




Zijn boek “Liefde in tijden van angst” heeft duidelijk een gevoelige snaar geraakt. Overal waar hij gaat spreken, trekt hij volle zalen. Partijvoorzitters leverden een quote voor zijn boek … “Liefde vraagt ook actie. Het vraagt van ons dat we in actie schieten, dat we ons engageren”, zegt filosoof, jongerenwerker en Brusselaar Bleri Lleshi.
Bleri Lleshi. Dat is geen bewering die van mezelf komt hoor, al vanaf begin jaren 90 zijn er sociologen die het hebben over de angstsamenleving. En waar komt die vandaan? Sinds eind jaren 70 is er crisis, toenemende ongelijkheid, de-industrialisatie, enzovoort, wat zorgt voor angst en onzekerheid. Veel mensen geraken niet aan werk, ze zijn niet zeker dat ze hun werkloosheidsuitkering kunnen behouden, ze vragen zich af of ze de studies van kinderen nog kunnen betalen en of ze hun kind naar een goede school kunnen sturen, ze weten niet wanneer ze met pensioen kunnen gaan …
Daarnaast zijn er ook nieuwe maatschappelijk evoluties. Tegenwoordig kun je je letterlijk heel snel verplaatsen naar de andere kant van de wereld en omgekeerd worden mensen van aan de andere kant van de wereld plots je buren. Er is de komst van internet, computers en smartphones, waardoor de ellende van over de hele wereld zowat live meemaken. En het lijkt ook alsof de politiek geen greep meer heeft op de wereld: alles wordt beslist in Europa of door anderen.
Bleri Lleshi. We spreken daar niet veel over, maar elke verandering brengt inderdaad angst met zich mee. Dat is bij iedereen zo, of het nu gaat om veranderen van school of over verhuizen … Dat is normaal. Het probleem is dat een aantal veranderingen zich verder ontwikkelen. De sociaaleconomische problemen worden steeds groter, de wereld wordt steeds ongelijker, de armoede neemt toe. De samenleving doet het pakken slechter dan midden jaren 90, en dan hebben we het nog niet over de periode 1954-1974. En alsof dat nog niet genoeg is, heb je ook de politiek en media die op de angst inspelen.
We worden ook steeds meer een consumptiemaatschappij, waar materiële dingen zin moeten geven aan het leven. Vandaag heb je niet alleen een smartphone nodig, maar vooral ook het nieuwste model. En om erbij te horen moet je Nike-schoenen dragen. Ook dat brengt angst met zich mee, omdat de doelstellingen ook steeds veranderen. Gisteren was voor vrouwen de borstmaat belangrijk, nu wordt hen opgedrongen dat ze grote billen moeten hebben.
Die statussymbolen leggen zeer veel druk op ons. Ze maken ons ongelukkig. Ik hoor soms leerlingen zeggen dat ze niet durven uit te gaan, omdat ze hun billen niet mooi vinden. Je zou daar eens mee kunnen lachen, maar het is heel erg. In de Verenigde Staten is het aantal bilvergrotingen met 98% gestegen. Dat zijn vrouwen die zich depressief voelen, omdat ze niet aan een bepaald model voldoen. Ik, als intellectueel, kan dan vol onbegrip mijn schouders ophalen en zeggen dat uiterlijk toch geen rol speelt. Maar het speelt natuurlijk wel een rol, want die mensen voelen zich niet lekker, ze komen minder buiten, leggen minder contacten … Het heeft ook gevolgen voor je studieresultaten of je prestaties op je werk.
In sommige scholen hoor je er niet bij als je geen dure kleren draagt van merken als Superdry of Abercrombie & Fitch. Voor veel Brusselse jongeren zijn die echter onbetaalbaar, met als gevolg dat ze er niet meer bij horen en dat ze kwaad worden: kwaad op hun medeleerlingen, kwaad op zichzelf en kwaad op hun ouders, die in veel gevallen alleenstaande moeders zijn. Jongeren kunnen de nieuwste smartphone niet kopen, er komen gedragsproblemen en voor je het weet moet zo’n leerling zijn jaar overdoen of wordt hij van school gestuurd.
Bleri Lleshi. Ik heb het ook niet over u, ik heb het over de vele mensen die denken dat ze voldoening gaan krijgen als ze het nieuwste van het nieuwste kopen. Maar dat geeft geen voldoening, alleen al omdat het nieuwste model morgen niet meer het nieuwste model is. Het is natuurlijk goed om voldoende te hebben en om het goed te hebben, maar als we denken dat ons geluk in materiële verworvenheden zit, dan hebben we het fout.
