Dertien stellingen over het Dictaat van Brussel, Griekenland en de toekomst van Europa
Twee weken na het Dictaat van Brussel is het tijd om een voorlopige balans op te maken. Dat doet Peter Mertens in een longread die leest als een grondige update van het Griekenlandhoofdstuk uit het succesboek Hoe Durven Ze dat De Wereld Morgen destijds in primeur publiceerde. Mertens vat de situatie in 13 stellingen samen, met een scherpe kritiek op de Duitse machtsgreep over de eurozone die sinds 2011 werd voorbereid. Maar hij eindigt optimistisch: “De Griekse ervaring heeft miljoenen Europeanen aan het denken gezet, en dat is een positieve zaak.”
Download de PDF | Deze tekst bestaat ook in het Engels | Frans | Spaans
1. Het Dictaat van Brussel zal als een boemerang in de eurozone terugkeren
Het Dictaat van Brussel van 12 juli 2015, waarbij de Griekse regering na 17 uur onderhandelingen ritueel aan het kruis werd genageld, heeft niets opgelost. Behalve de sociaaldemocraat Jeroen Dijsselbloem, Nederlands minister van Financiën, en de bekeerde separatist Johan Van Overtveldt, Belgisch minister van Financiën, is er in Europa niemand die daaraan twijfelt.
“Met de euro gaat het beter dan ooit”, verklaarde Jeroen Dijsselbloem op 14 juli aan de nieuwszender NOS.1 Dijsselbloem is voorzitter van de Eurogroep, de ministers van Financiën van de eurozone. Zijn uitspraak is surrealistisch, maar hoogmoed komt voor de val, ook voor Nederlandse sociaaldemocraten. Vroeg of laat zal het Dictaat van Brussel als een boemerang in het gezicht slaan van hen die het ontworpen hebben. Het Dictaat lost niets op van de structurele ongelijkheden die van bij het begin in de eurozone zijn ingebakken. Het lost niets op van de ondraaglijke schuldencrisis die hier uit voortvloeide. Het lost niets op van de structurele onevenwichten in Europa en van de interne bloedingen waarmee het continent te kampen heeft. En tot slot, de uitzichtloze situatie in Griekenland wordt er geen ene moer beter op. Het Dictaat van Brussel heeft slechts een deken over de bosbrand gelegd. Het is slechts een kwestie van tijd tot ook dit deken vlam vat.
Sommige kwatongen beweren dat de Duitse minister van Financiën, Wolfgang Schäuble, het Dictaat van Brussel met al zijn onmogelijke eisen heeft opgelegd om Griekenland uiteindelijk toch uit de euro te kieperen. Bundeskanzlerin Merkel probeert die geruchten de kop in te drukken. Wat er ook van zij, feit is dat de crisis verre van opgelost is. Er zal meer nodig zijn dan de 53,3 miljard van enkele weken geleden, meer ook dan de 86 miljard waarvan sprake is in het akkoord. Bovendien komt dat alles bovenop de huidige Griekse schuldenberg van 350 miljard euro. Alleen een volslagen idioot gelooft dat de Grieken dergelijke bedragen ooit zullen kunnen terugbetalen.
“Het is een mythe dat we de Grieken helpen met financiële steun. Er is nauwelijks hulp. Het grootste deel van de leningen die we zullen toestaan aan de Grieken moeten ze meteen terugstorten aan dezelfde schuldeisers, om oude leningen af te betalen”, reageert Paul De Grauwe. “Het akkoord zal het Griekse probleem niet oplossen. We duwen het land zelfs verder de afgrond in.”2
Door de koopkracht van de verarmde bevolking nog verder te doen dalen en door de Griekse begroting nog meer op slot te leggen, zal de economie dieper in de recessie zakken. De Griekse begroting zou volgens het Dictaat gedurende enkele decennia een primair overschot moeten laten zien van 3,5 procent. Dat is een volstrekt onmogelijke doelstelling. Daarnaast moet het land 50 miljard euro halen uit de verplichte verkoop van zowat alle nationale rijkdommen die het land nog telt. Ook dat is niet te realiseren. In 2011 werd diezelfde verplichting door de Trojka al geformuleerd, maar ondertussen leverde de garageverkoop van het Griekse tafelzilver slechts 3,2 miljard euro op. Halen de Grieken de doelstellingen niet, – en dat is wat zal gebeuren –, dan zullen de Europese tuchtmeesters met, afgestreken gezicht kunnen vertellen dat de Grieken alweer de strikte begrotingsdiscipline niet halen, of niet willen volgen.
“Het akkoord zal het Griekse probleem niet oplossen. We duwen het land zelfs verder de afgrond in.”
Zo zijn de zaken gegaan bij de eerste bail-out van 109 miljard euro die tegenover toen al drastische maatregelen stond. Volgens de voorspellingen van de Trojka zou de Griekse economie beperkt krimpen en daarna weer snel groeien. Iedereen kent het resultaat. De economie zakte in een nog diepere recessie, de looptijden van de leningen moesten verlengd worden en er was een tweede steunpakket nodig van 130 miljard euro. Negentig procent van al dat geld maakte een U-turn rond de Akropolis om terug te vloeien naar de leenheren uit kern-Europa. De Griekse bevolking betaalde het gelag met een diepe humanitaire crisis: 1,5 miljoen werklozen, 3 miljoen mensen die onder de armoedegrens leven, een derde van de bevolking zonder sociale bescherming en zonder toegang tot een ziekteverzekering. Maar de harde spaarpolitiek, dat zijn ook kinderen die van honger flauwvallen in de klas, ouders die hun kinderen aan een weeshuis afstaan omdat ze geen cent voor opvoeding meer hebben en ziektes zoals tuberculose die uit een andere tijd terugkomen. Het Dictaat van Brussel legt nu meer van hetzelfde op, in de wonderlijke hoop dat het recept ooit zal werken. “Waanzin is altijd hetzelfde blijven doen en toch een ander resultaat verwachten”, vertelde Albert Einstein. Dat is precies wat het Europese establishment doet.
Nadat zal blijken dat de Grieken niet aan de waanzinnige eisen kunnen beantwoorden, zal er een nieuw rondje van crisisoverleg volgen, al dan niet met nog gortiger voorwaarden, tot Griekenland uiteindelijk uit de euro wordt gekegeld. Of gedwongen worden om ‘op eigen initiatief’ de euro te verlaten. Wanneer dat gebeurt, en duidelijk wordt dat lidmaatschap van de euro omkeerbaar is, zal de eurozone niets anders zijn dan een halfbakken muntunie, zonder fiscale transfers of democratische structuren. Een zone die gedomineerd wordt door één staat, Duitsland, en één religie, het ordoliberalisme, dat is de Duitse versie van het neoliberalisme.
2. Dit Europa kan een lidstaat verplichten haar eigen parlement te begraven
Athene staat onder curatele. De regering moet groen licht krijgen van het IMF, de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank – samen vormen ze de Trojka – vooraleer ze een wetsontwerp in het parlement mag indienen en nog voor ze het middenveld raadpleegt. Zo staat het in de slotconclusies van het Dictaat van Brussel. De Griekse regering werd verplicht tegen woensdag 15 juli een eerste serie dictaten goed te keuren en tegen woensdag 22 juli een tweede serie. Het parlement wordt, net zoals tijdens de openlijke Trojka-regeringen, herleid tot een koloniale instelling die resoluties moet doorvoeren die buiten Griekenland opgesteld zijn. Dat gebeurt via fast-track-procedures waar parlementsleden op nauwelijks een paar uur nieuwe wetten moeten stemmen.
Tijdens de stemming op 15 juli hield de Griekse parlementsvoorzitster Zoë Konstantopoulou een krachtig pleidooi om te weerstaan aan de chantage: “Deze avond is een zwarte dag voor de democratie in Griekenland en Europa. Maar het is ook een zwarte dag voor het Griekse parlement, want door middel van een botte chantage van de Europese Unie die zich in de eerste plaats aan de regering en vervolgens aan alle afgevaardigden richt, wordt dit parlement opgeroepen op nauwelijks 2 uur en 30 minuten, zonder grondige discussie, de begrafenis van haar eigen functie goed te keuren, net als het opgeven van de nationale soevereiniteit en de verkoop van openbare rijkdom. Het lijdt geen twijfel dat als deze chantage vanavond wordt goedgekeurd, niets een herhaling in de weg staat. Niet alleen tegen ons, maar evenmin tegenover andere volkeren en andere regeringen in Europa.”3 Het mocht niet baten. Onder druk van de buitenlandse leenheren keurde het Griekse parlement de wetten goed.
Het parlement wordt herleid tot een koloniale instelling die resoluties moet doorvoeren die buiten Griekenland opgesteld zijn
“Zelfs ‘dictaat’ is een misplaatst eufemisme, het werd een deurwaardersexploot”, schrijft Paul Goossens.4 Stel dat de Belgische regering verplicht zou worden de Havens van Antwerpen, Zeebrugge en Gent te verkopen. Gewoon, op de markt, aan de meest biedende. En ook nog eens de luchthaven van Zaventem, de Belgische spoorwegmaatschappij NMBS en de complete watervoorziening. Stel dat aan België gezegd zou worden dat deze publieke braderij verplicht 50 miljard moet opbrengen. En dat het geld van die gedwongen uitverkoop moet gaan naar een fonds in Luxemburg. Zodat het voor de helft kan gebruikt worden om buitenlandse leenheren terug te betalen, en voor een kwart kan gebruikt worden om binnenlandse banken te herkapitaliseren. Niet alleen de Antwerpse, Brugse en Gentse dokwerkers, maar het hele land zou op zijn kop staan. Nochtans is het dat wat het Dictaat van Brussel voor Griekenland bepaalt.
Ik had het in deze tijden van onbeschaamde zelfbedieningspolitiek al over het feit hoe Sofina van Guy Verhofstadt via Suez Environnement rechtstreeks betrokken is bij de privatisering van het Griekse water in Thessaloniki. Dat is niet alles. Ook de Duitse minister van Financiën, hardliner Wolfgang Schäuble is betrokken partij. In de oorspronkelijke tekst van het Dictaat van Brussel wilde men dat de gelden van de Griekse uitverkoop zouden worden beheerd door een fonds dat door Schäuble in Luxemburg wordt gecontroleerd. Uiteindelijk heeft Tsipras die eis uit het Dictaat kunnen doen schrappen, maar het fonds dat de onteigening van de publieke rijkdommen zal beheren (een nieuwe TAIPED), blijft wel geheel onder de controle van de Trojka, onafgezien van de plaats waar de hoofdzetel zich bevindt.
