“Ierse Lente” effende de weg naar de bevrijding van het Ierse volk
Het is april 1916. Ierse onafhankelijkheidsstrijders nemen in Dublin de wapens op, maar worden genadeloos afgeslacht door het Britse leger. Opstandelingen en burgers gelijk. Toch was de Paasopstand een belangrijke stap in de lange weg die het Ierse volk aflegde naar zijn bevrijding.
“Vijf eeuwen om Ierland te onderwerpen en daarna drie eeuwen om alle opstanden onder de knoet te houden.” Zo kunnen we de kolonisatie van Ierland door Engeland samenvatten. Op zijn hoogtepunt, begin jaren 1900, heerste het Britse rijk over een kwart van de wereldbevolking (400 miljoen mensen) en meer dan een vijfde van het landoppervlak (29,8 miljoen km2), maar de eerste stap naar de uitbouw van de grote rijk was een korte: de kleine buur opvreten.
Hoe het begon
In 1155 krijgt Hendrik II, koning van Engeland, van Paus Adrianus IV een mooi geschenk: de soevereiniteit over Ierland. Vele jaren lang is die dominantie van de Engelse monarchie bijna louter formeel. Ierland behoudt zijn tradities en zijn Keltische taal, het Iers.
Toch tot in 1494. Dan wordt de Ierse wetgeving “aangepast” aan de Engelse. Elke wet die het parlement in Dublin goedkeurt, moet vanaf nu ook de goedkeuring krijgen van het parlement van Westminster én de zegel van de Engelse koning. Vijftig jaar later laat de Engelse koning, Hendrik VIII zich uitroepen tot Koning van Ierland. De kolonisatie is dan officieel.
De 16de eeuw brengt meer onderdrukking van het katholieke Ierland mee, wanneer het Britse rijk het systeem van “plantages” invoert. De gronden van katholieke boeren worden in beslag genomen en aan protestantse kolonisten gegeven uit Engeland, Wales en Schotland. In 1580 verschijnen de eerste grote plantages in de regio Munster (zuidwesten van het eiland). In 1609 wordt in Ulster (het huidige Noord-Ierland) 2.000 km2 grond afgepakt van katholieken en aan pro-Britse protestanten gegeven.
Wanneer in 1641 125.000 Britse kolonisten naar Ierland worden gestuurd, komen de Ieren in opstand. Hun revolte wordt tussen 1649 en 1652 echter bloedig onderdrukt door Oliver Cromwell, de lord protector of England, Scotland and Ireland die op dat moment de macht heeft overgenomen in Londen. Bloedig mag je letterlijk nemen: 200.000 burgers worden afgeslacht.
1800: De Act of Union wordt ondertekend en het huidige Verenigd Koninkrijk en haar vlag worden gecreëerd. Ierland wordt opgenomen in Groot-Brittannië en de Ierse kamerleden zetelen niet meer in Dublin, maar in Westminster. Deze wet is het antwoord van het Britse rijk op de opstand van de Ieren in 1798, die zich hadden laten inspireren door de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten en de Franse Revolutie. De Act of Union zal Ierland echter niet veel goeds brengen.
De Ierse hongersnood
Van 2,27 miljoen inwoners in 1754, groeit Ierland uit tot een regio met 6,8 miljoen bewoners in 1821. indrukwekkende demografische groei wordt af en toe beperkt door periodes van hongersnood. De Ierse hongersnood van 1740-1741 doodt meer dan 1 miljoen mensen. Een laatste bitter koude uitloper van de zogenaamde kleine ijstijd tussen 1400 en 1800 zorgt voor veel schade aan de oogst, maar historicus François André vertelt ook dat “de landadel wilde profiteren van de groei van de graanmarkt in het Verenigd Koninkrijk. Ze drong actief aan op de verdeling van het land. De agrarische productie-eenheden werden steeds kleiner en overbewerkt. De overgrote meerderheid van de Ierse bevolking (75-80%) kon worden gekenmerkt als ‘armen op het platteland’. Als de vraag naar Ierse landbouwproducten een beetje wankelde, zonk het platteland, verzwakt door de opdeling van de gronden, in een crisis.”
Potato famine
De introductie van de aardappel brengt voor veel mensen de redding, want kan, per hectare, meer mensen voeden dan tarwe. Ondanks de versnippering van het land, kan de bevolking dus opnieuw aangroeien.
