeeld stonden. Er werden bloemen neergelegd voor de geaborteerde kinderen. Uit Amerika kwamen ook de zogeheten “Rescue-acties” overgewaaid. Men probeerde dan fysiek de toegang tot het centrum te blokkeren. Soms ging het er wel eens hardhandig aan toe.
Na de komst van de abortuswet is het centrum verhuisd naar een open huis. Daar hebben we ook een vrouw gehad die elke maand aan de deur stond te bidden en folders uitdeelde aan onze cliënten. De laatste jaren komt er ook elke derde zaterdag van de maand een groepje mensen bidden. Maar er is hier in België vanuit de Pro-Vitagroepen weinig agressiviteit. In Amerika is dat anders.
Op Europees vlak is de beweging sterk aanwezig, ook in het Europees Parlement. Ze heeft ook geld en beschikt over de nodige kanalen om lobbywerk te verrichten. Het gevaar bestaat dus dat er op Europees vlak, zeker met de doorgaande verrechtsing, een terugval komt inzake de regelgeving rond abortus.
Zijn er al signalen in die zin?
Lucie Van Crombrugge. In de Oost-Europese landen is alles al teruggeschroefd na de val van de Muur en de opheffing van de Sovjet-Unie. Ga maar kijken in Hongarije of Polen, daar is het voor een vrouw echt verschrikkelijk om ongewenst zwanger te zijn. Abortus is er opnieuw strafbaar. Dat is een terugslag tot en met. In Rusland is de invloed van de Orthodoxe Kerk sterk toegenomen en is het denken over abortus ook niet ten goede veranderd. Er zijn in die landen natuurlijk ook feministische organisaties actief, maar het is er vaak vechten tegen de bierkaai. Het is niet uit te sluiten dat ook in de West-Europese landen de klok wordt teruggedraaid.
In heel wat landen moet er opnieuw en op inventieve manieren gevochten worden. Zoals bijvoorbeeld de Nederlandse organisatie “Women on waves” doet. Zij varen met een boot naar landen waar abortus verboden is. Ze gooien het anker uit in internationale wateren, helpen ongewenst zwangere vrouwen aan boord en geven hen een abortuspil. Zo zijn ze naar Polen geweest, naar Ierland, Portugal. Wat ze ook doen is internetcounseling. Vrouwen kunnen dan via het internet een medische consultatie krijgen, waarna de nodige medicatie wordt opgestuurd. Ideaal is dat allemaal niet, maar het is een manier om tegen de starre wetgeving van sommige landen in te gaan.
In ons land heeft Wouter Beke, voorzitter van CD&V, duidelijk gezegd dat hij het debat over de volledige legalisering van abortus niet wil aangaan. Dat moet voor u toch een déjà vu zijn?
Lucie Van Crombrugge. Inderdaad. Sinds de abortuswet van 1990 hebben we blijvend ingezet op die volledige legalisering. Maar geen enkele partij heeft dat ooit op de politieke agenda willen zetten. Nu zien we weer hetzelfde. Petra De Sutter (Groen) zei in een debat in Gent dat het zeer moeilijk zal zijn om dit op de agenda te krijgen. In datzelfde debat was de houding van Freya Van den Bossche (sp.a) voor mij ronduit bedroevend. Als we nog geen steun vinden bij de sp.a, waar dan wel?
Maar ik hoop toch dat er nu, in het kader van een grondige evaluatie van 25 jaar abortuswet, gehoor kan worden gevonden bij een aantal politieke mandatarissen. Niet noodzakelijk binnen dezelfde partij. Vergeet niet dat de abortuswet in 1990 gestemd werd door een wisselmeerderheid van liberalen en socialisten.
Hoe heeft het werk dat u gedurende vele jaren heeft gedaan u als mens beïnvloed?
Lucie Van Crombrugge. Ik denk dat ik eigenlijk alleen maar positieve ervaringen heb gehad, hoe moeilijk het soms ook was. Ik voel me dus niet getekend of bezwaard. Ik ben altijd dankbaar geweest omdat vrouwen mij toegelaten hebben om in hun hart te kijken. Dat klinkt misschien melig, maar eigenlijk komt het daar wel op neer.
Toen ik in mei 2009 met pensioen ging, werd in Amerika George Tiller vermoord. Hij was een arts die laattijdige abortussen deed in Wichita. Hij was een protestant en werd in zijn kerk doodgeschoten. Ik heb die man één keer ontmoet. Het was een zeer integer en zacht persoon. Hij zei me: “Abortus is geen zaak van het verstand, maar van het hart.” Dat was precies hoe ik het zelf ook altijd heb ervaren. Het is op de momenten dat een vrouw voor mij zat en haar hart kon openen, dat ik me altijd gesterkt en gedragen heb gevoeld.
Ik heb ook nooit verzwegen wat ik deed, nergens. Dat is niet evident. Er zijn nu nog mensen die in de abortushulpverlening werken en dat nergens durven vertellen. Ook mijn kinderen zijn er altijd bij betrokken geweest en wisten ook goed waarom ik dat werk deed.
En na al die jaren moet u toch ook vaststellen dat het debat wellicht nooit zal eindigen.
Lucie Van Crombrugge. Daarover maak ik me geen illusies. Ik merk dat bijvoorbeeld bij mijn kleinkinderen. In de tv-soap Thuis was een van de personages ongewenst zwanger. Haar partner wilde niet dat ze een abortus liet uitvoeren, omdat het ook zijn kind was. Mijn kleinzoon, die vijftien is, zei toen: “Ik zou dat toch ook niet toelaten, moest mijn vriendin dat willen doen.” Op zo’n moment moet je de discussie weer opnieuw voeren. Dan realiseer ik me dat het nooit ophoudt. We moeten altijd wakker en alert blijven. Het is nooit een absolute verworvenheid.
Ik zal altijd radicaal blijven zeggen dat abortus uit het strafrecht moet. Maar zelfs als het ooit deel zal uitmaken van de gewone gezondheidszorg, zal het een onderwerp blijven dat binnen de maatschappij op verschillende manieren benaderd wordt. Dat moeten we aanvaarden.
Wat doet een feministische activiste nu ze met pensioen is en onderscheiden werd met een eredoctoraat van de VUB?
Lucie Van Crombrugge. Eerlijk gezegd, met pensioen gaan is echt niet leuk. Maar toen het moment dan toch daar was, zeiden heel wat mensen: “Nu ga je toch je memoires schrijven?” Eerst zag ik dat niet echt zitten, omdat er al zoveel geschreven is over de abortuskwestie. Maar toen bedacht ik dat ik wel het verhaal kan vertellen van de vrouwen die ik gekend en geholpen heb. In het eerste jaar nadat ik met pensioen ging, ben ik daar dan vlijtig aan begonnen. Ik heb zo’n 180 pagina’s liggen. Als ik nog een tijd mag leven, moet ik daar misschien toch iets mee doen.
Reageren op dit artikel? Mail naar redactie@solidair.org.