Economen spreken in zo'n geval van een fire-sale: een faillissementsverkoop. Het gedwongen karakter ervan maakt dat de Griekse rijkdommen voor een prikje te koop zullen zijn, ver onder hun marktwaarde. En dus cirkelen de aasgieren druk boven de Akropolis op zoek naar de beste hapjes van een land in ontbinding. Voor de havens van Thessaloniki en Piraeus meldden zich al bedrijven uit Denemarken, China en de Filipijnen. Elektriciteitsnetbeheerder ADMIE kan rekenen op interesse uit België, Italië en China. Het Duitse Fraport staat op het punt zich te ontfermen over veertien Griekse luchthavens, vooral op toeristenbestemmingen. En het Russische Gazprom ziet wel wat in oliebedrijf ELPE. Verplicht verkopen wat interessant is voor de buitenlandse kapitaalgroepen en liquideren wat in concurrentie is met diezelfde buitenlandse kapitaalgroepen, dat heet koloniale politiek.
Ook de Griekse eilanden worden verder verkocht. Op de doodserieuze Duitse financiële site finanzen100.de worden onder de titel “Diese elf griechischen Inseln können Sie jetzt spottbillig kaufen”, niet minder dan 11 Griekse eilanden als koopje aangeboden. Het eiland Nafsika wordt voor 6,9 miljoen euro jouw privaatbezit. Het kleine Lihnari kan je al voor 3 miljoen euro kopen. Voor Omfori moet je 50 miljoen euro neertellen. Der Spiegel meldt dat miljardair Warren Buffett zich een eiland in de Egeïsche zee gekocht heeft. “Hij heeft een neus voor zaken. Het gaat om het eiland Agios Thomas. De kostprijs zou 15 miljoen euro bedragen”, schrijft de krant.5
3. Griekenland is Oekraïne niet
Nauwelijks vier dagen na het dictaat van Brussel, krijgt Berlijn een verrassend ‘crisisbezoek’ van de minister van Financiën van de VS, Jack Lew. Het internetportaal Deutsche Wirtschafts Nachrichten schrijft: “Deze verrassende crisisinterventie van de Amerikanen zou wel eens belangrijker kunnen zijn dan alle Europese crisisbijeenkomsten samen. De Amerikanen zijn gealarmeerd over de ontwikkelingen in Europa. Ze zien duidelijk dat bij een Griekse crash de toekomst van de Navo in Europa in gevaar komt. Het gaat niet meer alleen om de Europese zuidflank. Het gaat erom dat extreemrechtse partijen, EU-tegenstanders en linkse protestpartijen de machtsverhoudingen in Europa kunnen doen kantelen. Al die krachten zijn anti-Amerikaans en anti-Navo.”6
De Verenigde Staten redeneren geostrategisch. Griekenland ligt op het kruispunt van drie continenten. Het is altijd een trouwe Navo-bondgenoot geweest. Dat is uiterst belangrijk, nu de Navo en de Amerikaanse strategen veel aandacht hebben voor noordelijk Afrika, het Midden-Oosten, Iran, de Balkan, Oekraïne en de landen van Oost-Europa en Rusland. Washington wil verhinderen dat Athene in de invloedssfeer van Moskou belandt. Het is een publiek geheim dat Washington de beslissende stem heeft in het Internationaal Monetair Fonds (IMF), één van de drie partners van de Trojka. Washington gebruikt die invloed om de andere partners van de Trojka tot enige inschikkelijkheid tegenover Athene te dwingen. Niet om humanitaire redenen. Maar geostrategisch.
Vanuit diezelfde geostrategische redenering kreeg Oekraïne onlangs een grote schuldkwijtschelding. Dat land is tien keer zo corrupt, instabiel en oligarchisch als Griekenland en het heeft bovendien een wel erg onwelriekende extreemrechtse kant. Toch kreeg Oekraïne van het IMF een kwijtschelding van oude leningen van 13,5 en 18,5 miljard euro en een nieuwe lening van 36,1 miljard euro. Ditmaal geen haatberichten op de voorpagina’s van het Duitse Bild of de Nederlandse Telegraaf over de ‘door en door corrupte en spilzieke’ Oekraïners. Want dat is wat er over de Grieken letterlijk te lezen viel. Niet alleen in Bild maar ook in het intellectuele blad Die Zeit dat op haar voorpagina uithaalde naar ‘de prestatievijandelijke cultuur’ die in Griekenland zou heersen. Niets van dat alles over Oekraïne. Neen, niemand leek de miljarden euro die aan Oekraïne werd kwijtgescholden een punt te vinden, net zo min als de nieuwe 36 miljard. Ook al weet iedereen dat de kans dat die lening ooit terugbetaald wordt, zo goed als nihil is. Twee maten en twee gewichten. Waarom? It’s the politics, stupid. Het gaat om politiek, niet om economie. Liever een extreemrechts en oligarchisch regime steunen dat ‘onze’ belangen verdedigt, dan een deal te sluiten met een Europese lidstaat die ‘onze’ politiek in vraag durf te stellen.
Oekraïne is tien keer zo corrupt, instabiel en oligarchisch als Griekenland en het heeft bovendien een wel erg onwelriekende extreemrechtse kant
Wat het corrupte Oekraïne wel vermocht, was dus niet weggelegd voor Griekenland. Ondanks de zware druk vanuit Washington. De Amerikaanse minister Lew waarschuwde enkele weken geleden nog dat een Griekse crash de wereldeconomie wel eens honderden miljarden zou kunnen kosten. Obama heeft die zorg meermaals telefonisch aan Merkel overgemaakt. Maar hij kreeg geen concrete toezeggingen. Deutsche Wirtschafts Nachrichten schrijft: “De Amerikanen weten dat het Grexit-probleem alleen met een schuldverlichting kan opgelost worden. Washington heeft geprobeerd nog voor de EU-top die boodschap over te brengen. Het IMF, dat in handen van de Amerikanen is, deelde mee dat er veel meer geld plus een schuldverlichting voor Griekenland nodig is. Vandaag meldt het IMF zich opnieuw en gooit de schuldverlichting opnieuw op tafel. De waarschuwing is nu in veel drastischer bewoordingen geformuleerd: de schuldverlichting moet ‘veel verder en hoger reiken dan wat de eurozone tot nog toe wil aanvaarden’.”7
Het nieuwe rapport dat het IMF op 14 juli 2015 uitbracht is dus politiek te lezen maar daarom niet minder interessant.8 Uit het rapport blijkt dat de Griekse schuld onhoudbaar is. Vanaf de eerste regel wordt dat klaar en duidelijk gesteld. Zonder ernstige schuldverlichting is geen oplossing mogelijk. Dat is wat de Griekse regering van bij het begin heeft gezegd. Ten tweede blijk dat de ‘deal’ (lees: dictaat) de situatie enkel zal verergeren. Binnen twee jaar zal de schuld dubbel zo groot zijn als de hele Griekse economie. In deze context zijn nieuwe besparingen (eisen om pensioenen te verlagen en de BTW te verhogen) onmogelijk en contraproductief, zo kan men tussen de lijnen in het IMF-rapport lezen. Ten derde lees je ook dat de EU-cijfers over de Griekse schuld, de surplus-doelstellingen op de begroting en de privatiseringen die in het Dictaat van Brussel werden opgelegd, niet meer dan onrealistische fantasieën zijn. Dat wil zeggen: het zijn geen economische maar politieke doelstellingen. Tot slot wijst het IMF er ook op dat de beslissing van de Europese Centrale Bank om de Griekse banken droog te zetten heel Europa massaal veel geld kost. De leiders van de eurozone waren zondagochtend reeds, voor ze aan hun marathononderhandeling begonnen, op de hoogte van het kritische rapport. Ze hebben slechts de politieke dimensie van het rapport gezien en niet de ernstige economische waarschuwingen. Door het rapport van het IMF naast zich neer te leggen, stuurt Berlijn ook een signaal naar Washington: de Europese Unie staat onder Duitse leiding.
4. De officiële Europese Unie is de voorwaardelijke Europese Unie geworden
In de Ierse pubs doet een nieuwe running-gag de ronde: “Wat is het verschil tussen de maffia en de huidige Europese leiders? De maffia doet je een ‘offer you can’t refuse’. Maar de leiders van de Europese Unie doen je een voorstel dat je niet kan weigeren, maar ook niet kan aanvaarden, zonder jezelf te vernietigen.”
De Europese Unie werd opgezet door de grootste en machtigste belangengroepen op het continent om beter de concurrentie te kunnen aangaan met de Verenigde Staten en Japan
“Voor alle duidelijkheid: het is niet zo dat pas recent de Europese Unie een onherbergzame plek is geworden voor progressieven. Eigenlijk is ze dat altijd geweest. Alleen is dat nu, sinds de crisis, nog duidelijker geworden, en hebben sommigen dat voor het eerst ontdekt. Al van in het prille begin is de Europese Unie een in wezen liberaal project”, schrijft docent Europese studies Ferdi De Ville terecht in Knack.9 Dat klopt. De Europese Unie werd opgezet door de grootste en machtigste belangengroepen op het continent om beter de concurrentie te kunnen aangaan met de Verenigde Staten en Japan. Op de achtergrond werd de eenmaking gesteund door machtige lobbygroepen zoals de Europese Ronde Tafel van Industriëlen (ERT). Al telt die ronde tafel amper 50 leden, die 50 vertegenwoordigen wel een zakencijfer van duizend miljard euro met een tewerkstelling van 6,6 miljoen werknemers. De Europese Ronde Tafel dicteerde in de jaren 1980 het project van de eenheidsmarkt 1992. Zij bepleitten de eenheidsmunt met de strenge convergentiecriteria, de zogenoemde Maastrichtnormen. Begin 2002 zetten zij de bakens uit voor de volgende fase: het Economisch Bestuur, een streng gecentraliseerd gezag dat de hele economische politiek zou sturen.
