Dossier LGTB+ | Uit de kast, maar strijd nog niet gewonnen
Straks, op 20 mei, stapt er weer een feestelijke Pride van LGBT+, holebi’s en transgenders door de straten van Brussel. De LGBT+ hebben de voorbije 50 jaar in enkele landen een enorme weg afgelegd, maar gestreden is hun strijd nog lang niet.
Jaren 50: zedenbrigade
Zestig jaar geleden werd homoseksualiteit nog bestraft. Bij de politie bestond er een Zedenbrigade die ‘verdachte’ openbare toiletten, bioscopen en cafés in de gaten moest houden. Holebi’s werden opgespoord, geïntimideerd en opgepakt met de regelmaat van de klok.
Maar er kwam verandering in toen vanaf de jaren 60 homo’s en lesbiennes zich gingen verenigen en op straat kwamen tegen politiegeweld en voor gelijke rechten. Dit had resultaat dat homoseksualiteit in de jaren 80 al minder werd vervolgd, men bestempelde het voortaan als een ziekte. Tal van jongeren zijn toen naar ‘ontwenningskampen’ gestuurd, met hormonen behandeld en honderden zelfs chemisch gecastreerd.
Na jarenlange actie werd in 1990 schrapte de Wereldgezondheidsorganisatie homoseksualiteit uit zijn lijst van geestesziekten. De LGBT+-beweging heeft sindsdien een ware revolutie gelanceerd die is op zijn minst fantastisch te noemen.
2007: antidiscriminatiewet
Sinds 2003 mogen holebi’s in België trouwen, sinds 2005 ook kinderen adopteren en in 2011 kregen meemoeders geboorteverlof. In 2007 werd een antidiscriminatiewet uitgevaardigd die “aanzetten tot haat en geweld jegens een groep, een gemeenschap of haar leden wegens seksuele geaardheid …” strafbaar maakt. Van 2011 tot 2014 hadden we in België zowaar een premier die openlijk homo is. Met meer mensen die voor hun geaardheid durven uit te komen, groeit ook de maatschappelijke aanvaarding van holebi’s. Op het Vlaams Belang na spreken alle partijen zich uit voor meer rechten voor LGBT+-mensen. Wat een evolutie!
Weer in de kast
Is de strijd daarmee dan gestreden? Zijn LGBT+-verenigingen vandaag, zoals iemand stelde, Mei 68’ers die vechten voor rechten die al lang verworven zijn? Helaas, neen. Het aantal zelfdodingen of zelfdodingspogingen ligt in deze groep abnormaal hoog, vooral bij jonge lesbiennes – liefst 56,6 procent heeft het ernstig overwogen tegenover 17,1 procent van de hetero meisjes – en oudere holebi’s zijn dikwijls verplicht om weer in de kast te kruipen wanneer ze niet meer zelfstandig kunnen wonen, bang voor uitsluiting, pestgedrag of isolement in woonzorgcentra. Het is duidelijk dat de juridische vooruitgang zich nog lang niet overal heeft vertaald in meer maatschappelijke aanvaarding van holebi’s.
Voor wanneer aanvaarding transgenders?
Nog moeilijker hebben het de meeste transgenders. Er zijn wel vorderingen gemaakt om het proces van aanvaarding en transitie te vergemakkelijken, maar ook de nieuwe wetgeving blijft bepalen dat een ambtenaar moet beslissen of jij je man of vrouw voelt. Alsof je dit zelf niet weet.
De wetgeving blijft allesbehalve inclusief: er worden psychiatrische tests, operaties en zelfs sterilisatie geëist voor er nog maar iets op papier kan gewijzigd worden aan je geslacht. Het verwondert dan ook niet dat 22 procent van hen minstens één poging tot zelfdoding ondernam.
En X, het derde gender – noch man noch vrouw – wordt in België nog altijd niet erkend. In Denemarken wel.
Er liggen dus nog heel wat uitdagingen in het verschiet. Vandaar dat de strijd voor gelijke rechten voor LGBT+ nog iedere dag woedt en dit in volle solidariteit met alle letters van de regenboog.