Bleri Lleshi. Concurrentie staat centraal in de huidige bedrijfscultuur. Niet enkel de concurrentie met een ander bedrijf, maar ook de concurrentie onder de werknemers. En dat heeft ook gevolgen voor de werkomstandigheden: je moet harder werken, je moet langer werken, je moet in het weekend werken, je moet in ploegen werken, je neemt werk mee naar huis … Dat brengt zeer veel stress met zich mee, maar ook angst en depressie en burn-out.
Er is een cultuur gegroeid dat burn-outs en depressies er gewoon bij horen. Er zijn zelfs bedrijven die investeren in psychologen voor hun werknemers en dat wordt zelfs door Europa aangemoedigd.
En dan heb je die toplaag die compleet wereldvreemd geworden is. Zij hebben natuurlijk ook last van stress en burn-outs, maar ze beschikken over voldoende middelen om dat te compenseren. Als zij een burn-out hebben, dan gaan ze zeilen of golfen om tot rust komen. En zij zeggen tegen hun ondergeschikten: “Angst, stress en burn-outs horen erbij. Als je ermee zit, moet je maar je verantwoordelijkheid nemen om er uit te komen. Ik ben erin geslaagd dat te overwinnen, doe hetzelfde.”
Bleri Lleshi. Natuurlijk niet. We moeten meerdere dingen doen om die angsten te overwinnen, en het eerste is natuurlijk het sociaaleconomische aanpakken, want dat is wat ervoor zorgt dat die angst toeneemt.
Maar er zijn ook andere angsten, zoals de angst voor het vreemde, de angst voor de wereld, de angst voor migranten, voor vluchtelingen, voor moslims, voor zwarten … Om die angsten te overwinnen moet je een zekere openheid en vertrouwen tonen. Het is irreëel om angstig te worden van vluchtelingen. Daarom is het zo belangrijk dat er sociale werkers, leerkrachten, syndicalisten en anderen zijn die de mensen informeren.
Het feit dat er, bijvoorbeeld, problemen zijn met sociale huisvesting heeft niets te maken met de Turken of de Marokkanen die er zijn bijgekomen, het zijn structurele problemen. Vlaanderen heeft al 25 jaar geen cent geïnvesteerd in sociale huisvesting.
Ik ben zelf ook jongerenwerker, en het is mijn plicht om de jongeren te informeren. Die jongeren hebben dikwijls problemen op school. Ze kunnen die problemen alleen begrijpen als je hen vertelt hoe er nu al dan niet geïnvesteerd wordt in het onderwijs. Ik zeg aan die jongeren natuurlijk niet dat ze links of rechts moeten stemmen, maar ik vertel hen wel dat het om politieke keuzes gaat. Investeren in onderwijs, kinderopvang, sportinfrastructuur, werk, loon, sociale zekerheid … dat is een politieke keuze. Zeker jongeren moeten dat toch begrijpen.
Bleri Lleshi. Neen hoor, en wel omdat liefde volgens mij zeer politiek is. Ik verbind liefde aan mijn dagelijks omgeving, aan mijn werk. Ik sta in het onderwijs en dat is een keuze die ik maak uit liefde. Zonder liefde zou ik geen jongerencoach zijn met het loon van een sociaal werker, terwijl ik twee diploma’s heb en zes talen spreek. Ik heb die keuze gemaakt omdat in geen enkele andere stad zoveel leerlingen blijven dubbelen en omdat ik daar iets aan probeer te doen.
Bleri Lleshi. Ik weet niet of dat zo is, hoor. Ik denk dat veel mensen wel liefde kwijt kunnen in hun werk. Veel arbeiders en bedienden doen hun werk zeer graag en houden van het bedrijf waar ze voor werken.
Maar natuurlijk is dat niet altijd via het werk. Veel mensen maken het verschil in hun gezin of in hun wijk, of ze zijn als vrijwilliger actief. België is daar met zijn miljoen vrijwilligers een frappant voorbeeld van. Een miljoen vrijwilligers op elf miljoen inwoners, dat is ongezien in Europa. Mensen zijn er zich misschien niet meteen van bewust dat ze uit liefde handelen. We staan daar gewoon niet bij stil, maar het is eigenlijk belangrijk om dat wel even te doen. Als je iets bewust uit liefde doet, dan geeft je dat kracht vertrouwen en zelfrespect.
Als je angst hebt, dan ga je die angst overbrengen. Maar als je uit liefde handelt, dan ga je die liefde overbrengen. Ik ken veel leerkrachten en je ziet dat degenen die uit liefde handelen ook het meest geliefd zijn op de school. Zulke leerkrachten geven de boodschap dat ze het goed menen met hun leerlingen.
Bleri Lleshi. Door over liefde te spreken kan ik een veel bredere groep aanspreken en krijg ik gemakkelijker toegang om mensen te laten nadenken over solidariteit. Hoe krijg ik de mensen in deze tijden van onderdrukking en uitbuiting door het kapitalisme een stap vooruit? Want we gaan stap voor stap vooruit moeten gaan.