Toen in de kleedkamers de Europese Unie als een concurrentieproject werd opgezet, volgde op de bühne de ene ronkende verklaring over ‘het sociale Europa’ na de andere. Zo zou de Europese Unie gestoeld zijn op drie eerbiedwaardige uitgangspunten. Een eerste was dat het proces van Europese integratie consensueel zou zijn, op basis van gelijkheid van de deelnemende partners. Een tweede uitgangspunt was dat de stappen naar een Europese integratie niet zouden kunnen worden teruggedraaid. Een derde, onuitgesproken, uitgangspunt was dat Duitsland zich zou beperken, in ruil voor de enorme gift van een herstart die de andere Europese landen hadden geschonken na de verwoestende nazi-barbarij van Hitler-Duitsland. Het Dictaat van Brussel heeft deze drie uitgangspunten van de Unie herleid tot van nul en generlei waarde.
De Griekse soevereiniteit bestaat niet meer. “Pandjeshuis Europa neemt the state formerly known as Greece over”, schreef Tine Peeters in De Morgen.10 Door de Griekse kiezers te bedreigen, door de Griekse banken wekenlang te sluiten, door ‘mental waterboarding’ en door het pistool tegen de slaap van de Grieken te houden om een vernederend dictaat op te leggen, is elke notie van gelijkheid onmogelijk geworden. Daarmee vertrappelt de Europese Unie haar eerste uitgangspunt en ankert zich een nieuw begrip vast in de funderingen van Europa: een lidstaat kan en zal ten val worden gebracht, als ze niet mee marcheert in de richting van het Duitse monetaristische soberheidsbeleid.
Ook het tweede uitgangspunt is gesneuveld. De dreiging van Wolfgang Schäuble, op een bepaald moment ondersteund door SPD-leider Sigmar Gabriel, om Griekenland uit de eurozone te kieperen, maakte een einde aan de onomkeerbaarheid van het Europese lidmaatschap. Ook al werd die dreiging (nog) niet uitgevoerd, het feit dat ze er was en als optie werd aanvaard, betekent dat vanaf hier elke stap in de Europese Unie voorwaardelijk is. Angela Merkel en François Hollande mogen dan wel roepen dat een plan B onnodig bleek, maar duidelijk werd dat elk land dat niet aan het begrotingsgeloof beantwoordt toch maar best ook een plan B opstelt. De officiële Europese Unie is de voorwaardelijke Europese Unie geworden. De Amerikaanse econoom Paul Krugman noemde het Dictaat van Brussel “een grotesk verraad van alles waar het Europese project geacht werd voor te staan.” Krugman schrijft: “De economische overwegingen zijn bijkomstig geworden. Maar wat we de voorbije weken geleerd hebben, is dat het lidmaatschap van de eurozone inhoudt dat de schuldeisers de economie kunnen vernietigen van wie uit de rij stapt.”11
5. Sommige krachten pleiten openlijk voor een splitsing tussen een kern-Europa en een vazallen-Europa
Het Griekse voorbeeld maakt duidelijk dat lidmaatschap van de euroclub lang niet meer volstaat, en dat het mogelijk is een lidstaat uit haar eigen monetaire unie te kieperen. Als eerste op de lijst staat Italië. Vorige week pakte het Duitse financiële blad Handelsblatt uit met een groot artikel onder de vette titel ‘Italien ist Griechenland mal XXL’.12 Italië is Griekenland in het kwadraat. Sinds het begin van de crisis in 2008 is de industriële productie met een kwart teruggelopen. Het inkomen per hoofd heeft het laagste peil sinds 1997 bereikt. De werkloosheid is verdubbeld. De derde grootste economie van de eurozone heeft nu al 14 opeenvolgende kwartalen geen groei. De arbeidsproductiviteit ligt lager dan bij de invoering van de euro. In mei 2015 maakte Italië 23 miljard nieuwe schuld. De totale Italiaanse schuld bedraagt bijna 2.200 miljard euro: dat is 135 procent van het bnp.
Het Griekse voorbeeld maakt duidelijk dat lidmaatschap van de euroclub lang niet meer volstaat, en dat het mogelijk is een lidstaat uit haar eigen monetaire unie te kieperen. Als eerste op de lijst staat Italië.
Dat zijn geen schone cijfers, maar ze geven tegelijkertijd het failliet van de Europese besparingspolitiek weer. Niet alleen in Italië trouwens. Ons land zag zijn staatsschuld oplopen tot bijna 448 miljard euro, ofte 111 procent van het bnp. De Fransen staan voor 2.089 miljard euro in het krijt, wat neerkomt op 97,5 procent van het bbp. Dat is allemaal ver weg van de maximale schuldengrens ter hoogte van 60 procent van het bnp, die in het Begrotingsverdrag van 2013 nog eens werd vastgelegd (zie verder).
Toch ligt vooral Italië in het vizier. Dat heeft uiteraard te maken met de 1.000 miljard euro die de Europese Centrale Bank de afgelopen twee jaar heeft gebruikt om staatsobligaties van Italië en Spanje op te kopen. Dat is een gigantisch bedrag. Maar er is meer. Met name: de visie van Duits minister van Financiën Wolfgang Schäuble op de toekomst van Europa. Schäuble ontwikkelde midden de jaren negentig het concept van een kern-Europa waarin een ‘sterk centrum’ rond Duitsland een kleine geïntegreerde ‘kern’ van de EU opbouwt die de Europese Unie niet alleen bijeenhoudt maar ook politiek bepaalt. In 1994 werkte hij een masterplan uit onder de titel ‘Überlegungen zur europäischen Politik’. Dat wil zeggen: ‘denkoefeningen over het Europees beleid’.13 Volgens Schäuble moeten Duitsland, Frankrijk, België, Luxemburg en Nederland de ‘kern’ vormen van de Europese eenmaking, met de Duits-Franse as als motor. Voor Schäuble zou de euro de harde kern van Europa moeten uitmaken. De gemeenschappelijke munt zou enkel weggelegd worden door een kleine kern landen. Rond die kern kon dan een bredere Europese Unie gebouwd worden. Griekenland behoort in de visie van Schäuble niet tot het kern-Europa. Dat verklaart ook zijn harde opstelling tijdens de crisis, en zijn openlijk pleidooi om het land aan de Egeïsche zee uit de euro te verbannen. Maar evenmin Italië behoort in de visie van doktor Schäuble tot kern-Europa. En dus ook niet tot de eurozone. Dat maakt dat de derde grootste economie van de eurozone mogelijk een volgende prooi is voor de hardliners uit Berlijn.
Inderdaad. Sommige krachten pleiten openlijk voor de splitsing tussen een kern-Europa aan de ene kant, en een vazallen-Europa aan de ander kant. Hun visie ademt een Europa uit op maat van de financiële machten in Frankfurt en van de Duitse grootindustrie, aangevuld met landen die functies leveren in de grensoverschrijdende industriële montageketting.
Het Dictaat van Brussel heeft ook voor Rome en Madrid duidelijk gemaakt dat uiteindelijk Berlijn zal bepalen wie tot het kern-Europa mag behoren en wie tot het vazallendeel zal veroordeeld worden. Dat is ook een waarschuwing voor Parijs. Het internetportaal German Foreign Policy laat een politiek medewerkster van de Bondeskanselarij aan het woord die Frankrijk op de vingers tikt omdat Parijs meer wil zijn dan “de Duitse juniorpartner”. Frankrijk moet “deze koers om zich nationaal te profileren ten koste van zijn nauwste partner zo snel mogelijk weer verlaten”, aldus de medewerkster.14 Duitsland beslist, Frankrijk mag meehelpen. Met een democratisch en solidair Europa heeft dit alles uiteraard niets te maken.
6. De euro spreekt Duits, al van bij het begin
“Men doet alsof men daar een Duits imperatief gekregen heeft dat iedereen heeft moeten slikken, maar dat is absoluut niet waar”, zegt minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) na het Dictaat van Brussel. Hij moet daarmee zowat de enige politicus of waarnemer zijn die het ‘Duitse imperatief’ niet heeft gezien. Hij was erbij, tijdens al de vergaderingen van de Europese ministers van Financiën, maar een Duitse machtsgreep zag hij niet. Ceci n’est pas une pipe. Toch wel, het is zelfs een dikke pijp, stelt beurskrant De Tijd onder de titel “Europa is van Duitsland”. Bart Haeck, die moeilijk van linkse sympathieën kan verdacht worden, maakt dat in klare bewoordingen duidelijk: “We zijn gisterochtend collectief wakker geworden in een ander Europa. Al zijn we ons daar misschien nog niet zo van bewust. Merkel speelt de dominante positie die ze al jaren heeft op Europees vlak nu ook formeel uit. De muntunie, maar ook de Europese Unie, is meer dan ooit een Duitse unie geworden waarover Merkel de scepter zwaait.”15
Waar Van Overtveldt de Duitse machtsovername koudweg ontkent, spreekt Bart Haeck over een ‘Duits dictaat’: “Toch is net dat Duitse dictaat dé verandering van het afgelopen weekend die bepalend wordt voor de komende jaren. Merkel is uit de schaduw getreden waar haar voorgangers zich ophielden en neemt helemaal alleen plaats achter het Europese stuur. De Duitse dominantie is er altijd geweest, maar Berlijn wilde tot nog toe nooit in de val trappen om die assertief uit te spelen.” Het openlijke Duitse dictaat is inderdaad dé verandering in de Europese politiek, en dat onze minister van Financiën dat niet wil zien maakt hem ofwel blind, ofwel incompetent.
De Duitse machtsgreep over de eurozone komt niet uit de lucht vallen. Het is geen onverwachte staatsgreep maar het resultaat van een jarenlange politiek.