De bevolkingsexplosie halverwege de 19de eeuw doet het land echter opnieuw de das om. De meeste boeren zijn geen eigenaar van het land dat ze bewerken en betalen dus huur aan een pro-Britse protestantse landheer. Door de bevolkingsexplosie zijn de percelen echter niet groot genoeg om iedereen te voeden. Op een bepaald moment duikt de schimmelziekte op en 40% van de aardappelproductie wordt verwoest, maar de overheid weigert de strenge invoerwetten voor buitenlandse tarwe te versoepelen. De Ierse Hongersnood (1845-1850), ook wel potato famine genoemd, is een feit en hele families komen om van de honger. Een miljoen mensen sterven tussen 1845 en 1849. Nog eens een miljoen emigreren.
De machtsverhoudingen tussen Engeland en Ierland worden nog schever dan ze al waren. De Ierse bevolking is in 1901 gedaald van 8,2 tot 4,5 miljoen mensen. Die van Engeland stijgt van 16,8 miljoen naar 30,5 miljoen.
Die bevolkingstoename op dat moment in Engeland (en Schotland) is vooral gevolg van de industrialisering, naast de vooruitgang op het vlak van hygiëne en geneeskunde. In Ierland is er nauwelijks industrialisering, want dat wordt door de Britse regering via allerlei wetten verhinderd. Ierland moet vooral een leverancier van grondstoffen blijven. Een soort zolder: het Britse rijk haalt er wat het nodig heeft.
Racisme
Het Britse Rijk onderdrukt niet enkel economisch en politiek. Het verdeelt de werkende bevolking ook nog eens volgens geloofsovertuiging. De grote meerderheid van de Ieren is katholiek en tot 1829 zijn er wetten die katholieken de toegang tot de universiteit en de legerdienst ontzeggen. Ze mogen ook geen vrij beroep uitoefenen of in het parlement zetelen.
Hoewel er geen wetten tegen zijn, wordt het de katholieken zelfs moeilijk gemaakt grond te bezitten. De uitbuiting en onderdrukking door de Britten dwingt de Ieren om massaal te emigreren. Velen komen aan in Engeland of Schotland, waar ze als immigranten worden uitgebuit en daarbovenop als katholieken worden gediscrimineerd. De Engelse en Schotse arbeiders haten hen. Het Britse rijk bereikt zijn doel: verdeel en heers.
Deze toestand zal heel lang duren. Maria McGavigan, een Schotse met Ierse roots die in Brussel woont, vertelt: “In 1965 gaf ik les in een katholieke school in Schotland. De directeur vertelde me vol trots dat er net voor het eerst een oud-leerling van zijn school het tot bankbediende had geschopt. Niet in een leidinggevende functie of zo, neen, als ‘gewone’ werknemer. Dit antikatholieke racisme is nog steeds aanwezig in delen van Groot-Brittannië.”
Home Rule
We komen dichter bij 1916 en de onafhankelijkheid van Ierland wordt steeds meer een issue. In 1873 wordt de Home Rule League opgericht, een politieke partij die openlijk pleit voor de afhankelijkheid van Ierland. Dertien jaar later wordt een Home Rule-wetsvoorstel voor zelfbestuur ingediend in het Britse Lagerhuis (kamer van volksvertegenwoordigers). Het wordt afgewezen, maar Ierland geeft niet op en de daaropvolgende jaren zal het wetsvoorstel meerdere malen opnieuw worden ingediend.
In 1914 is het eindelijk zo ver. Het wetsvoorstel raakt eindelijk goedgekeurd en de koning zet zijn handtekening onder de wet.
Net op dat moment breekt de Eerste Wereldoorlog uit en het zelfbestuur wordt opgeschort tot na de oorlog. De Ieren zijn verdeeld over de kwestie. De Irish Volunteers (Ierse vrijwilligers) worden opgericht in 1913 om het zelfbestuur te verdedigen. Deze nationalistische militie, die later wordt opgenomen in het IRA, het Iers Republikeins Leger, staat in 1914 voor een belangrijke keuze: nemen ze onder Britse vlag deel aan de oorlog of gaan ze in Dublin de belangen van de Ieren verdedigen.
De Irish Volunteers splitsen zich op. Een deel gaat naar de oorlog onder de naam National Volunteers, de anderen blijven in Ierland om een gewapende opstand voor te bereiden, die nog voor het einde van de oorlog moet plaatsvinden. Ook andere organisaties broeden op het idee van een opstand. Van de Irish Republican Brotherhood (IRB) is een zekere James Connolly een van de leiders (zie kader). Deze marxist en patriot ijvert voor een opstand in 1916 om te profiteren van het feit dat het Britse leger op het continent zit. Een volksopstand zou volgens hem een einde maken aan de oorlog “die zal blijven branden tot de laatste troon en de laatste kapitalistische aandelen en obligaties verbrand zijn”.
“Uit angst voor reactie van het volk had de Britse regering ervan afgezien om de verplichte militaire dienstplicht voor de Ierse jeugd in te voeren. Het gerucht dat de overheid op deze beslissing zou terugkomen, leek voor Connolly, en de jonge nationalistische radicalen met wie hij samenwerkte, de voorwaarden te scheppen voor een revolutionaire actie”, schrijft historicus Alain Valler.
Als ook het Irish Citizen Army (ICA) – een militie in 1913 opgericht ter bescherming van de werknemers tegen geweld van werkgevers en politie – de kant van de Volunteers en het IRB kiezen, is de opstand niet langer een abstract idee, maar een plan.
Voorbereiding
De organisaties die ijveren voor onafhankelijkheid hebben wel zin om te vechten, maar ze hebben een groot probleem: ze hebben geen wapens. Om dit te verhelpen neemt de IRB contact op met Duitsland, want uiteindelijk strijden ze toch tegen een gemeenschappelijke vijand. Duitsland stemt er mee in 20.000 geweren te leveren. Het vrachtschip Aud moet in het weekend van Pasen aankomen, maar … stuit onderweg op de Britse marine en wordt op 21 april voor de Ierse kust tot zinken gebracht. De opstandelingen moeten een beslissing nemen: de opstand annuleren of niet? Eoin MacNeill, de leider van de Volunteers, wil de zaak uitstellen, maar voor Patrick Pearse (zie kader), de leider van de beweging, is er geen weg terug.
Opstand
Op 24 april, Paasmaandag van het jaar 1916, stappen 120 ICA-leden en 700 Volunteers door O’Connell Street, een van de hoofdlanen van Dublin. De IRB geeft het signaal. De opstandelingen bezetten strategische punten in de stad. Onder andere het postkantoor, dat hun hoofdkwartier werd. De autoriteiten zijn verrast en kunnen maar rekenen op 400 manschappen. Aan de overzijde staan bijna duizend mannen en vrouwen tegenover hen.
De maandag zelf blijft het nog relatief rustig. De Ierse kleuren (groen voor de katholieken, wit voor de vrede, oranje voor de protestanten) worden voor het eerst in de geschiedenis in het postkantoor gehesen. De Britse vlag, de Union Jack, wordt vervangen door de driekleur.
Patrick Pearse spreekt de menigte toe: “In elke generatie heeft het Ierse volk zijn recht op de nationale vrijheid en soevereiniteit opgeëist (...) Op basis van dit grondrecht, dat we tegenover de wereld nog eens met wapens bevestigen, roepen we de Ierse Republiek uit tot een onafhankelijke en soevereine staat. We wijden ons leven en dat van onze wapenbroeders aan de strijd voor zijn vrijheid, zijn welvaart en zijn uitstraling onder andere naties.”
Maar de volgende dag wordt het ingewikkeld voor de opstandelingen. Het Britse leger wordt teruggeroepen en plots staan er 4.500 gewapende mannen om de rebellen te verjagen. De gevechten laaien op. De eerste slachtoffers vallen bij het leger, dat 234 manschappen verliest. De opstandelingen verliezen vijf strijders. Het leger schrikt er niet voor terug om ook burgers te doden. In de nacht van 28 op 29 april doden de Britse ordetroepen vijftien burgers. De vreedzame activist Francis Sheehy-Skeffington wordt op 25 april gearresteerd en de volgende ochtend meteen geëxecuteerd, zonder proces. De hele week blijft het gewelddadig. Steeds meer mensen nemen deel aan de strijd. Op het einde van de week zijn er al 1.600 opstandelingen. Aan de andere kant is het aantal zwaarbewapende soldaten opgelopen tot bijna 20.000.
Op zaterdag 29 april beslissen de leiders van de opstand de strijd te staken. Zo willen ze vermijden dat er meer burgerdoden vallen, want het leger richt zich steeds meer op burgerdoelwitten. Verschanst in het postkantoor tekent Patrick Pearse de overgave. De totale balans is 450 doden (onder wie 318 burgers) en 2.614 gewonden (onder wie 2.217 burgers). De opstandelingen hebben tussen de 60 en 80 personen verloren.
Repressie
Zodra de gevechten beëindigd zijn, is de Britse repressie verschrikkelijk. Bijna vijfduizend mannen en vrouwen worden gearresteerd. De krijgsraad spreekt negentig doodvonnissen uit. Patrick Pearse wordt op 3 mei geëxecuteerd. De zwaargewonde James Connolly wordt van zijn ziekenhuisbed gelicht en op 12 mei op een stoel voor het vuurpeloton gezet.
De repressie is niet alleen bruut, ze is ook blind. Eoin MacNeill wordt gearresteerd hoewel hij niet betrokken was bij de opstand. Net als Arthur Griffith, de leider van Sinn Féin (de onafhankelijkheidspartij, waarvan de naam “wijzelf” betekent). Paradoxaal genoeg zal het brute optreden van de Britten bereiken wat de opstand niet kon bereiken: het Ierse volk kiest massaal de kant van de opstandelingen.