Ik denk dat er radicale verandering nodig is en denk eigenlijk niet dat we het huidige systeem kunnen hervormen. Er zal meer nodig zijn dan dat. Maar ik denk wel dat je de wereld pas kunt veranderen als je dat samen met een brede laag van mensen doet, als je er de burgers bij betrekt. We mogen niet denken dat verandering uit een of andere verlichte geest zal komen. Die fout mogen we niet meer maken. Het is aan ons om de mensen te overtuigen dat het systeem waarin we leven, geen toekomst heeft en zoveel mogelijk mensen mee in beweging te krijgen.
En we moeten het met de mensen hebben over kapitalisme. Dat is niet gemakkelijk, maar wel nodig. Als je 62 mensen hebt die evenveel bezitten als 3,6 miljard mensen, terwijl 1,3 miljard mensen aan het verhongeren zijn, terwijl 300 à 400 miljoen kinderen moeten werken, terwijl miljarden mensen amper twee dollar per dag verdienen, terwijl sommigen geen cent belastingen betalen … dat is kapitalisme. Je moet dat benoemen, anders ben je niet eerlijk.
Bleri Lleshi. Ik vind het heel belangrijk het verschil tussen de gecommercialiseerde romantische liefde en de ware liefde te duiden. Het probleem met de romantische liefde is dat het een emotie is die overkomt, een soort magisch moment, “liefde op het eerste gezicht” en dan moet het spannend, snel en passievol zijn. Als er dan momenten zijn waarop de spanning weg is of waar de passie weg is, dan is er crisis: de liefde is in crisis, de relatie is in crisis. Als die crisis zich aandient, heb je twee manieren om ermee om te gaan: je probeert de crisis te bezweren of je gaat op zoek naar de volgende relatie.
Als je dan die crisis gaat bezweren in die gecommercialiseerde romantische liefde dan probeer je dat met een massageavond, als dat niet helpt dan gaan we voor een wellnessnamiddag, als dat niet helpt gaan we voor een citytrip naar Barcelona of Parijs en als dat niet helpt, kopen we een nieuwe auto of een nieuw huis. Dat alles in de hoop dat de passie terugkeert en dat het opnieuw spannend wordt, om dan te moeten vaststellen dat het maar tijdelijk is. Bovendien, ik kan me geen massageavond of citytrip veroorloven, laat staan een nieuw huis, ik ben een eenvoudige huurder.
Het aantal echtscheidingen ligt zeer hoog – ook bij moslims ligt dat op 60%, hoor. Het aantal alleenstaanden lag nog nooit zo hoog. En dus heb je nu de datingmarkt. In Brussel heb je, bijvoorbeeld, Elite Dating, voor de goedverdienende Europese ambtenaren. Je hebt ook beurzen voor salafistische halal-dating. Toen ik bij OKRA (een beweging van en voor 55-plussers, n.v.d.r.) ging spreken, hadden ze het over OKRA-dating. Er is echt een markt.
Ware liefde gaat eigenlijk niet over liefde naar één persoon, het is ook vriendschap en “beminschap”. Natuurlijk is die liefde voor je partner of je kinderen heel belangrijk, maar het wil toch niet zeggen dat je geen liefde meer kan hebben voor anderen of, bijvoorbeeld, voor je werk? We zijn zo gefocust op die exclusiviteit van liefde dat we erin vastlopen.
Als ik het over liefde heb, dan definieer ik dat als: “Dat wat ons laat groeien, ontplooien en bloeien als mensen. Ons.” Maar als het in deze samenleving over liefde gaat, dan gaat het steeds over: “Ikke, ikke, ikke.”
Als ik ervoor kies om van Brussel te houden, maar de hele dag achter mijn raampje zit en niets doe, wat stelt dat dan voor? Maar als ik die keuze maak en in actie schiet door van onderuit van alles in beweging te proberen krijgen, dan toon ik ware liefde.
Ieder naar zijn mogelijkheden natuurlijk, maar liefde vraagt ook actie, het vraagt van ons dat we in actie schieten, dat we ons engageren. Liefde is dus ook engagement. Bovendien ontwikkel je ook verantwoordelijkheid als je je engageert, en verantwoordelijkheid – ook onder het kapitalisme – is belangrijk om ons als mens te versterken.
Bleri Lleshi. Brussel is de meest diverse stad ter wereld. Het is een privilege om te kunnen leven, wonen en werken in zo’n stad. Al die verschillende culturen, al die discussies over normen en waarden en al die verschillende invloeden zijn een enorme verrijking als mens.
Brussel is ook een stad die niet door één groep wordt gedomineerd. Het is dus een stad zonder eigenaar. Dat geeft best een goed gevoel. Je kunt hier jezelf zijn en bovendien moet je jezelf hier steeds heruitvinden, omdat je steeds geconfronteerd wordt met andere invloeden en sferen. Als je in Elsene over straat loopt, dan proef je een andere sfeer dan in Molenbeek of Anderlecht of in het centrum van de stad.
Maar ik begrijp wel dat mensen angst hebben voor Brussel. Als je media en politici moet geloven, is het een stad waar je met schrik over straat moet lopen. Men denkt dat het hier een jungle is, dat er veel criminaliteit is, het zou het epicentrum van het jihadisme zijn … terwijl er ongelooflijk mooie dingen gebeuren.
Bij de meeste Brusselaars heerst er bovendien een zeer open mentaliteit. Het maakt voor hen niet uit waar je vandaan komt, ook al omdat de meesten zelf ergens vandaan komen en dikwijls op weg zijn ergens naartoe.
Het sociaal-artistieke leven in Brussel is onwaarschijnlijk chaotisch. Het eerste jaar dat je in Brussel aankomt, heb je gewoon nodig om een beetje je weg te leren vinden. Maar in die chaos zit bijzonder veel creativiteit. Brussel blijft mij constant verrassen. Soms is Brussel een dorpje, maar soms ben je volledig verrast. Alleen zij die de openheid naar de stad brengen, zullen ook ervaren wat die stad te bieden heeft.
Je kunt je alleen maar goed voelen als je ook investeert in je stad of je gemeente. Dat is iets dat ik probeer over te brengen op de jongeren waarmee ik werk in Brussel. Ik probeer hen aan te zetten om te investeren in de stad en in de mensen rondom hen. Ik probeer hen engagement bij te brengen: probeer iets goeds te doen.
Het is ook opvallend dat je hiermee raakvlakken vindt in de verschillende culturen en religies. Je vindt iets gemeenschappelijks van waaruit je samen kan gaan werken en bouwen.
Bleri Lleshi. Ik ben vertrouwenspersoon voor leerlingen in een aantal scholen en ik geef ook les aan vormingswerkers. Als er problemen zijn in of buiten de school, dan help ik een aantal jongeren om daarmee om te gaan. Als je die band met de realiteit niet behoudt, dan ga je vervreemden, niet alleen van de mensen, maar ook van jezelf. De realiteit van die jongeren is immers ook mijn realiteit en ik kan niet doen alsof ik geen deel ben van die realiteit. Maar ik vind het ook belangrijk om die realiteit niet enkel te beschrijven, maar ze ook proberen te veranderen. Ik heb daar behoefte aan.
Als jongerenwerker kan ik over liefde schrijven en zie ik ook dat wat ik schrijf bij bepaalde jongeren het verschil maakt. Niet iedereen moet doen wat ik doe, want het vraagt zeer veel energie om die brug te slaan tussen theorie en praktijk. Maar in deze tijd van specialisten in specialismen is het nodig dat er mensen zijn die het overzicht bewaren en bruggen bouwen.
Bleri Lleshi. Ja. Ik heb mijn boek laten nalezen door verschillende mensen, onder wie een 16-jarige, en ik vond die mening even belangrijk als de anderen meningen.
Bleri Lleshi. Ik denk dat elk van ons zijn creativiteit kwijt moet kunnen. Voor mij is dat een uitlaatklep, al klinkt dat wat denigrerend. Ik word als jongerenwerker vaak geconfronteerd met een zeer harde realiteit en voor mij is schrijven ook echt afzien. Ik heb dan gewoon nood aan het muzikale. Dat is voor mij een manier om ademruimte te creëren.
Met het partyconcept Groovalicious wil ik de dominantie van bepaalde gevestigde ideeën over muziek in vraag stellen. Ik probeer muziek van de hele wereld te introduceren. Toen ik met dat voorstel afkwam, was er vrijwel niemand die het zag zitten. We zijn nu een paar jaar later, en afgelopen vrijdag waren er meer dan achthonderd mensen. En ik heb dan nog vierhonderd mensen naar huis moeten sturen, omdat de zaal te klein was.
Ook als dj stel ik mezelf op als opvoeder. Ik probeer de mensen mee te geven dat er ook andere soorten muziek bestaan dan wat ze horen op radio en tv. Dan krijg je Syriërs die staan te dansen op Afrikaanse muziek, Afrikanen die dansen op Balkanmuziek … en dat is gewoon fantastisch. Sommige mensen zijn ook zeer blij dat ze hun muziek of die van hun ouders eens horen en er mensen zien op dansen. Het zijn ook allemaal “global grooves”, het blijft dansbare muziek.
Dit artikel komt uit het maandblad Solidair van mei 2016. Abonnement.
Reageren op dit artikel? Mail naar redactie@solidair.org.