De Duitse machtsgreep over de eurozone komt niet uit de lucht vallen. Het is geen onverwachte staatsgreep maar het resultaat van een jarenlange politiek. De radicalisering van de Duitse economische politiek dateert van net na de val van de Muur. De radicalisering hangt nauw samen met de territoriale uitbreiding van de economische basis van Duitsland door de Wiedervereinigung. Onder meer de Fransen lieten de Duitse eenmaking toe, op voorwaarde dat toenmalige kanselier Helmut Kohl zou instemmen met de invoering van een Europese eenheidsmunt: de euro. Wat daar vaak niet wordt bij verteld zijn de voorwaarden die Duitsland aan de euro oplegde. Duitsland zou het spel bepalen: er moest een zogenaamde ‘onafhankelijke’ Europese Centrale Bank komen naar het voorbeeld van de Bundesbank, de strijd tegen de inflatie zou een obsessie moeten zijn en veel belangrijker dan de strijd tegen de werkloosheid, en er mochten geen financiële transfers tussen sterke exportlanden en zwakkere importlanden worden toegelaten. De euro werd van bij geboorte afgesteld op de sterkste munt, de Duitse mark. “De Bundesbank heeft van de sterkste munt de echte referentiewaarde gemaakt.”, vertelde toen ook Karl Otto Pöhl, voormalig voorzitter van de Bundesbank. “De euro spreekt Duits”, zou de Duitse minister van Financiën, Theo Waigel nog voor het invoeren van de eenheidsmunt, in 1998 verklaren. Hij zat er boenk op.
Ik heb dit allemaal geschreven in het boek Hoe durven ze, vier jaar geleden. Ik herhaal het hier alleen maar omdat sommigen vandaag zo verbaasd lijken over de Duitse machtsgreep in de eurozone. De Bundesbank is de papa van de eurozone en niemand moet verbaasd zijn wanneer dezelfde financiële kringen uit Frankfurt meer dan tien jaar later open en bloot hun koloniale visie op Europa tonen.
Even terug naar de invoering van de euro, in 2002. Tot 2008 leek er geen vuiltje aan de lucht. Met de euro naar het beeld en de gelijkenis van de Duitse mark leek alles goed te gaan. Eén stabiele munt, geen wisselkoersrisico’s meer, één grote binnenlandse markt, wat kan een sterke exportnatie zich meer wensen? “Lage lonen!”, antwoordt uitgerekend de roodgroene regering Schröder-Fischer. En ze voert de daad bij het woord. In Duitsland creëren sociaaldemocraten en groenen een gigantische lageloonsector. Zo worden de Duitse producten goedkoper en boomt de Duitse export, vooral binnen de Europese Unie. Aan de zuidkant van Europa gebeurt het omgekeerde. Portugal, Spanje, Griekenland kunnen niet op tegen de veel sterkere en slagkrachtigere ondernemingen uit kern-Europa. Ze moeten meer invoeren dan uitvoeren en dus verdwijnt het geld naar het buitenland.
Het wordt nogal eens vergeten, maar tussen 2002 en 2008 lopen de belangrijkste kapitaalstromen van Lissabon, Madrid en Athene naar Frankfurt, Berlijn, Parijs, Amsterdam en Brussel. Vroeger kon een land dat nadeel rechttrekken door een devaluatie. Maar dat kon nu niet meer. En ook de begroting mocht niet langer gebruikt worden om de economie te stimuleren, want die was vastgezet met de convergentienormen van Maastricht. De zuidelijke landen zaten in een fuik. Geen nood, zo vertelde men in kern-Europa, en de Duitse, Franse, Nederlandse en Belgische banken zetten de sluizen open. De zuiderse landen konden bijna gratis lenen, om zo de importproducten uit kern-Europa in te voeren. Tot de zeepbel barstte en de crisis een feit was.
Er mochten geen solidariteitstransfers komen, zo beval het Duitse monetarisme. En toen bleef er nog maar een remedie over: de ijzeren hand. Duitsland hield vast aan de muntunie als wapen om “orde op zaken te stellen”. “Indien Europa geen orde op zaken stelt in haar begrotingen en haar concurrentiepositie niet kan versterken, zal ze geen rol van betekenis meer spelen op wereldniveau en stap voor stap moeten wijken”, vertelde Angela Merkel tijdens de eerste euro-crisis.
7. Het Begrotingsverdrag is de ijzeren Duitse hand die de soberheidspolitiek oplegt
De Europese Raad en de Europese Commissie hebben geprofiteerd van de stofwolken die de crisis deed opwaaien om te doen wat ze bij volle daglicht nooit hadden kunnen doen. Ze plaatsten in heel Europa het sociaal en economisch beleid onder curatele van ‘experts’, rechtstreeks uit de grote financiële en economische groepen. Ze eigenden zichzelf bevoegdheden toe die door geen enkele democratische controle of beslissing gedekt zijn en die ver ingrijpen in de soevereine beslissingsmacht van de nationale staten.
Meer besparingsdiscipline, meer begrotingsdiscipline, meer schulddiscipline, zo klonk het in Duitsland na de bankencrisis en de eurocrisis. Geen sprake van grote investeringsprogramma’s, om net in tijden van crisis te investeren. Geen sprake van deficit spending of van een keynesiaanse politiek om de motor opnieuw te doen aanslaan. Neen, de logica van de eurozone moest verder worden doorgetrokken. En nog verder worden verstrengd. Bij het ontwerpen van de eenheidsmunt had men die logica al vastgelegd in de begrotingsnormen van het Verdrag van Maastricht (1992). Vijf jaar later had men in het Stabiliteitspact (1997) aan die strikte normen ook nog eens sancties toegevoegd. Dat precies Duitsland en Frankrijk in 2003 de eerste twee landen waren die de normen overtraden, mocht de pret niet bederven. Er werd geen Trojka, en geen Wolfgang Schäuble op Berlijn of Parijs losgelaten. Men kneep een oogje dicht en ging verder.
Terwijl de Europese Unie steeds strakker onder het harde Duitse keurslijf komt te staan, blijven sociaaldemocraten en groenen spreken over ‘stappen naar een sociaal Europa’. Met het goedkeuren van het Begrotingsverdrag doen ze precies het tegendeel.
De Duitse les uit de bankencrisis en eurocrisis was dat er een ijzeren hand nodig was. Een keurslijf waar niemand nog zou kunnen uit ontsnappen. Na de eenheidsmunt moest de Europese Unie ook een eenheidspolitiek krijgen en die moest zo goed mogelijk gebetonneerd worden in verdragen en pacten. Wat in normale periodes veel tijd en moeite zou vragen kregen de patronale kringen er nu gemakkelijk door. Onder leiding van Merkel, toen al, nam de Europese Unie drie essentiële stappen.
Op vrijdag 25 maart 2011 wordt het Euro Plus Pact aangenomen, één grote oorlogsverklaring aan de ‘arbeidskost’. Is het monetair beleid te strak en beschermt het de lidstaten niet tegen beroering op de financiële markten? Dan moet al de rest maar flexibel gemaakt worden, in het bijzonder de lonen. Als we de munt niet kunnen devalueren, dan moeten we de lonen maar devalueren. Maar de lonen behoren, net zoals de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid, tot de bevoegdheid van de nationale staten. Geen nood, het Euro Plus Pact verplicht de Europese landen elk jaar een competitiviteitsplan voor te leggen. Ieder land zal voortaan gemonitord worden aan de hand van een aantal indicatoren om het concurrentievermogen tegenover de buurlanden in het oog te houden. De vergelijking dient uiteraard om de loonkosten tegen elkaar uit te spelen.
Een tweede stap volgt met het wettelijk kader om sancties op te leggen. Op donderdag 23 juni 2011 worden daar voor de eerste keer zes verordeningen goedgekeurd (later definitief gestemd op 28 september 2011). Die verordeningen luisteren naar de naam Six-Pack. Onder de vlag van het bestrijden van ‘macro-economische on-evenwichten’ kan de Europese Commissie voortaan ook optreden op domeinen die niet tot haar bevoegdheden behoren. De liberale en conservatieve fracties verdedigen de teksten enthousiast. In Knack vertelde John Crombez onlangs: “In het Europees parlement hebben wij de six-pack afgewezen.”16 Dat is echter niet zo. Alle groene en sociaaldemocratische afgevaardigden uit ons land stemmen in met minimum twee van de zes teksten. Zij gaan akkoord met een concurrentieel scorebord en een sanctionerende Commissie.
Dat zal twee jaar later ook duidelijk blijken bij de derde stap. In maart 2013 wordt het Two-Pack goedgekeurd, waarin geboden wordt dat de lidstaten ieder jaar hun begrotingsplannen voor 15 oktober bij de Europese Commissie indienen. De harde Duitse besparingsleer en de sanctiemechanismen worden nadien in een allesomvattend soberheidsverdrag gegoten, het zogenaamde Begrotingsverdrag (VSCB). Het Belgische parlement keurt in mei 2012 met de steun van de SP.A en de PS dat strenge neoliberale begrotingsverdrag goed. Bij Ecolo heerst de nodige schijnheiligheid: de ecologisten stemmen in het federaal parlement als lid van de oppositie tegen, maar in het Waals en het Brussels parlement als lid van de meerderheid voor. De verschillende regeringspartijen stemmen ermee in dat onze regering blind alle regels van begrotings- en schulddiscipline zal naleven en dat ook ons land zich zal onderwerpen aan de dictaten die de Europese Commissie kan opleggen om zogenaamde ‘macro-economische on-evenwichten’ recht te trekken. Men kan zich afvragen wat voor zin het heeft zich in het Europees parlement tegen vier van de zes verordeningen van het Six-Pack te stemmen, als men nadien in de Belgische parlementen ermee instemt om ons land toch te laten gehoorzamen aan alle zes de verordeningen. Terwijl de Europese Unie steeds strakker onder het harde Duitse keurslijf komt te staan, blijven sociaaldemocraten en groenen spreken over ‘stappen naar een sociaal Europa’. Met het goedkeuren van het Begrotingsverdrag doen ze precies het tegendeel.
8. Uit het falen van de Duitse euro wordt als les getrokken: nog meer Duitse euro
“Hoe kan dit lappendeken bijeengehouden worden? Dat zal van economische én van politieke factoren afhangen. Het kan twee kanten op. De uitweg aan de ene kant is meer autoritarisme in een gecentraliseerd Europa waar de soevereiniteit van de lidstaten wordt opgeofferd. De uitweg aan de andere kant is een terugkeer naar het nationalisme. In die politieke strijd spelen de Duitse interne tegenstellingen de belangrijkste rol”, zo schreef ik in 2011 in Hoe durven ze.
Dat is precies wat er zich afspeelt. Voor Angela Merkel volstaat het harde Begrotingsverdrag uit 2013 niet. De Kanzlerin droomt er einde 2013 openlijk van dat er bindende instrumenten zouden komen om landen die niet onder curatele van de Trojka te staan tot begrotingsdiscipline te dwingen. Landen zoals Griekenland, waar de Trojka de macht heeft, moeten via memoranda verplicht verschillende maatregelen nemen. Andere landen niet. Merkel wil zogenaamde competitiviteitscontracten invoeren, een bilateraal contract tussen de afzonderlijke lidstaten en de Europese Commissie, waarin structurele hervormingen worden vastgelegd in ruil voor financiële tegemoetkomingen. Ieder land zijn eigen memorandum op maat, zeg maar. De nakende Europese verkiezingen van mei 2014 maken dat het voorstel er uiteindelijk niet komt. Maar, op 23 oktober 2013 keurt het Europees Parlement wel een Motie inzake het Europees Semester goed. Daarin staat dat de Commissie snel werk moet maken van zo’n competitiviteitsinstrument. Christendemocraten, liberalen, maar ook sociaaldemocraten en groenen stemmen de motie goed. Ze blijven verknocht aan concurrentieel Europa. Alleen de fractie van Verenigd Links (GUE/NGL) stemt tegen.
De euro is van bij de start gegoten in Duits nikkel. Na de bankencrisis werd een versnelling hoger geschakeld.
Midden de stofwolken van de crisis in Griekenland, op 22 juni 2015, presenteerden de voorzitters van de Europese Unie en de instituties van de EU hun zogenaamde ‘5 presidents report’. Ook dat rapport pleit voor ‘meer Europa’ en een verdere soevereiniteitsoverdracht naar Brussel. In de eerste fase (tot 2017) moeten alle regels strikter worden nageleefd. Alles moet vooraf voorgelegd worden aan de Europese Commissie en er staan sancties op als de adviezen niet uitgevoerd worden. Dat is dezelfde logica, en dezelfde politiek als tegen Griekenland werd toegepast. Alleen werd ze in Griekenland extremer en drastischer toegepast, en kon dat ook via de greep van de Trojka. In een tweede fase (vanaf 2017) willen de 5 voorzitters komen tot de uitbouw van een soort Europese regering op federaal model.
In het rapport wordt voorgesteld dat elk land van de eurozone een zogenaamde Autoriteit voor de Competitiviteit opricht. Die Autoriteit wordt volgestouwd met technocraten en heet zodoende een ‘onafhankelijke entiteit’ te zijn. De opdracht: de loonontwikkelingen vergelijken met die van de buurlanden en op die basis ‘aanbevelingen’ uitbrengen. De niet-verkozen Autoriteiten voor de Competitiviteit zouden op Europees niveau hun beleid coördineren. We mogen ons herinneren dat in Griekenland met diezelfde logica, op basis van aanbevelingen van ‘experten’, verschillende Collectieve Arbeidsovereenkomsten (CAO’s) werden opengebroken en vernietigd. De competitie tussen werknemers in de verschillende lidstaten wordt op die manier geofficialiseerd. Alle werknemers worden tegen elkaar uitgespeeld en het land dat het diepst in de lonen snijdt, zal model staan. De sociale partners van elk land moeten de aanbevelingen van de Autoriteit dan gebruiken als leidraad voor hun loononderhandelingen. Tot zover de vrije loononderhandelingen. Wanneer de sociale partners verplicht zouden worden de ‘aanbevelingen’ te volgen gaat dat regelrecht in tegen de conventies van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO). Landen die ‘de beste voorbeelden’ in Europa niet volgen, moeten bestraft worden met sancties die voorzien werden in het Six-Pack.
De euro is van bij de start gegoten in Duits nikkel. Na de bankencrisis werd een versnelling hoger geschakeld. Steeds op vraag van Merkel en de financiële kringen in Duitsland. Behalve de fractie van Verenigd Links (GUE/NGL) hebben alle grote Europese fracties die tendens in min of meerdere mate gesteund. Ook de sociaaldemocraten en de groenen. Op zondag 12 juli 2015 heeft Merkel de touwtjes ook openlijk naar zich toegetrokken. Dat was niet geheel onverwacht. De Duitse hardliners zijn al jaren bezig om de onverbiddelijke logica – waarmee ze Griekenland knock-out hebben geslagen – vast te leggen in een keurslijf van pacten en verdragen. Dat zal ook de les zijn die ze trekken uit het Griekse verhaal. Minder laksheid, meer controle, meer discipline, meer sancties om het rigide besparingsbeleid overal op te leggen. Dat is de tragedie van deze geschiedenis. Uit het falen van de Duitse euro trekken zij als lering: nog meer Duitse euro, en met harde hand.
9. Breken met de sociaaldemocratische lijn van Schulz, Moscovici, Gabriel, Hollande en Dijsselbloem
In het parlementair debat van 2 juli, slingerde een bevlogen Patrick Dewael volgende woorden naar de sociaaldemocratische oppositie: “Er zijn twee soorten socialisten. Enerzijds heb je de socialisten in de regeringen en in de Europese Commissie. Zij nemen hun verantwoordelijkheid, zij werken mee aan oplossingen. Anderzijds zijn er socialisten in de oppositie: zij proberen de publieke opinie zo snel mogelijk te doen vergeten welke verantwoordelijkheid zijzelf dragen. Vandaag verketteren ze de aanpak van de EU, maar ik heb hen vorige legislatuur nooit enig voorbehoud horen maken bij de aanpak van de Griekse crisis die premier Di Rupo mee uitstippelde.”
Dewael heeft een punt. Tijdens de Nederlandse verkiezingen in 2012 lag op een bepaald moment de zogenaamd ‘radicaal linkse’ SP van Emile Roemer op kop in de peilingen. Daarop volgde een taalkundige koerswijziging van de Nederlandse sociaaldemocraten van Diederik Samson en Jeroen Dijsselbloem, met radicale uitspraken tegen banken en speculanten die Roemer moesten doen verbleken. De strategie werkte. De Nederlandse sociaaldemocraten hesen zich in de regering-Rutte II en deden vervolgens hetzelfde als Rutte I en alle andere Europese regeringen. Een hard en koud besparingsbeleid daalde verder neer boven de Moerdijk. En Dijsselbloem, ja Dijsselbloem. In de meeste Europese landen zijn ze er intussen van overtuigd dat hij lid is van de liberale VVD.
De openlijke steun van Gabriel, Hollande en Dijsselbloem aan het Dictaat van Brussel legt de dominante lijn van de Europese sociaaldemocratie bloot.
In Frankrijk gebeurde hetzelfde met François Hollande. Om de opgang van het Front de Gauche te dwarsbomen werd de retoriek steeds linkser. Hollande (later president) en Sapin (later minister van Financiën) beloofden tijdens hun kiescampagne zelfs om het Stabiliteitspact te herzien. Dat was voordat ze aan de macht kwamen. Eenmaal opnieuw genesteld in het Elysée kwam daar uiteraard niets van in huis. Integendeel, de banden met Duitsland werden aangehaald. Tijdens de kiescampagne duwde Hollande zijn borst vooruit, maar ondertussen ligt ook hij aan de voeten van Merkel.
Dezelfde retorische slimmigheid zag je in Duitsland. “Voor een Europa van de mensen, niet van het geld”. Dat was de slogan waarmee de SPD vorig jaar de Europese verkiezingen mee introk. Dat draaide wel even anders uit toen de SPD in de grote coalitie met de CDU van Angela Merkel kwam. Partijvoorzitter Sigmar Gabriel werd vicekanselier en liet zich de afgelopen weken opmerken als één van de Duitse hardliners. Niet voor het Europa van de mensen. Des te meer voor het Europa van het geld. De sociaaldemocratische vicekanselier sloot zelfs een Grexit niet uit.
“Met Angela Merkel, Wolfgang Schäuble en Sigmar Gabriel als Berlijnse Trojka heeft Europa geen toekomst”, oordeelt Sahra Wagenknecht, woordvoerster van Die Linke in de Bundestag. “Schäuble en Gabriel willen een Duits Europa en geen Europees Duitsland. De erfenis van Helmut Kohl wordt lichtzinnig verspeeld, en de verhouding met Frankrijk en Italië is verslechterd. Dat een SPD-voorzitter intussen als hardliner optreedt inzake pensioenkortingen, BTW-verhogingen en privatiseringen, en dat hij, opgepookt door de nationalistische gevoelens, regelmatig Merkel langs rechts inhaalt, dat alles is intriest.”
Yascha Mounk, professor politieke wetenschappen aan de universiteit van Harvard en sinds jaar en dag overtuigd lid van de SPD kon het niet meer aanzien en schreef vorige week woensdag, 15 juli 2015, een open brief aan Vicekanselier Gabriel. Die Zeit publiceerde de brief. Mounk: “Het is de kortzichtige, nationalistische politiek tegenover Griekenland, het verraad ten aanzien van de droom van een verenigd Europa, die de onmiddellijke aanleiding vormt voor mijn vervreemding ten aanzien van de SPD. Wekenlang heeft de SPD op welwillende wijze deelgenomen aan Duitslands zelfingenomen campagne tegen Griekenland. Jij hebt besloten Wolfgang Schäuble te volgen, de conservatieve minister van Financiën. Je hebt ervoor gekozen om Bild te volgen, de grootste tabloid van Duitsland, gespecialiseerd in goedkoop moraliseren. Net zoals hen, heb je de Grieken de les gespeld en gepest door ze te vertellen dat ze hun eigen bloed konden drinken.”