Overwinning
De Paasopstand brengt het onafhankelijkheidsproces in een stroomversnelling. Het Ierse volk is geschokt door de barbaarse en willekeurige repressie van de kolonisator en schaart zich achter de onafhankelijkheidsstrijd.
Ondanks het feit dat de partij niet deelnam aan de opstand, wordt Sinn Féin door de Britse autoriteiten beschouwd als de schuldige voor de opstand. Door de onterechte beschuldiging krijgt Sinn Féin meer aanzien bij de bevolking en ziet haar aanhang groeien. De anti-Britse gevoelens bereiken een hoogtepunt in 1918 wanneer de Britse overheid de dienstplicht wil opleggen. Alle Ierse mannen die qua leeftijd en lichamelijke conditie in aanmerking komen, zouden naar het front gestuurd worden.
De verkiezingen van 1918 bevestigen de macht van Sinn Féin. De partij haalt 70% van de Ierse zetels. Maar de partij weigert te zetelen in het Britse parlement. De afgevaardigden van Sinn Féin nemen op 21 januari 1919 hun intrek in het Mansion House in Dublin. Tijdens de eerste zitting van het parlement roepen de volksvertegenwoordigers de onafhankelijkheid van Ierland uit. Alleen de jonge Sovjet-Unie erkent de onafhankelijkheid.
Het IRA, bestaande uit de Volunteers en de ICA, beschermt de voorstanders van onafhankelijkheid tegen de Britse autoriteiten.
Vrijheid
In het jaar 1919 start de laatste oorlog die de Ieren zullen voeren voor hun onafhankelijkheid. Michael Collins vocht mee in de Paasopstand en werd nadien leider van de separatisten. Hij en zijn aanhangers dwingen Groot-Brittannië tot onderhandelingen over een verdrag. Dat Verdrag van Londen maakt de onafhankelijkheid van Ierland – op dat moment nog onder bepaalde voorwaarden – in december 1921 officieel. De Ierse vrijstaat is na bijna 800 jaar Britse kolonisatie een feit.
“De Ierse kwestie is [...] niet alleen een kwestie van nationaliteit, maar ook van landbezit en van overleven. De ondergang of de revolutie is het ordewoord. Alle Ieren zijn ervan overtuigd dat als alles eindelijk moet gebeuren, dat dit snel moet gebeuren”, zei Karl Marx al voor vertegenwoordigers van de Internationale op 16 december 1867.
De bevrijding van Ierland kwam er eindelijk vijf jaar na de Easter Rising. Zoals de dichter W. B. Yeats het schreef: “Een verschrikkelijke schoonheid is geboren.”
1 Niall Ferguson, Colossus: The Price of America’s Empire, New York, Penguin, 2004 • 2 T.Inglis Moral Monopoly, the Catholic Church in Modern Irish Society, Gill & Macmillan, Dublin 1987, blz. 168. • 3 François André, L’insurrection dublinoise de Pâques 1916 (I), Republique No. 35, maart 1996 • 4 Alain Valler, La révolution Irlandaise, 2 januari 2010
“Wees er maar zeker van dat wij onze vrijheid liefhebben en dat we ernaar verlangen. Je kunt ons raken, maar we zullen weer opstaan en de strijd hernemen. Je kunt Ierland niet veroveren, je kunt de Ierse passie voor vrijheid niet doven: als onze daden niet volstonden om de vrijheid te winnen, dan zullen onze kinderen dat doen met betere daden.”1
De rode gravin sloot zich in 1908 aan bij Sinn Féin en een jaar later richtte ze de jeugdafdeling van de IRB op. Ze werd ook penningmeester van de ICA. Tijdens de Paasopstand was ze tweede in bevel van de ICA en bestuurde ze de vrouwelijke brigade. Deze brigade werd aanvankelijk gebruikt om voedsel en medicijnen tot bij de opstandelingen te brengen, maar samen met veertien andere vrouwen besliste ze de wapens op te nemen. Ze werd gearresteerd met de andere opstandelingen en veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf, omdat de doodstraf niet uitgevoerd werd bij vrouwen.
“Als je morgen het Engels leger buiten krijgt en de groene vlag hijst over Dublin Castle, dan zullen je inspanningen tevergeefs zijn als je niet begonnen bent met de organisatie van een socialistische republiek.”2
“De werknemer is de slaaf van de kapitalistische maatschappij, de werkneemster is de slaaf van deze slaaf.”3
Dit artikel komt uit het maandblad Solidair van april 2016. Abonnement.
Reageren op dit artikel? Mail naar redactie@solidair.org.