Giel (21 jaar, gay): “Ben nu wel gelukkig maar voel me nog niet geaccepteerd door de maatschappij”
Eigenlijk heb ik altijd al geweten dat ik voor de jongens ben. Ik had wel vriendinnetjes, want ik dacht dat dat normaal was. Rond de tijd dat ik 10-11 was leerde ik via het internet woorden kennen zoals “gay of homo”. Voor mij was dat geen ontdekken van mijn homo-zijn, wel van welke term op mij kon geplakt worden.
Ik heb lang getwijfeld of ik uit de kast zou komen of gewoon thuiskomen met een jongen als ik een vriendje had. Ik ging ervanuit dat mijn ouders wel doorhadden dat ik jongens leuker vond. Maar na een tijd begon het toch aan mij te knagen. Ik zag nooit andere mensen als ik op tv of in mijn omgeving. Als er al homo’s op tv kwamen, was het een extreem personage in een tv-personage, of een reportage over de Gay Pride (die vaak getoond werd en wordt als een heel extravagant gebeuren, n.v.d.r.). Een vriendin heeft mij dan een beetje gepusht om het tegen mijn ouders te zeggen, omdat ik dat zelf niet van plan was.
Ik ben dan officieel uit de kast gekomen, maar dat heeft niet veel veranderd. Ik vond homo zijn rationeel normaal en dat was niet veranderd. Het was goed om te weten dat mijn ouders dat ook normaal vonden, maar de steun die ik nodig had, konden zij mij niet geven, hetero-zijnde. Het was een kort gevoel van euforie, maar dat keerde snel om in teleurstelling. Ik had gehoopt dat alles toch makkelijker zou worden, maar eigenlijk gebeurde dat niet.
Ik ben nu gelukkig, dat is zeker. Maar ik voel me nog altijd niet helemaal geaccepteerd in de samenleving. Acceptatie door naasten en familieleden is heel anders dan acceptatie door de hele samenleving. Het gevoel dat andersgeaardheid nog niet helemaal geaccepteerd is, was voor mij enorm teleurstellend. En ik heb het nog altijd moeilijk om mezelf te zien als gelijkwaardig aan mijn heteroseksuele medemens. Zij zien hún soort relatie of liefde constant, overal, en ik moet actief zoeken naar een niet clichématige voorstelling van LGBT+mensen. Hierdoor heb ik last van Minority stress. Een constante stress voor vooroordelen. Ik ben opgegroeid in een homofobe samenleving. Deze homofobie heb ik tijdens mijn opgroeien ook in mij opgenomen.
De manier waarop LGBT+mensen worden voorgesteld vind ik heel belangrijk. Ik wil mensen op tv zien met wie ik mezelf kan verbinden en in wie ik me kan inleven: ’normale’ mensen, van alle origines en achtergronden. Dit geldt voor alle LGBT+ mensen. Niet op clichés gebaseerde representatie op tv is nodig. Alleen dan zullen wij onszelf echt kunnen zien als normaal. Ook alleen dan gaan heteroseksuele, cisgender mensen beseffen dat wij deel zijn van het alledaagse leven. Ik spreek wel vanuit een geprivilegieerde positie, aangezien ik uit een open familie kom. Desalniettemin denk ik dat meer representatie een positief effect kan hebben op LGBT+mensen van alle achtergronden.
Lexicon
- Holebi. De Nederlandstalige afkorting voor homo’s, lesbiennes en biseksuelen.
- LGBT+. De Engelse afkorting voor Lesbiennes, Homo’s (Gays), Biseksuelen en Transgenders. De plus slaat op een grotere groep seksuele oriëntaties en genderidentiteiten, zoals interseksueel, panseksueel of aseksueel.
- Gay. Engelse term voor homoseksuele mannen en vrouwen, vaak gebruikt als eufemisme of koosnaam.
- Heteroseksualiteit. Emotionele, romantische en/of seksuele aantrekking tot mensen van het andere geslacht.
- Homoseksualiteit. Emotionele, romantische en/of seksuele aantrekking tot mensen van hetzelfde geslacht.
- Transseksualiteit. Zich ervaren als lid van het andere geslacht. Transseksuelen voelen zich vaak opgesloten in het verkeerde lichaam.
- Seksuele identiteit. Beschrijft de manieren waarop een persoon zichzelf seksueel identificeert.
- Genderidentiteit. Iemands persoonlijke beleving van zijn gender.
- Uit de kast komen. Vertellen aan vrienden, familie en/of de wereld dat je LGBT+ bent.
Maggy (69 jaar, het eerste provincieraadslid van de PVDA): “Op 44 jaar pas mijn draai in het leven gevonden”
Ik ben pas op mijn 44 jaar echt bewust geworden van het feit dat ik op vrouwen val. Zodra dit voor mijzelf duidelijk was, heb ik contact gelegd met holebiorganisaties en met lotgenoten. Het was zowat de moeilijkste beslissing van mijn leven. Die stap zetten betekende en betekent immers dat je jezelf én je huwelijk verbreekt en dat je voor de rest van je leven steeds opnieuw moet opkomen voor jezelf en voor je lesbisch zijn, hetgeen niet evident is.
Maar het maakte van mij wel een ander mens. Al mijn vrienden zagen dat ik er veel beter begon uit te zien en zagen dat ik eindelijk ‘mijn draai’ in het leven had gevonden. Wanneer ik dan mijn levensgeschiedenis bekeek, dan zag ik wel dat dit altijd in mij had gezeten, maar dat vooral onder maatschappelijke druk en bij gebrek aan informatie ik dat nooit voor mijzelf heb kunnen en durven te erkennen. Mijn kinderwens speelde zeker en vast ook een belangrijke rol.
Ik heb op het moment van mijn coming-out het verenigingsleven en het uitgaansleven van holebi’s leren kennen en ik heb er met volle teugen van genoten. Ik leerde heel wat fijne vrouwen kennen en ik ontdekte dat velen van hen, net als ik, een heterorelatie achter de rug hadden en kinderen uit die relatie hadden. Tot vandaag zijn velen van hen echte vriendinnen geworden, die mekaar geregeld zien. In dat milieu heb ik 23 jaar geleden ook mijn partner leren kennen.
Het was zeker en vast de moeite waard. Ik zou zeker ziek geworden zijn en depressief als ik niet volgens mijn geaardheid was gaan leven.
Ik werk nu als vrijwilliger bij het Roze Huis Antwerpen en in het bestuur van Çavaria, beide koepels van holebi- en transgenderverenigingen. Ik ben lid van Janus, de werkgroep die ijvert voor holebi- en transgendervriendelijke dienstencentra, woonzorgcentra, seniorenverenigingen … We gaan spreken in die centra en organisaties, we nodigen studenten zorgkunde en verpleegkunde uit om met ons in gesprek te gaan, enzovoorts. Er zijn immers nog heel wat taboes en vooroordelen en er is nog groot gebrek aan informatie over holebi’s en transgenders.
Lexicon
- Geslacht. De biologische opdeling tussen mannen en vrouwen, op basis van hun lichamelijke kenmerken.
- Gender. De eigenschappen, gedragingen en rollenpatronen die een maatschappij aan elk geslacht koppelt.
- Cisgender. Man of vrouw wiens genderidentiteit overeenkomt met zijn/haar biologisch geslacht.
- Transgender. Man of vrouw wiens genderidentiteit niet overeenkomt met zijn/haar biologisch geslacht. Voor transmannen en transvrouwen zijn de hokjes ‘man’ en ‘vrouw’ vaak te beperkend en/of stemmen ze niet overeen met hun identiteit of lichamelijke situatie.
Samuel (vroeger Veerle, 55 jaar): “Sinds ik man ben, kan ik echt liefde delen”
Ik ben geboren als meisje en groeide als Veerle op in een doorsnee gezin met vier kinderen in Beveren-Waas. Toen ik drie jaar was, kwam er een broertje bij. Toen al vond ik dat er bij mij iets niet klopte: bij mij ontbrak een piemel. Ik hoopte toen nog dat die wel zou aangroeien maar zelfs de smeekbedes aan de Sint brachten geen verandering, enkel poppen en meisjesdingen.
Als kind voelde ik me abnormaal, een buitenbeentje. Ik had het moeilijk om aansluiting te vinden bij andere kinderen, ik leefde meestal in een fantasiewereld waarin ik ridder, soldaat of privédetective was.
De pubertijd was de hel. De vrouwelijke lichaamsvormen manifesteerden zich duidelijk. In de liefde had ik geen succes en op school ontspoorde ik volledig omdat ik niet wist wat ik wilde worden, behalve man. