




In twee dagen 226 organisaties van over heel de wereld bijeen brengen om meer dan 300 lezingen, debatten, workshops en conferenties over klimaatverandering te houden. Dat is de buitengewone tour de force waar het Franse platform van klimaatactivisten Coalition Climat 21 in is geslaagd. Hun Sommet Citoyen pour le Climat of Alternatieve Klimaattop vond plaats op 5 en 6 december in Montreuil, parallel met de COP21. Het centrum van die Parijse gemeente werd het toneel van het Climat Forum en het Village Mondial des Alternatives, een ontmoetingsfestival voor activisten, wetenschappers en andere nieuwsgierigen, georganiseerd door Alternatiba, een internationale klimaatbeweging. Volgens de organisatoren trok het geheel zo'n 27.000 mensen. Op de slotzitting spraken beroemde activisten zoals Kumi Naidoo en Naomi Klein.
Een blik op het programmaboekje en ik wist dat het onmogelijk zou worden om een volledig beeld te schetsen van het Climat Forum. Het overweldigende aanbod mikte duidelijk op de volledigheid: van lezingen over schaliegas, vrijhandelsverdragen of ecolandbouw over panelgesprekken met groene presidentskandidates en een internationale vredesbeweging die uitsluitend uit vrouwen bestaat tot workshops over burgerlijke ongehoorzaamheid en groepsdiscussies over racisme in de groene beweging. Het Lycée Jean Jaurès in de Parijse gemeente Montreuil mocht het gros van deze activiteiten huisvesten, andere locaties die voor de gelegenheid klimaatactivisten van over heel de wereld ontvingen waren een concertzaal, een café, het stadhuis en ook cinema Méliès, genoemd naar de Franse filmpionier George Méliès, die in Montreuil een van de eerste filmstudio's ter wereld bouwde.
Het mocht dan wel een verkiezingsweekend zijn, heel het openbare leven in de voorstad werd beheerst door de bonte verzameling ecologisten die er zaterdagochtend is neergestreken.
Coaltion Climat 21 ontstond vorig jaar op initiatief van verschillende activistennetwerken en onderzoekscentra. De coalitie staat helemaal in het teken van de COP21 en wil lessen trekken uit de teleurstellende ervaringen van de klimaatbeweging in Kopenhagen en Warschau (zie verder). De coalitie omvat vakbonden, sociale bewegingen, vredesbewegingen, mensenrechtenorganisaties, religieuze groeperingen en ngo's, in totaal meer dan 130 verenigingen. Om te vermijden dat de klimaatbeweging opnieuw met een kater zou achterblijven na Parijs, probeert de coalitie met haar alternatieve klimaattop vooral een scharnierpunt te bouwen dat activisten en wetenschappers verenigt om na de COP21 actie te blijven voeren. Naast het Climat Forum bestond de Sommet Citoyen ook uit een grote betoging voor agriculture paysanne en op het Place Jean Jaurès voor het stadhuis kon hetzelfde ecologische publiek terecht in een Village Mondial des Alternatives, een rondtrekkend festival, georganiseerd door Alternatiba, dat eerder dit jaar ook enkele keren in België halt hield. Hier werden concrete alternatieven voor onze levensstijl, productiewijze en samenlevingsmodel voorgesteld en kon men terecht voor een drankje en een hapje tegen een achtergrond van muziek, flashmobs en nog meer politieke debatten.
De aanwezigheid van tienduizenden klimaatactivisten in Parijs maakt dat de stad overspoeld is met affiches, stickers en slogans met diverse boodschappen. Overal in Montreuil fungeren straatpaaltjes als lange neus voor François Hollande, die een ambitieus en bindend akkoord had beloofd maar waarschijnlijk op voorhand wist dat dit er niet van zou komen. Een andere opmerkelijke actievorm is 'brandalism', waarbij nep-reclameposters worden opgehangen aan bushaltes om de vervuilende bedrijven die de klimaattop sponsoren aan te klagen wegens green washing. De meeste van die affiches zijn ondertussen verwijderd, maar het thema van de vervuilende multinationals die zich een groen imago kopen door de COP te sponsoren hangt op ieders lippen in het Climat Forum.
