




Die vraag stelde Solidair aan een twintigtal deelnemers. Overwegend mensen die het hele proces van het congres hebben meegemaakt. Van de eerste lezing van de voorbereidende teksten tot de slotmeeting op de Heizel.
Ik ben nog maar een paar jaar actief in de PVDA, sinds het Vernieuwingscongres. Ik ben dus pas ingestapt toen de partij al een paar beslissingen had genomen rond vernieuwing. Ik voel dat hier enorm veel vooruit wordt gekeken en niet achteruit. Dat lijkt me gezond. We focussen nu op sociale strijd en bouwen aan positieve, alternatieve, constructieve oplossingen voor de problemen. We moeten vooral kijken naar wat voor samenleving wij willen en waar wij voor staan.
Je merkt dat het congres de veruiterlijking is van een heel proces dat de partij doormaakt. Dat wordt nu geconsolideerd in een aantal beslissingen en dat is wel heel interessant om mee te maken.
Dit congres vond heel goed de balans tussen enerzijds de basisprincipes van de partij – de marxistische kern waar de partij voor staat – en anderzijds die nieuwe, verruimde blik op andere problematieken in de samenleving, zoals racisme, klimaat, vrouwenrechten… Dat kwam op de slotmeeting bijvoorbeeld heel erg naar voor. Er werd echt tijd genomen om die thema’s naar voor te brengen en de mensen er enthousiast voor te maken, én ze op te nemen als belangrijke strijdpunten. Het geeft zuurstof, en brandstof om die sociale strijd nog beter te voeren. Ook daarom is het nodig om dit soort meetings te organiseren.
Het begon allemaal met de voorstelling van het congres in onze basisgroep. Ik heb mijn motivatie op papier gezet om mij kandidaat te stellen voor de verkiezingen. Ik wilde echt wel mijn steentje bijdragen aan iets dat zo belangrijk is voor de partij.
Ik heb amendementen ingediend over de stukken rond de werkende klasse, omdat ik die niet allemaal duidelijk vond. Telkens stelde ik mij de vraag: “Zou ik de mensen op mijn werk met deze teksten kunnen overtuigen?” Nu is het veel beter.
Van bij de verkiezingen in de basisgroep tot en met de slotmeeting heeft dit congres enorm veel werk gevraagd van alle afgevaardigden: teksten studeren, amendementen opstellen, de discussies in de commissies, in de plenaire zittingen… Maar het was de moeite.
Wat mij heeft getroffen in de discussies in de commissies, waren al die onderwerpen die andere afgevaardigden aanbrachten en waar ik zelf gewoon helemaal niet bij was blijven stilstaan: over de plaats van de jongeren in de partij, over quota voor vrouwen... Heel verrijkend.
Ik ben heel blij dat de partij duidelijk tot de vaststelling is gekomen dat er te weinig arbeiders en vrouwen op verantwoordelijke posten in de partij waren. En dat we concrete maatregelen hebben uitgewerkt om daar iets aan te veranderen.
Doordat de tegenstellingen op de plenaire zittingen uitgediept werden, moest ik wel mijn standpunt bepalen over onderwerpen die ik op het eerste zicht niet zo belangrijk vond. Ik had zelf bijvoorbeeld niet zo veel met de milieuproblematiek. Voor mij kwam dat na andere dingen. Maar na de tussenkomsten van verschillende afgevaardigden besefte ik hoezeer ik dit thema onderschat had en hoe belangrijk het is dat het in onze teksten en in onze standpunten in de toekomst ook heel duidelijk aan bod komt.
Ik was bijzonder getroffen door de democratie die er heerste, de mogelijkheid om echt actief aan de discussies deel te nemen. Ik heb zelf rond een aantal punten die mij nauw aan het hart liggen, kritieken kunnen formuleren waar ook echt rekening is mee gehouden.
De eerste ontwerpteksten waren voor mij echt onvoldoende. Ik heb toen een heel woedend amendement geschreven over het gebrek aan ambitie en het gebrek aan langetermijnvisie rond onze jongerenbeweging. Over hoe belangrijk het is om in de jeugd te investeren en vooral dan in volkswijken in Brussel, Luik of Antwerpen en met de jongeren te werken.
Tot mijn grote verbazing is er in alle commissies over mijn amendement gediscussieerd. Ik denk dat de hele partij begrepen heeft dat we jongeren de komende jaren een centrale plaats moeten geven in de ontwikkeling van onze beweging. Ik heb samen met honderden andere congresafgevaardigden over die kwesties kunnen nadenken. En ja, ik kan wel beamen dat een congres iets is waar veel tijd in kruipt, iets waar je helemaal in opgaat en waar maanden voorbereiding bij komen kijken…
Maarten. Bij het woord congres denk je aan iets heel saais en iets heel serieus. Ik dacht dat het meer zou gaan over statuten en over heel technische zaken, en veel minder over uitgeschreven inhoudelijke teksten. Toen we de eerste teksten kregen opgestuurd, zag ik dat het een heel leesbare tekst was. Heel inhoudelijk, echt een visie. Dat was direct een positieve verrassing.