De professor eindigt zijn brief met de aankondiging van zijn ontslag: “In een artikel geschreven samen met Martin Schulz, de voorzitter van het Europees Parlement en SPD’er, schrijf je dat we de voorbije dagen een ‘historische test’ doorstaan hebben. Wat goedkoop. De waarheid is dat je bijgedragen hebt aan de vernietiging van een gemeenschappelijk, democratisch en solidair Europa. Want dit is wat het akkoord, dat door een grote meerderheid van ‘onze’ parlementairen zal goedgekeurd worden in de Bundestag, feitelijk is. Na deze verschrikkelijke week van Duits gemoraliseer en Griekse vernedering, is het idee van een sterker wordende unie tussen Europese naties een reliek uit het verleden. De SPD, bang gemaakt door de veronderstelde kracht van de nationalistische sentimenten onder de bevolking, heeft zich wederom aangesloten bij de grafdragers van een nobele, internationalistische gedachte. Leiders die bij de eerste tekenen van een crisis de principes van de partij verraden, die vertegenwoordigen mij niet langer. Daarom geef ik vandaag mijn lidmaatschap op.”17
En inderdaad, op vrijdag 17 juli 2015 keurde de SPD het Dictaat van Brussel in de Bundestag met een overweldigende meerderheid goed. 175 SPD’ers stemden ja, slechts vier stemden tegen. Ook de Duitse Grüne stemden voor het akkoord. 23 groenen stemden voor, slechts twee tegen. Al waren er hier wel veel meer onthoudingen. Het is de tweede keer dat Duitse groenen en sociaaldemocraten precies op beslissende momenten het Duitse Europa mee ondersteunen. Een eerste keer met de roodgroene regering die via de Hartz-hervormingen de loondumping in Duitsland organiseerde (2001). En nu keuren ze samen met de Merkelianen een neokoloniaal dictaat goed dat de machtsgreep van Duitsland over de eurozone bestendigd en het Europa van de solidariteit de facto onmogelijk maakt.
Duitsland, Frankrijk, Nederland, en Italië. Overal zag je hetzelfde scenario. Radicale taal voor de verkiezingen, om de opkomst van consequent links af te blokken. Eénmaal in de regeringen werd dat dan een bezuinigingsbeleid zoals alle anderen, op een paar punten en komma's na. Conform het harde Begrotingsverdrag van 2013 dat men zelf mee goedkeurde (inclusief PS en SP.A). De openlijke steun van Gabriel, Hollande en Dijsselbloem aan het Dictaat van Brussel legt de dominante lijn van de Europese sociaaldemocratie bloot. Dat merk je ook aan de sociaaldemocratische excellenties die een mandaat opnemen in de Europese instellingen. Ze lopen allemaal braafjes in de Duitse pas. Martin Schulz (SPD) toonde zijn botheid tegenover Griekenland als voorzitter van het Europees Parlement, en Pierre Moscovici (PS, Frankrijk) deed niet aan hardheid onder als commissaris van de Commissie Juncker tijdens de zogenaamde ‘onderhandelingen’ met Griekenland. Als de SP.A echt wil breken met deze politiek, dan zal Kathleen Van Brempt haar ondervoorzitterschap van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten moeten opgeven, en dan zal de SP.A ook moeten breken met de Europese fractie van sociaaldemocraten die door de SPD van Gabriel en de PS van Hollande gedomineerd wordt.
10. In plaats van onderhandelingen voert deze EU een economische oorlog
“Ik vrees dat de Duitse regering, met inbegrip van haar sociaaldemocratische fractie, op één nacht alle politiek kapitaal heeft vergokt dat Duitsland in meer dan een halve eeuw had opgebouwd”, zei de Duitse filosoof Jürgen Habermas vorige week.18 Hij vervolgde: “Duitsland heeft zich schaamteloos als Europese disciplinaire chef opgeworpen, en voor het eerst openlijk een claim gemaakt op Duitse hegemonie in Europa.” Habermas, van bij het begin één van de grote pleitbezorgers van de Europese integratie, vergist zich. De Duitse machtsgreep over de Europese Unie is niet nieuw. Het enige wat nieuw is, is dat ze tijdens het Dictaat van Brussel schaamteloos gebeurde en dat precies die schaamteloosheid miljoenen ogen op het continent heeft geopend.
Dat de Griekse bevolking tijdens de verkiezingen een massaal signaal tegen de onmenselijke besparingspolitiek van de Trojka had gegeven, was van generlei waarde
Al op 30 januari 2015, de pasgeboren nieuwe Griekse regering was amper een paar dagen oud, kreeg de nieuwe minister van Financiën, Yanis Varoufakis, in zijn bureau bezoek van de voorzitter van de Eurogroep, Jeroen Dijsselbloem. Daar kreeg hij meteen het dilemma dat Dijsselbloem hem stelde in het gezicht geslingerd: “Ofwel de politiek van het memorandum toepassen, ofwel worden de banken gesloten.”19 Van bij het prille begin was het duidelijk dat de tuchtmeesters van dit liberale Europa geen enkele marge zouden laten voor een andere politiek. Dat de Griekse bevolking tijdens de verkiezingen een massaal signaal tegen de onmenselijke besparingspolitiek van de Trojka had gegeven, was van generlei waarde. “‘Verkiezingen veranderen niets. Het enige wat telt, zijn de gemaakte afspraken’, met die woorden werd ik in februari in Brussel door Schäuble begroet”, vertelt Yanis Varoufakis.20 “Toen ik begin februari mijn eerste vergaderingen in Brussel bijwoonde, was in de eurogroep al een sterke meerderheid ontstaan met de Duitse minister van Financiën als middelpunt. Ze had een missie: elk akkoord op basis van de punten van overeenkomst tussen onze nieuwe regering en de rest van de eurozone blokkeren.”
Varoufakis: “Bij de zogenaamde verdedigers van de Europese democratie heerste een compleet gebrek aan enige democratische scrupules. Er waren zeer machtige mensen die je in de ogen keken en zonder verpinken zegden: ‘Je hebt gelijk in wat je zegt, maar we gaan je hoe dan ook verpletteren’. Je kon een argument uiteen zetten waar je echt op gewerkt had, om ervoor te zorgen dat het logisch en coherent was, maar daarna stuitte je enkel op glazige blikken. Het was alsof je niet gesproken had. Wat jij zegt staat totaal los van wat zij zeggen. Je had evengoed het Zweedse nationale volkslied kunnen zingen, dan nog had je hetzelfde antwoord gekregen.”21
Voor de aanhangers van het rampenkapitalisme was Griekenland al een laboratorium. De belangrijkste economische oorlogsdaad moest dan nog komen. Het droog zetten van de Griekse banken door de Europese Centrale Bank. Dat drastische schokrecept komt rechtstreeks uit de schokdoctrine, die Naomi Klein destijds zo treffend beschreef in haar gelijknamige boek. Het is de chantage van de ‘mort subite’, de onmiddellijke dood. Geen liquiditeiten, het sluiten van de banken, het stilvallen van de economie. Griekenland moest tot voorbeeld worden gemaakt.
Toch bleven de Griekse onderhandelaars proberen, tegen beter weten in, om de andere Europese landen rationeel en met economische argumenten te overtuigen. Als ware het onderhandelingen op voet van gelijkheid en geen economische oorlogsvoering van de economisch en financieel machtigste natie. Zelfs op dat laatste dramatische weekend, toen het Dictaat van Brussel werd opgelegd, bleven de Grieken aan de strategie van overtuiging vasthouden, zonder enig drukkingsmiddel van een plan B. “Minister van Financiën Efklidis Tsakalotos had zich goed voorbereid. Hij had een hele set van argumenten opgesteld, en hij verwachtte duidelijk uitgewerkte tegenargumenten. Maar in plaats daarvan, vond hij slechts mensen aan de tafel die eindeloos wetgeving en procedures aan het reciteren waren”, vertelt Stathis Kouvelakis van Syriza.22
De economische oorlog met Griekenland werd ook mogelijk gemaakt, doordat het land geïsoleerd was. De Grieken hadden na de verkiezingsoverwinning in januari op een minimale steun gerekend van op zijn minst het Frankrijk van Hollande en het Italië van Renzi. Maar al in februari kwamen Tsipras en Varoufakis van een kale reis terug uit Parijs en Rome. Het was duidelijk dat de sociaaldemocratische regeringen verkocht waren aan dit liberale Europa en hun nek niet zouden uitsteken om samen met de Grieken een andere politiek mogelijk te maken. Bij de strafste tegenstanders van de Griekse politiek waren ook landen die met gelijkaardige problemen kampen, zoals Italië, Spanje en Portugal. Zij gunden de Grieken geen enkele stap vooruit want dan zou hun eigen capitulatie duidelijker worden. Varoufakis: “Van bij het begin hebben die landen zeer duidelijk gemaakt dat ze de meest energieke tegenstanders van onze regering zijn. De reden was duidelijk: ons succes was hun grootste nachtmerrie. Wanneer wij erin zouden slagen een betere deal met Griekenland te bereiken, dan zou dat hen politiek hebben blootgesteld en zouden ze aan hun eigen bevolking moeten uitleggen waarom zij niet onderhandelden zoals wij.”23
11. In de dagen na het referendum werd een volks OXI omgebogen tot een opgelegde NAI
Op zondag 5 juli stemde de Griekse bevolking in het referendum massaal ‘neen’ tegen de eisen van de Trojka. In de arbeidersdistricten haalde het ‘neen’ het met meer dan 70 procent. In de rijkere wijken vond je tot 70 procent ja-stemmers. Maar uiteindelijk won ‘neen’ in alle districten van het land. Vooral het resultaat bij de jeugd was erg opvallend. Meer dan 85 procent van de jongeren tussen 18 en 24 stemden ‘neen’. Het is een generatie die compleet opgeofferd werd door de memorandumpolitiek van de Trojka en de failliete politiek van zowel Pasok als Nieuwe Democratie. Het referendum zette ook een proces van radicalisering in gang, met een hoogtepunt in de vrijdagbetogingen.
Duitsland wist maar al te goed dat Griekenland ten alle prijzen in de eurozone wilde blijven en de Grieken werden publiek aan het kruis genageld met een vernederend dictaat
Net na het referendum lag de oppositie uitgeteld op de grond. Zowel Pasok als Nieuwe Democratie hadden gefaald. Meer nog dan tijdens de verkiezingen in januari 2015. Enkele uren na de uitslag al nam de leider van Nieuwe Democratie, de vroegere premier Antonis Samaras, ontslag. De redding kwam van… Tsipras. De Griekse premier nam het initiatief voor een ‘raad van de politieke leiders’, onder leiding van de president van de republiek, een openlijke aanhanger van het ja-kamp. Op die meeting werd de dynamiek die doorheen het referendum was ontstaan opnieuw beteugeld. Besloten werd dat Griekenland koste wat het kost in de eurozone zou blijven, en dat het referendum geen mandaat was om te breken met de onderhandelingen maar enkel een mandaat om een betere onderhandelingspositie te bekomen.