Pascoe Sabido is onderzoeker bij Corporate Europe Observatory (CEO) en houdt een lezing over dat onderwerp in de raadszaal van het stadhuis van Montreuil. Volgens hem gaat het probleem veel verder dan green washing. CEO is gespecialiseerd in de lobby van multinationals en Sabido legt uit dat de sponsoring van de COP eerst en vooral dient om nog meer invloed te krijgen op de onderhandelingen om te verhinderen dat er een ingrijpend akkoord wordt gesloten dat hun winstmogelijkheden in gedrang brengt. “Wie denkt dat de COP21 het klimaat zal redden?” vraagt Sabido aan het publiek. Niemand geeft een kik. “Wie denkt dat de onderhandelaars vooral de belangen van de multinationals dienen?” Alle handen schieten de lucht in. “In dat geval kan ik de lezing overslaan”, lacht Sabido, “iedereen is al overtuigd.”
Gelukkig doet hij dat niet. Zijn uiteenzetting is namelijk zeer verhelderend, ook voor doorgewinterde klimaatactivisten. De instelling van de Verenigde Naties (VN) die de klimaattoppen organiseerd, het CNUCC, werd officieel opgericht in 1992 naar aanleiding van de eerste internationale conferentie over het klimaat in Rio De Janeiro. Maar een jaar eerder al richtten bedrijven als Volkswagen, Shell en Toyota al een internationale lobbygroep op die zou uitgroeien tot de World Business Council for Sustainable Developpment (WBCSD). Bedoeling was om te verzekeren dat de stem van de grote industrie vanaf het begin gehoord zou worden in de onderhandelingen en dat hun model van vrijhandel zou worden overgenomen. Ondertussen is de WBCSD uitgegroeid tot een van de machtigste CO2-lobby's ter wereld. Op de ledenlijst vindt men zowat alle grote vervuilers ter wereld.[1]
De hele geschiedenis van de COP's die na Rio volgden, leest volgens Sabido als een crescendo van lobbywerk met Parijs als climax. In Kyoto (1997) domineerde het vrijemarktprincipe van de multinationals waardoor de beruchte CO2-markt het levenslicht zag. Twee jaar later richtte de VN samen met opnieuw Shell en Bank of America de drukkingsgroep International Emission Trade Organisation (IETO) op om dat model te promoten. De grote shock kwam in 2009, toen de klimaatbeweging massaal aanwezig was voor de COP15 in Kopenhagen die werd aangekondigd als de meest ingrijpende sinds Kyoto, maar waar zo goed als niets uit de bus kwam. De belangrijkste reden voor dit falen is volgens vele klimaatactivisten het binnenlaten van niet minder dan 500 afgevaardigden van IETO in de onderhandelingsruimten. Toppunt was tot nu toe de COP19 in Warschau (ook wel de "Corporate COP" genoemd) waar vervuilende multinationals als Arcelor Mittal en BMW voor het eerst als directe sponsor mochten optreden.
In Parijs zullen multinationals vijf keer meer sponsoren dan in Warschau en doen ze naast green washing ook aan blue washing: ze mogen het logo van de VN gebruiken. Daarnaast krijgen ze rechtstreekse toegang tot de onderhandelingstafel. Op dezelfde site waar de COP plaatsvondt, pakken enkele multinationals uit met een expo getiteld Solutions Paris, waar promotie wordt gemaakt voor de agenda van de big business maar waar ook druk genetwerkt wordt. Pascoe Sabido voorspelt dat de multinationals de onderhandelingen zullen doen mislukken (Renault-Nissan, een van de sponsors, zit ook een belangrijke lobbygroep voor die tegen een bindend akkoord lobbyt) om achteraf met hun eigen “oplossingen” op de proppen te komen. “Multinationals to the rescue! Het zou een van de grootste marketingstunts uit de geschiedenis worden. De hele bedoeling is natuurlijk verhullen dat het probleem net bij het business model van de multinationals ligt.”
Het lobbywerk en de sponsoring van de multinationals leggen dus vooral een democratisch probleem bloot. De grootste vervuilers ter wereld kunnen staten verhinderen actie te ondernemen voor het klimaat, simpelweg omdat ze zo machtig zijn. Die ondemocratische inmenging begint al op het niveau van de landen, nog steeds volgens Pascoe Sabido van CEO. “De resoluties waarmee de afzonderlijke staten naar de COP kwamen, zijn niet voor niets zo zwak. De VN berekende dat de opwarming tussen de 3 en 4°C zou bedragen als we die resoluties zouden toepassen, ver boven de zelfverklaarde grens van 2°C dus. Ook dat is het gevolg van lobbywerk. Regeringsleiders horen rondom zich steeds hetzelfde verhaal, dat van de multinationals, en bij gebrek aan een alternatief verhaal gaan ze daar een voor een in geloven.”