Karlien. Voor mij had er wat meer tijd mogen gaan over het congres. Je krijgt zoveel informatie op zo’n korte tijd.
Ik zit nog niet zo heel lang bij de partij, maar dit congres was wel een heel goeie manier om de partij te leren kennen. Ik heb veel mensen aan het woord gehoord, er een gezicht op kunnen plakken… Wie waarmee bezig is… Heel leerrijk.
Maarten. Toen ik aankwam voor die nationale plenaire zittingen, was het eerste dat me opviel hoeveel mensen er waren. Je weet dat er per basisgroep een of twee afgevaardigden zijn, en als je dan al dat volk zag op die eerste nationale zitting, dan zeg je toch even: amai, zoveel vertegenwoordigers van zoveel basisgroepen. Het viel mij ook op dat er over het algemeen veel jonge mensen waren.
Karlien. Ik vind het plezant om dat spanningsveld te voelen tussen de vernieuwing en wat de partij vroeger was. Dat spanningsveld blijft en dat vond ik wel geruststellend.
Maarten. Of mijn beeld van de partij veranderd is? Ja, voor een deel wel. In de Solidair lees je artikels over één bepaald onderwerp. Wat ik wat had onderschat binnen de partij is dat er wel een algemene visie is over de algemene gang van zaken, over het grotere geheel.
Ik ben heel trots dat ik van a tot z aan dit congres heb meegedaan Ik heb mijn eigen bescheiden bijdrage kunnen leveren aan de oriëntaties van de partij voor de komende vijf jaar.
Als het vroeger ging over verandering van paradigma, over durven in te gaan tegen de stroom, vond ik dat niet realistisch. Maar op dit congres ben ik gaan beseffen dat het wel mogelijk was.
De plaats die is weggelegd voor mensen met een migratieverleden, vind ik persoonlijk het fijnste resultaat van het congres. Dat heeft natuurlijk te maken met mijn eigen verleden en met de dingen waar ik zelf elke dag mee bezig ben. Er wordt nu speciaal aandacht aan gegeven, want we zijn nog niet voldoende vertegenwoordigd.
Ik vind het heel positief dat de partij over de hele lijn haar zwakste punten niet wegstopt, maar er met de vijfhonderd afgevaardigden op dit congres over discussieerde en er ook praktische conclusies aan verbindt. Het is niet gewoon maar een laagje vernis om stemmen te winnen bij bepaalde groepen in onze samenleving.
Je bent hier ook geen nummer. Een kleine anekdote: bij de eerste commissie had ik tegen een verantwoordelijke gezegd dat er bij de broodjes niet zoveel keuze was voor wie halal of vergetarisch wilde eten. Wel, bij de tweede commissie was er veel meer keuze. Dat is maar iets kleins, maar ik was toch verrast dat de partij zelfs in die details kon luisteren en meteen reageerde. Alles hangt hier samen, onze slogan “eerst de mensen, niet de winst”, die ervaar ik dagelijks.
Als graficus was ik natuurlijk wel benieuwd naar het nieuwe logo. Het is niet heel veel veranderd, maar dat het letterwoord nu in hoofdletters staat, is een teken dat we er staan, dat we niet bang zijn om te laten zien wie we zijn. Rood blijft de belangrijkste kleur, we blijven trouw aan onze principes: we zijn de partij van de werkende klasse. De pijl in het logo is nu groen. We engageren ons meer en meer in de milieustrijd. Die strijd kun je niet losmaken van de sociale strijd. En de pijl is nog steeds naar links gericht. (lacht)
Ik vind de nieuwe huisstijl dynamisch. Net zoals wij dynamisch zijn. Ik hou wel van al die verschillende kleurtjes. Dat zegt iets over onze interne diversiteit, maar ook over de verschillende terreinen waarop wij strijd voeren: sociaaleconomisch, ecologisch, democratisch, anti-imperialistisch... Wij willen de 99% samenbrengen. En voortaan laten onze kleuren dat duidelijk zien.
Wat mij bij dit congres het meest getroffen heeft, is de democratie. Je wordt gekozen, je krijgt ontwerpteksten, daarover wordt gediscuteerd in de commissies en daarna in plenaire zitting. Je mag echt over alles je mening geven. Voor mij was dit het eerste congres en ik heb gezien dat de leiding echt geen enkele discussie onder tafel schoof, integendeel. Elk onderwerp waar discussie over bestond, is ten gronde uitgediept, tot iedereen erachter kon staan.
Dit congres zal voor veel mensen de ogen openen: de PVDA is een democratische partij en een groene partij. En het is de partij van de klassenstrijd. En dat is vandaag in 2015 helemaal geen anachronisme, wat sommigen ons ook willen doen geloven.
Als zelfstandige ben ik natuurlijk blij dat de partij openstaat voor deze groep werkende mensen. Ik probeer mijn collega’s al heel lang warm te maken voor de PVDA, maar die voelden zich niet betrokken. Deze verandering is een bewijs dat de partij zich voortdurend aanpast, dat ze evolueert. Het werk van kleine zelfstandigen is bedreigd, de grootste eten de kleintjes op. We staan door ons statuut voortdurend in concurrentie tegenover elkaar.
Ons statuut vereist heel wat strijd voor onze sociale rechten. Ziekteverzekering, pensioen, ziekteverlof enzovoort. We hebben niet dezelfde rechten als loontrekkenden. Bij kleine zelfstandigen, zoals ik, die geen geld kunnen opzij zetten voor tegenslagen, zorgt dat voor problemen.
De plaats van de vrouw... dat is een probleem waarmee ik al geconfronteerd word sinds ik actief lid ben. Ik ben iemand die niet veel verantwoordelijkheid durft te nemen. Ook spreken op vergaderingen en zo gaat mij niet goed af. Ik leg mezelf allerlei remmingen op en tijdens het congres ben ik me daar wel bewust van geworden. En ik ben niet de enige. In de partij is iedereen zich daar wel van bewust, maar de maatschappij geeft de vrouwen daar complexen over. We moeten dat oplossen en de congresteksten leggen dat goed uit.
Het is de eerste keer dat ik een congres meemaak en ook alle voorbereidingen die eraan voorafgegaan zijn. Het is boeiend om te zien hoe dat stap voor stap wordt opgebouwd naar een concreet plan van wat we willen met de partij en waar we naartoe willen. In de loop van alle discussies en gesprekken zijn er duidelijke standpunten naar voor gekomen. En om dat proces eens van binnenin te ervaren, dat vond ik wel boeiend.
Ik ben benieuwd waar het verder naartoe zal gaan. Ik zal wel goed opvolgen of de congresteksten goed uitgevoerd worden. (lacht)
Toen ik in mijn basisgroep gekozen werd als afgevaardigde, gaf dat echt een “boost” aan mijn engagement. Ik heb enorm veel geleerd tijdens dit congres. Toen ik de eerste tekst kreeg over het ‘Socialisme 2.0’, had ik het gevoel: dit gaat m’n petje te boven. Ik ben toen massa’s vragen beginnen te stellen en heb mezelf verplicht de teksten grondig te studeren, wat mijn politieke vorming sterk ten goede is gekomen.
De eerste plenaire zitting is mij het meest bijgebleven van dit congres. Ik was onder de indruk van het grote aantal kameraden uit alle hoeken van het land. Ik vond het heerlijk om te kunnen discussiëren met mensen uit Antwerpen en Brussel. Er waren enorm veel discussies en ik ben wel onder de indruk van het werk dat we hebben geleverd om tot eenheid te komen. We zijn met veel en we zitten op één lijn.
In een vorig leven zat ik bij de PS. Daar ging het vooral over etentjes en feestjes. Hier zijn we bezig met de strijd en dat is wat mij interesseert.
Het is mijn eerste keer dat ik naar zo’n slotzitting van een congres kom. Ik was zelf geen congresafgevaardigde. Ik vond de slotzitting inhoudelijk heel goed. Maar ook de organisatie ervan was goed. Hier hebben tientallen, misschien wel honderd mensen dag en nacht aan gewerkt. Petje af voor die mensen. Dit smaakt naar meer en ik ga me de volgende keer zeker kandidaat stellen om zelf afgevaardigde te zijn. Sowieso.
Wat ik van het nieuwe logo vind? Zolang het rood is, is het voor mij geen probleem. (lacht) Op dat vlak ben ik niet zo moeilijk. Voor mij is de inhoud belangrijker dan de stijl. Ik ben ook tevreden dat Peter Mertens opnieuw verkozen is als voorzitter. Ik vind ’m sowieso een knappe kerel met veel charisma. Het is iemand die kan praten. Hij heeft overtuigingskracht.
Deelnemen Ik ben door de PVDA-basisgroep van Brugge verkozen om deel te nemen aan het congres. Het was iets dat ik ook echt wel wou doen. Toen ik mij engageerde bij de PVDA was het mijn bedoeling om een groot engagement te leveren.
Op het congres zelf heb ik een idee naar voor gebracht. Ik had een reactie geschreven op een amendement op de statuten. Filip Desmet, de voorzitter van PVDA West-Vlaanderen, vroeg mij die tekst te brengen op de tweede nationale plenaire zitting van het congres. Mijn eerste reactie was: liever niet. (lacht) Ik ben niet iemand die zo onmiddellijk op haar gemak staat voor een volle zaal mensen. Uiteindelijk heb ik ingestemd, en eerlijk gezegd, ik was achteraf wel blij dat ik het gedaan had. Ik heb daar over het algemeen een heel goed gevoel aan overgehouden.
Luc. Ik heb de PVDA in de jaren 80 leren kennen. Ik ben de PVDA daarna wel blijven volgen, maar pas in 2008, na het achtste congres, besliste ik geleidelijk terug te komen. Ik stelde vast dat we meer open waren geworden en ook veel meer divers. Dat voel je hier vanmiddag ook heel sterk. Wat een diversiteit! Voor een militant is het enorm bemoedigend dat te kunnen meemaken. En het feit dat we nu ook aandacht hebben voor de milieuproblematiek, is een grote stap vooruit.
Géraldine. Tot voor kort kende ik de PVDA helemaal niet. Maar toevallig leerde ik kort na elkaar een paar mensen van de partij kennen, en dan heb ik beslist om mij ook te engageren. Ik heb heel wat geleerd vanmiddag. Ik ben nog een groentje in de politiek en de toespraken hier waren heel verrijkend. Ik wist niet wat ik moest verwachten. Het heeft me verrast dat er naast heel serieuze redevoeringen ook veel plaats was voor muziek. En wat een sfeer! Hoe zou je na zoiets niet gemotiveerd kunnen zijn? (lacht)
“Het congres is een proces waar we meer dan een jaar aan hebben gewerkt. Door de verkiezingen van 25 mei 2014 is het wel wat uitgelopen, maar dat is normaal. Het begon met voorbereidende lezingen van de eerste teksten, infosessies, commissiezittingen… En zo groeide dat. Er werd over nagedacht, gediscussieerd, er werden amendementen geschreven. We hebben er onze tijd voor genomen. De congresteksten zijn geen vodje papier dat we efkes snel opgesteld hebben.
Als je de evolutie in de teksten ziet, zie je dat er rekening gehouden wordt met wat besproken wordt. Er is niet enkel wat aan geschaafd, maar er is echt aan gewerkt.
In het begin was ik een beetje overrompeld. Ik kreeg als congresafgevaardigde teksten en teksten...
De debatten in de commissies waren fantastisch goed. Ik ben onmiddellijk beginnen tussen te komen. Iedereen kreeg het woord, zeer open en democratisch. In die commissies is heel veel werk verricht. Zelf ben ik bijvoorbeeld tussengekomen over de vraag of er nog economische groei nodig is in een socialistische maatschappij.
Maar men vraagt ook wel heel veel van de congresafgevaardigden. Je krijgt veel inspraak, maar er worden ook veel inspanningen gevraagd van de congresafgevaardigden. Dat zijn toch een pak zaterdagen die je opoffert.
Vrouwenrechten liggen mij nauw aan het hart. Ik ben vormingswerker geweest bij het ABVV en gaf vaak vorming over dat thema. Er werden ook binnen het ABVV quota opgesteld. En ik heb mij daar nooit erg goed bij gevoeld, omdat er aan de basis structureel te weinig veranderde. Nu heb ik voor het eerst in mijn leven toch vóór quota gestemd, omdat heel veel sprekers duidelijk maakten dat het niet bij quota blijft, dat er in de diepte zal gewerkt worden.
Ik was geen congresafgevaardigde, maar de slotmeeting vond ik heel positief. Het was niet alleen maar geklaag over wat niet functioneert in het land. Drie uur lang werd een heel positief verhaal neergezet.
Ook de diversiteit was er. Jongeren, mensen van vreemde origine… De PVDA spreekt een breed publiek aan. Goed dat die verbreding nu benadrukt wordt, want nog veel mensen denken dat de PVDA alleen maar de partij van de arbeiders in de fabriek is. Terwijl nu ook heel duidelijk is gemaakt dat een heel brede massabeweging moet worden samengebracht, van jongeren, studenten, werklozen, zelfstandigen, mensen zonder papieren… van alle mensen die geloven dat het anders moet en dat er een alternatief is. Dat is ook hetgeen we moeten leren van Spanje en Griekeland. Links moet zich verenigen en engageren. Dat was heel mooi om zien vandaag. Mooi ook dat we met zoveel waren.
Ik zat helemaal achterin de zaal en had een goed overzicht over het publiek. Het doet deugd te zien dat zoveel mensen samen achter een programma staan. Weet je, je komt wel vaak mensen tegen die dezelfde ideeën hebben, maar hier hebben we samen een project en we willen er met z’n allen iets moois van te maken.
(Foto's Solidair, Lusn Van den Heede)
Reageren op dit artikel? Mail naar redactie@solidair.org.