De regering-Tsipras, ondertussen de facto een regering van ‘nationale eenheid’ legde een nieuw onderhandelingsplan op tafel waarin verschillende maatregelen stonden die bij het referendum waren verworpen. Het ‘neen’ uit het referendum was omgevormd tot een ‘ja’ in de onderhandelingen. En dus trokken de nieuwe minister van Financiën Efklidis Tsakalotos – zijn voorganger Yanis Varoufakis had ondertussen ontslag genomen – en premier Alexis Tsipras ongewapend naar de vergaderingen van de respectievelijke eurogroep (ministers van Financiën) en de eurotop (de premiers). Het resultaat is gekend. Duitsland wist maar al te goed dat Griekenland ten alle prijzen in de eurozone wilde blijven en de Grieken werden publiek aan het kruis genageld met een vernederend dictaat, dat bovendien verplicht door het Grieks parlement zou moeten goedgekeurd. “We stonden voor de keuze om ofwel geëxecuteerd te worden ofwel te capituleren. Tsipras besloot dat capitulatie de beste strategie was”, vertelt Yanis Varoufakis nadien.24
Volgens de Griekse grondwet heeft het resultaat van een referendum dezelfde waarde als een wet die door het parlement is aangenomen. Het resultaat kan niet ongedaan gemaakt worden, behalve door een nieuw referendum. In het referendum van 5 juli verwierp het Griekse volk een hele serie concrete maatregelen die door de Trojka werd voorgesteld. Dat het Griekse parlement op woensdag 15 juli verplicht werd om veel van die maatregelen toch aan te nemen, is ongrondwettelijk. Maar het uitschakelen van de Griekse rechtsstaat zal de herauten van een neoliberaal Europa worst wezen. “In een democratie is er geen impasse. Het volk heeft gesproken. Het heeft een groot neen uitgesproken aan de ultimatums, aan de chantage, aan de intimidaties, aan de propaganda en aan de terreur. Neen aan de memoranda”, zo sprak de Griekse parlementsvoorzitster Zoë Konstantopoulou op die bewuste woensdag 15 juli toen het Dictaat van Brussel in het Griekse parlement ter stemming lag. “Wij hebben het recht niet om met onze stem het neen van het volk te veranderen in een ja. Wij hebben evenmin het recht om het neen te interpreteren als een voorwaardelijk neen. Alle maatregelen in dit zogenaamde akkoord zijn door de burgers in een overweldigende meerderheid verworpen. Wij zijn gehouden hun stem te verdedigen want onze macht ligt bij hen.”25
De toespraak van de parlementsvoorzitster mocht niet baten. Ook de verklaring van de meerderheid van de leden van de partijraad van Syriza, het centraal comité, om het Dictaat van Brussel te verwerpen deed er niet meer toe. Een grote meerderheid in het Griekse parlement keurde het Dictaat goed, in een politieke logica van ‘het minste kwaad’, en onder zware druk om eventuele ‘dissidenten’ uit hun functie te ontheffen. Dat gebeurde ook na de stemming. Gewezen minister van Energie, Panagiotis Lafazanis, vertelt daar over: “De directe en brutale chantage die geleid wordt door de meesters van het Europese neokolonialisme is niet voldoende als excuus. Ik aanvaard deze éénrichtingsweg niet. Net zo min als ik de dwaze sancties en de beschuldiging van ‘afvalligheid’ aanvaard tegenover zij die zich hiertegen verzetten. Het is integendeel het Griekse parlement en de politieke partijen die het ‘protectoraat’ van Athene hebben aanvaard, het zijn zij die zich ofwel als stille lammeren hebben opgesteld ofwel het nieuwe protocol als ‘noodzakelijk kwaad’ hebben aanvaard, die verantwoordelijk zijn.”26 Zo werd op nauwelijks tien dagen tijd een volks OXI (neen) omgebogen in een opgelegde NAI (ja).
Ondertussen vervelt Syriza snel naar een kracht die doorheen het Derde Memorandum het regime van een schuldenkolonie zal verder zetten. Ook de zuivering in Syriza gaat verder. Al tien ministers en plaatsvervangende ministers hebben de voorbije dagen hun ambt neergelegd of werden ontslagen. De zogenaamde financiële hulp, die voor het overgrote deel onmiddellijk naar de bankrekeningen van de buitenlandse leenheren zal terugkeren, zal slechts in kleine brokjes komen. En bij elk brokje zal de Trojka meer bloed van de Griekse bevolking vragen. De vernedering van de regering-Tsipras zal wellicht compleet zijn. De Trojka zal ze tot het bittere einde voort zetten, door de regering te verplichten maatregelen aan te nemen die geen enkele regering voordien heeft genomen. Tot de regering-Syriza kan worden weggegooid, als een uitgeperste citroen.
12. De Euro produceert haar eigen doodgravers
“Ze konden niet geloven dat de Europeanen zouden reageren zoals ze hebben gereageerd”, aldus Stathis Kouvelakis van het Links Platform in Syriza.27 “Tsipras en de leiding van Syriza hebben van bij de start een consistente lijn aangehouden. Ze dachten dat door een ‘realistische’ benadering in de onderhandelingen te combineren met een zekere retorische vastheid, ze toegevingen konden bereiken. Ze hebben zich echter steeds meer in die lijn vastgezet, en toen ze beseften dat ze in de val zaten, hadden ze geen alternatieve strategie.” Verder zegt Kouvelakis: “Ik denk dat Tsipras eerlijk geloofde dat hij een positieve uitkomst kon bereiken door een benadering die gericht was op onderhandelingen en het tonen van goede wil. Dat is ook de reden waarom hij voortdurend vertelde dat hij geen alternatief plan had. Hij dacht dat hij een zekere vorm van beloning zou krijgen, door zich op te stellen als ‘loyale Europeaan’, zonder enige ‘verborgen agenda’.”
De bedoeling van de Europese Unie was nooit tot een onderhandeld akkoord te komen. Maar wel om Syriza, of op zijn minst het programma van Syriza te vernietigen...
De Griekse ervaring toont dat in deze Europese Unie, bewaakt door de ijzeren hand van Merkel en de kilo’s van verdragen en pacten waarin het soberheidsbeleid is ingeschreven, geen enkele ruimte bestaat voor het ombuigen, of zelfs voorzichtig bijsturen van de Duitse besparingsobsessie. Ook ‘loyale Europeanen’ worden door Berlijn genadeloos kaltgesteltt, van zodra ze de officiële politiek in vraag te stellen. “Ik denk dat dit duidelijk maakt wat links vandaag is. Links zit vol mensen die welmenend zijn, maar die totaal onmachtig zijn op het domein van echte politiek. Tot het einde dachten zij dat ze iets van de Trojka zouden bekomen. Ze dachten dat ze een zeker compromis zouden vinden ‘tussen partners’. Ze dachten dat ze gemeenschappelijke waarden deelden zoals respect voor een democratisch mandaat, of de mogelijkheid tot een rationele discussie gebaseerd op economische argumenten”, vertelt Kouvelakis nog. Het bewijst dat deze Europese Unie niet gebouwd is op de rationale waarden van de Franse Verlichting, maar net als elk kapitalistisch project op naakte krachtsverhoudingen steunt.
Ondanks verschillende waarschuwingen, faalde de regering-Syriza te erkennen dat de Europese Unie niet echt wilde onderhandelen. De bedoeling van de Europese Unie was nooit tot een onderhandeld akkoord te komen. Maar wel om Syriza, of op zijn minst het programma van Syriza te vernietigen en daarmee ook de hoop weg te nemen die bij de slachtoffers van de humanitaire catastrofe was gerezen. “We hadden het optimisme en de naïviteit om te geloven dat de onderhandelingen op een juist, een eerlijk en een duurzaam akkoord zouden kunnen uitlopen. We hebben hun wil om te vernietigen onderschat. Zonder plan B zaten we in de val”, zegt ook voormalig minister van Energie Panagiotis Lafazanis.28
“Ik heb de competentie van de Griekse regering misschien overschat. Ze dacht na het referendum wonderlijk genoeg dat ze betere voorwaarden kon afdwingen zonder een noodplan, een plan B, op zak te hebben. Nu heeft ze nog duidelijk slechtere voorwaarden. Dat is natuurlijk een schok”, vertelde Paul Krugman.29 Volgens Yanis Varoufakis was er wel even sprake van een kleine groep die een uitstap uit de euro zou voorbereiden, maar dat plan stuitte op een onverbiddelijk ‘njet’ van premier Tsipras. Het plan werd dus ook niet uitgewerkt. Eenvoudig zou dat ook niet gaan. Bij het uittreden van de euro en de devaluatie van een nieuwe drachme zou nog steeds de schuldenkwestie open blijven. De regering-Syriza heeft altijd gesteld dat ze de terugbetalingen wenste te doen, in ruil voor een schuldverlichting. Zelfs dat werd hen niet gegund. Het politieke doel was de Griekse regering te kunnen doodknijpen. Het is dus zeer waarschijnlijk dat de Grieken ook geen schuldverlichting zouden krijgen bij een conflictuele uittrede uit de euro. Bovendien zouden de schulden dan in de duurdere euro gelabeld worden en niet in de nieuwe gedevalueerde munt. Bij het niet betalen van de schulden zou wellicht een internationale boycot volgen. Energie en voedsel zouden waarschijnlijk de bon op moeten doorheen een rantsoenering. In de hoop om de economie later los te krijgen door de voordelen van een devaluatie (export, nieuwe investeringen). Het kan zijn dat een Grexit op termijn leefbaar is, maar zeker is dat zulk plan goed moet worden onderbouwd en uitgewerkt.