Een bedrijf als Total bijvoorbeeld drukt zijn agenda door via de Union Française des Industries Pétrolières (UFIP), l'Association Française de Gaz, Fuse Europe, de International Association of Oil & Gas Producers en algemene werkgeversorganisaties zoals de Chambre de Commerce et de l'Industrie, Medef en Business Europe. Al die groepen werpen zich op in het politieke debat en allemaal vertellen ze hetzelfde verhaal van vrijhandel en marktwerking. Daarbovenop beschikken grote bedrijven over zogenaamde hired guns, lobbykantoren die tegen betaling voor specifieke agendapunten lobbyen en last but not least: think tanks. Total kan respectabiliteit en geloofwaardigheid uitstralen door een denktank te citeren, zelfs als het die waarschijnlijk zelf financiert. “Zo ontstaat de illusie dat iedereen het erover eens is dat het businessmodel van de multinationals het beste is voor mens en planeet, terwijl dit manifest onwaar is.”
Het verhaal dat de multinationals via al hun kanalen verspreiden, komt telkens hier op neer:
1. Het klimaat is belangrijk, maar de economie is belangrijker.
2. Gas gaat ons redden, het is minder vervuilend dan steenkool en 'betrouwbaarder' dan wind- of zonne-energie.
3. Als bepaalde landen te strikte milieunormen opleggen, zien de grote bedrijven zich verplicht te delokaliseren en dat zou ten koste gaan van vele jobs. In plaats van normen op te leggen, kan men de keuze voor technologie best overlaten aan de markt. Op die manier kunnen consumenten zelf over hun toekomst beslissen.
4. In plaats van op lange termijn naar nuluitstoot te streven, moet er naar “netto nuluitstoot” (“net zero”) gestreefd worden. Dat wil zeggen dat men evenveel CO2 moet opnemen als men uitstoot. De technologie waar multinationals van dromen is de opslag van uitgestoten CO2, maar vooralsnog bestaat die niet en het is onduidelijk of dit ooit mogelijk zal zijn.
Het is opmerkelijk hoeveel wereldleiders dat verhaal hebben overgenomen. François Hollande bijvoorbeeld steunt het voorstel van Shell om naar een netto nuluitstoot tegen 2100 te streven. Hij negeert daarbij de kritische bedenkingen van het IPCC dat betwijfelt dat technologie voor CO2-opslag mogelijk is en heeft berekend dat er twee keer de oppervlakte van Afrika aan bos nodig is om via natuurlijke CO2-opname onder de 2°C te blijven. Bij de Europese Commissie vindt het voorstel om gas te promoten veel bijval, hoewel er bij de ontginning van aardgas meer en sterkere broeikasgassen vrijkomen dan bij de ontginning van olie.
Democratie, of beter gezegd het gebrek daaraan, lijkt de rode draad te zijn die door de talrijke discussies op het Climat Forum loopt. Tijdens een conferentie over vrijhandelsverdragen met sprekers uit Europa, Noord-Amerika en Azië worden opnieuw de multinationals met de vinger gewezen. Dankzij dat soort verdragen kunnen die multinationals namelijk hun invloedssfeer vergroten, wegen op de reglementering en vaak zelfs staten voor een rechtbank slepen als het bedrijf vindt dat een overheid hun winstmogelijkheden belemmert. Zo staan multinationals letterlijk boven de wet die ze deels zelf schrijven (uit gelekte documenten blijkt bijvoorbeeld dat Exxon Mobil het hoofdstuk over Energie van het TTIP mocht inkijken en aanpassen nog voordat het bij het Europees Parlement kwam). Klimaat en milieu zijn bijgevolg steeds de dupe van die verdragen die handel boven duurzame ontwikkeling plaatsen.
Tijdens de lezing neemt een Indiase vrouw uit het publiek het woord, met wie ik later nog even afsprak. Ze is voorzitter van de ngo Action for the Global South en maakt in die hoedanigheid deel uit van de VN-commissie voor Voedselzekerheid die elk jaar in Rome bijeenkomt. “Tijdens de laatste zitting werd onderhandeld over het toevoegen van water in de zogenaamde Emergency Food Reserves, nationale voedselreserves die VN-lidstaten voor hun bevolking moeten aanleggen voor noodgevallen. Dit gaat in tegen de plannen van bepaalde multinationals die op verschillende plaatsen in de wereld werk maken van de privatisering van water.” De VS en Canada traden de vertegenwoordigers van het bedrijfsleven bij in de commissie maar de ngo's bleven op hun strepen staan. “Na een aparte discussie tussen de VS en ons gaven de VS plots toe, op enkele details na. De andere ngo's feliciteerden ons voor deze zeldzame overwinning op de grootste mogendheid ter wereld, maar ik wist dat er nog een staartje aan het verhaal zou komen. En inderdaad: tijdens de slotzitting las de Amerikaanse vertegenwoordiger een statement voor om duidelijk te maken dat de VS niets uit de VN-commissie als wettelijk bindend beschouwen aangezien de documenten geen obstructie mogen vormen voor onze handelsverdragen.”
Wie honderden organisaties bijeenbrengt om ideeën uit te wisselen, kan er zeker van zijn dat het aantal standpunten en invalshoeken zo goed als oneindig is. Om toch de neuzen een beetje in dezelfde richting te krijgen, planden de organisatoren een afsluitende “plenaire zitting” met sprekers van over heel de wereld, onder wie de beroemde Canadese auteur Naomi Klein (The Shock Doctrine, This Changes Everything) en de Zuid-Afrikaanse activist Kumi Naimoo, huidig voorzitter van Greenpeace. De avond werd in goede banen geleid door Geneviève Azam, hoogleraar economie aan de universiteit van Toulouse en ook fervent klimaatactiviste. “Onze beweging groeit. We kunnen bergen verzetten, door moed en inspiratie te geven aan de mensen. Door onze ecologische alternatieven te populariseren bouwen we tegelijk aan een humane, solidaire en rechtvaardige wereld”, zo opende een van de organisatoren van Alternatiba de avond.
Dat verband tussen ecologische en sociale politiek werd ook door andere sprekers aangehaald. Anabella Roseberg van de International Trade Union Confederation wees op de historische overwinningen van de internationale arbeidersbeweging die door de klimaatsverandering op de helling komen te staan. “De werkgevers proberen nu om jobs tegenover het klimaat te stellen. We moeten die valse solidariteit die zij plots vertonen voor de werkende mensen doorprikken. De klimaatbeweging heeft het potentieel om tot een echte oplossing te leiden voor de sociale problematiek, omdat het klimaat enkel gered kan worden door ons economische systeem grondig aan te passen. Maar de transitie is alleen mogelijk als we samenwerken.”
Karl Reguron uit Frans Polynesië bracht dan weer een boodschap van internationale solidariteit. “Ken je die eilanden waar Jacques Brel over zingt en die Paul Gauguin zo mooi heeft geschilderd? Wel, sommigen staan nu al onder water. De rest volgt nog, als we niet snel ingrijpen.” “Weet je welke slogan de activisten in de Stille Oceaan scanderen?” trad Kumi Naidoo hem bij. “One point five to stay alive. Voor hen gaat het niet over zachtere winters of nattere zomers, maar over het behoud van de grond onder hun voeten.” Doudou Pierre Festile van de internationale boerenbeweging Via Campesina kan ervan meespreken. Zijn land Tahiti is het land dat het meest geraakt is door de klimaatverandering. De laatste jaren razen de cyclonen bijna constant over het eiland en elke keer vallen daarbij veel dodelijke slachtoffers. “De klimaatcatastrofe is er niet vanzelf gekomen, ze is gecreëerd door mensen. Overal in het Zuiden zien we hoe multinationals het land willen domineren voor winstgevende chemische landbouw en monocultuur. Dat is een ramp voor het milieu én voor de kleine boeren die hun land verliezen. Zo creëren bedrijven als Monsanto eerst honger, om daarna met genetisch gemanipuleerde gewassen af te komen. GMO's zijn niet de oplossing, we moeten naar een wereldwijde herinvoer van duurzame landbouw op maat van de kleine boeren.”
Een ander thema dat verschillende sprekers aansneden en waar bij de activisten veel onvrede over bestaat, zijn de zware veiligheidsmaatregelen van de Franse regering na de aanslagen van 13 november. Veel acties die de klimaatbeweging had gepland, zijn verboden, zoals de grote Klimaatmars op 29 november waar een half miljoen mensen werden verwacht. “In mijn boek over de Shock Doctrine probeer ik te definiëren wat een shock precies is: een gebeurtenis waarvoor we nog geen verhaal hebben. Volgens mij gaat het over de kloof tussen de gebeurtenis en het narratief. We mogen die kloof niet laten opvullen met hun verhaal. We moeten ons verhaal vertellen. Het is cruciaal dat we de straten weer opeisen.” De Zuid-Afrikaanse activist Kumi Naidoo (Greenpeace) had nog een eitje te pellen met de Franse regering. “Wat Hollande heeft gedaan, is verraad plegen op de nagedachtenis van de slachtoffers van 13 november. De echte test van de democratie is niet of we vrijheid van vereniging, van openbare vergadering en van meningsuiting kunnen toepassen wanneer alles goed gaat, maar net wanneer er een uitdaging is. De Franse regering is voor die test gefaald. Ik schreef eerder dit jaar een open brief aan premier Laurent Fabius naar aanleiding van de dertigste verjaardag van de aanslag van de Franse veiligheidsdienst op onze boot Rainbow Warrior waarbij een van onze makkers het leven liet. Maar de Franse regering wil zich nog steeds niet excuseren.”
De centrale vraag van de avond was simpelweg: wat nu? Dat het klimaat niet zal gered worden door de onderhandelaars enkele kilometers verderop in de COP is ondertussen voor iedereen duidelijk. “We moeten inzien dat onze leiders enkel de belangen van de 1% dienen. De COP is gehijacked door multinationals en hun CO2-lobbyisten. Alsof een AA-meeting zou gesponsord worden door alcoholbedrijven”, aldus Kumi Naidoo. “De mensen die in Le Bourget hun best doen om toch nog iets te winnen, zijn gezegend, maar het akkoord zal onvoldoende zijn om onze veiligheid te verzekeren. Op basis van wat nu op tafel ligt, gaan we naar een opwarming van 3 à 4°C. En dat akkoord zou nog niet eens wettelijk bindend zijn. Over strafmaatregelen voor landen die hun engagementen niet nakomen, wordt zelfs niet gesproken. Ze hebben de rode lijn overgestoken. En wij gaan hen dat zeggen. We gaan hun zelfvergenoegde foto op 12 december niet aanvaarden”, stak Naomi Klein van wal.
“Maar we kunnen onze beweging niet gewoon verder uitbouwen op een NEE, op een afwijzing van een akkoord of zelfs van een samenlevingsmodel. We moeten de wereld die we wél willen definiëren, met een JA-verhaal komen”, ging Klein verder. “Daarom dat we dit voorjaar met een heel aantal Canadese ecologische maar ook sociale bewegingen zoals de vakbonden en organisaties van Indigenous People rond de tafel gingen zitten in Toronto om het Leap Manifest te schrijven. Daarin stellen we dat we na het huidige paradigma van Uitbuiting, zowel van mens als planeet, naar een model van Zorg willen gaan. De energievoorzieningen moeten gedemocratiseerd worden, we hebben meer en groenere jobs nodig, de besparingen op de huidige groene jobs zoals in de openbare sector moeten stoppen, we moeten financiële transacties en steenkool belasten ... maar we moeten dat geheel vooral in een verhaal weten te gieten. Daarvoor moeten de verschillende progressieve bewegingen vaker samenkomen. We leven in een tijd van multiple crisis, het is fout te zeggen dat we eerst het klimaatprobleem moeten oplossen en daarna pas de rest. De strijd tegen racisme of armoede moet deel uitmaken van onze strijd. Dat is ons werk voor na de COP.”
“De wereldleiders blijven maar kleine stappen vooruit beloven. Maar wat we nodig hebben is een grote sprong voorwaarts, vandaar dat we ons manifest het Leap Manifest hebben genoemd. Dat is dus géén verwijzing naar Mao, zoals de rechtse pers wel eens heeft gegrapt. 2016 is een schrikkeljaar (in het Engels: leap year) en dat is best wel symbolisch. We passen eind februari onze kalender even aan omdat het menselijke systeem van tijdsindeling niet helemaal overeenkomt met de natuur. Ook ons economisch systeem is niet meer compatibel met de natuur. De onderhandelaars in Le Bourget denken misschien dat ze kunnen onderhandelen met de natuur, maar de ware oplossing ligt in het veranderen van ons eigen systeem”, sloot Naomi Klein af. De focus naar de mens verleggen was ook de boodschap van Kumi Naimoo: “Ik ga niet akkoord met slogans zoals 'save the planet'. Het is niet de planeet die bedreigd wordt, maar de mensheid. Als we zo verder doen, zijn wij straks verdwenen en dan komt het met de planeet wel weer goed. Het klimaatvraagstuk gaat over het vinden van een evenwichtige samenleving tussen mens en natuur.”
1. http://www.wbcsd.org/about/members/members-list-region.aspx
Reageren op dit artikel? Mail naar redactie@solidair.org.