“De meerderheid van de Griekse bevolking wou geen exit uit de euro. In tegenstelling tot Yanis Varoufakis was dat voor Alexis Tsipras de rode lijn waar hij niet over wou. De stap naar of zelfs de dreiging met een Grexit waren voor Tsipras taboe. Daar stopte het pokeren. De kiesbeloftes, het neen van het referendum, een pak geloofwaardigheid, het werd allemaal opgeofferd om Griekenland in de eurogroep te houden. Omdat Tsipras de monetaire bom niet op scherp wou zetten, werd hij chanteerbaar. Een vogel voor de Duitse kat”, schrijft Paul Goossens.30 Goossens heeft gelijk. Alleen: ‘de publieke opinie’ is geen inert gegeven. Ook de publieke opinie kan van gedacht veranderen. Probleem is dat de regering-Syriza van bij de start de poort dicht heeft gehouden om de publieke opinie voor te bereiden op een mogelijke uittrede uit de ijzeren euro. Tijdens de referendumcampagne zag je de lijnen echter wel bewegen. Dag na dag vertelden de grote media, in handen van de oligarchen, dat een neen-stem onvermijdelijk een Grexit-stem zou zijn. Ondanks die chantage stemden de Grieken massaal neen, ergens wetende dat dit tot een uittrede van Griekenland uit de eurozone zou kunnen leiden.
“Als je Tsipras en zijn partijgenoten iets kwalijk kunt nemen, is het dat zij te eurofiel waren”, schrijft Koen Haegens in De Groene Amsterdammer.31 “Tot het einde toe bleven zij geloven in Europa. Zodanig, dat ze de afgelopen maanden steevast weigerden zich op een Grexit-scenario voor te bereiden. Met als gevolg dat toen het de afgelopen weken zo ver dreigde te komen, ze Merkel op hun knieën moesten smeken om te mogen blijven. Ten koste van alles. Zo naïef zal geen regering die het predicaat ‘links’ waardig is in de toekomst nog zijn. Het is eens en voor altijd duidelijk dat wie een andere, socialere politiek wil in de euro niets te zoeken heeft. In één weekeinde zijn over het hele continent milde critici van de eenheidsmunt bekeerd tot geharnaste tegenstanders. De euro produceert haar eigen doodgravers.”
“De concurrentie en de winstjacht op een vrije markt zijn de basis van de Europese Unie. Ze staan in de basisteksten van de Unie gebeiteld. Ze woekeren en woekeren en verstikken alles”, schreef ik in 2011 in Hoe durven ze. “We moeten de concurrentieconstructie niet opnieuw inkleden of de on-evenwichten een nieuw verflaagje geven. We hebben een andere basis nodig, andere fundamenten. Samenwerking en solidariteit moeten in de plaats komen van concurrentie en on-evenwichten. Dat veronderstelt een heel ander Europa.” Die woorden lijken mij vandaag meer dan ooit actueel. De Griekse ervaring leert dat er binnen deze Europese Unie geen plaats is voor een beleid dat gestoeld is op samenwerking, solidariteit, evenwichtige investeringen, en regionale ontwikkeling. Het is onmogelijk om de Europese Verdragen te veranderen zeggen de Junckers en de Schäubles van deze wereld. Maar wanneer het hen uitkomt zijn ze de eersten om ‘de regels’ te veranderen. Dat was zo met de overtredingen van de Maastricht-normen door Duitsland en Frankrijk, dat was zo met de bankencrisis, en dat is vandaag zo met de dreiging om Griekenland uit Europa-land te gooien, terwijl dat in geen enkel verdrag voorzien is. We moeten van deze crisis gebruik maken om de bestaande verdragen op de schop te nemen. Het moet mogelijk worden om financiële solidariteitstransfers toe te staan, om publieke monopolies uit te bouwen, om politiek tussen te komen met de Europese Centrale Bank, en om de begroting zonder de muilkorf van bezuinigingsnormen te gebruiken voor de noodzakelijke industriële, sociale en ecologische investeringen. Als Europa wil overleven, dan zullen de fundamenten moeten veranderen. Het alternatief is dat de hele Unie uit elkaar spat, en dat de nationalistische spanningen van het begin van de 20e eeuw opnieuw hun intrede zullen maken in deze prille 21e eeuw.
13. De Griekse ervaring heeft miljoenen Europeanen aan het denken gezet
“We moeten Tsipras en de zijnen dankbaar zijn dat ze barsten hebben geslagen in het betonnen pantser van het Brusselse conformisme. Ze hebben miljoenen Europeanen aan het denken gezet, tot in het dorpscafé”, schrijft Geert Van Istendael op MO* online.32
Het is niet omdat ze de duimen heeft moeten leggen tegen onmenselijke chantage dat men kan doen alsof de Griekse regering niet gevochten heeft
Van Istendael heeft gelijk. De volkeren in Europa zijn een ervaring rijker en wat je ook van Syriza mag vinden, het is dankzij een zekere confrontatie tussen de Griekse regering en de Duitse tuchtmeesters van de Unie dat overal de ogen open gaan. In het beursblad Trends noteert redacteur Jozef Vangelder: “Volgens de een is hij een groot strateeg, volgens de ander een klungelende narcist. Maar één ding moet je Alexis Tsipras nageven: hij heeft een halfjaar lang een wereldleider als de Duitse bondskanselier Angela Merkel aan het lijntje weten te houden en met haar alle andere Europese tenoren. Niet slecht voor de premier van een economisch pluimgewicht. Het aandeel van Griekenland in het bruto binnenlands product van de eurozone was vorig jaar 1,8 procent.”33 Uiteindelijk werd pluimgewicht Tsipras knock-out geslagen door het Duitse zwaargewicht en haar bondgenoten. Feit blijft dat sinds het invoeren van de euro in 2002 geen enkele regering de handschoen durfde op te nemen tegen het monetaristisch soberheidsbeleid dat door Frankfurt in alle wetten en verdragen van de Europese Unie werd gegoten.
Om allerlei redenen kon de regering-Syriza niet verder springen dan haar stok lang was. Het pluimgewicht van enigszins naïeve humanisten kon onmogelijk boven haar gewichtsklasse boksen. Het is niet omdat ze de duimen heeft moeten leggen tegen onmenselijke chantage dat men kan doen alsof de Griekse regering niet gevochten heeft. In 2011 had ik het over het dictatoriaal karakter van deze Europese Unie, en de noodzaak om Europa helemaal te herdenken. Maar dat was een boek. Door de ervaring van de botsing van de Griekse regering met de Europese instellingen zijn er nu in heel Europa miljoenen mensen die het karakter van deze Unie hebben begrepen. Je kan dat inzicht niet declareren aan de zijlijn. Er was de ervaring nodig dat de verzoenende opstelling van de Griekse regering tegenover deze Unie een doodlopende piste is. Dat is geen detail. Het is een les voor de komende strijdbewegingen in Europa, die ondertussen door heel veel mensen is begrepen. “Een volledige generatie die is opgegroeid in het besef dat Europa een politiek-economische garantie was op vrede, vooruitgang, samenwerking en solidariteit, begint aan Europa te twijfelen”, schrijft Yves Desmet in De Morgen.34 “Het beeld van Europa als uiteindelijke goedaardige en beschermende reus ligt aan diggelen. Het Europa van vandaag is dat van de schuldeisers, niet langer dat van de schuldenaars. Het is het Europa van de top 1 procent, de elites en de banken, wier lobby-machines zoveel sterker en zwaarder wegen dan die van de gewone Griek.”
Aan de andere kant heeft men die les ook begrepen. “Ik ben vooral ongerust over de risico’s van politieke en ideologische besmetting. Het lijkt me dat sommige politici en enkele intellectuelen in Europa bereid zijn alles in Europa in vraag te stellen: de verdragen, maar ook de traditionele manier van denken in Europa, de Europese constructie en onze waarden”, zegt Europees president Donald Tusk aan Le Monde.35 “Rusland is niet het belangrijkste element van deze bedreiging. Naar mijn mening is de atmosfeer in Europa vandaag erg gelijkaardig aan die van 1968. Ik voel een gemoedstoestand die misschien niet revolutionair is, maar wel ongeduldig. Maar wanneer ongeduld een collectief sentiment wordt, dan kan het leiden tot een revolutie. De massale jongerenwerkloosheid in Europa is wellicht de meest klare en zichtbare reden.”
De Griekse ervaring is geëindigd in een tijdelijke nederlaag. Maar als de lessen uit het drama zich enten op nieuwe strijdbewegingen in Europa, dan kunnen die enkel sterker worden.
Peter Mertens, De Wereld Morgen, 24 juli 2015
1. NOS.nl, 14 juli 2015 • 2. Geciteerd in De Tijd, 16 juli 2015 • 3. CADTM, 20 juli 2015 • 4. De Standaard, 18 juli 2015 • 5. Der Spiegel Online, 18 juli 2015 • 6. Deutsche Wirtschafts Nachrichten, 15 juli 2015 • 7. Deutsche Wirtschafts Nachrichten, 15 juli 2015 • 8. IMF, 14 juli 2015 • 9. Knack.be, 20 juli 2015 • 10. De Morgen, 13 juli 2015 • 11. Geciteerd in De Tijd, 16 juli 2015 • 12. Handelsblatt, 17 juli 2015 • 13. Deutsche Wirtschafts Nachrichten, 21 juli 2015 • 14. German Foreign Policy, 23 juli 2013 • 15. De Tijd, 14 juli 2015 • 16. Knack.be, 16 juli 2015 • 17. Die Zeit Online, 15 juli 2015 • 18. The Guardian, 16 juli 2015 • 19. Le Journal des Redacteurs, 20 juli 2015 • 20. Die Zeit, 15 juli 2015 • 21. New Statesman, 7 juli 2015 • 22. Jacobin Magazine, 16 juli 2015 • 23. New Statesman, 7 juli 2015 • 24. RT, 18 juli 2015 • 25. CADTM, 20 juli 2015. Zie: http://cadtm.org/Discours-de-Zoe-Konstantopoulou-en • 26. News247, 18 juli 2015 • 27. Jacobin Magazine, 16 juli 2015 • 28. L’Humanité, 13 juli 2015 • 29. Frankfurter Allgemeine Zeitung, 20 juli 2015 • 30. De Standaard, 18 juli 2015 • 31. De Groene Amsterdammer, 13 juli 2015 • 32. MO, 20 juli 2015 • 33. Trends, 17 juli 2015 • 34. De Morgen, 16 juli 2015 • 35. Le Monde, 13 juli 2015
Reageren op dit artikel? Mail naar redactie@solidair.org.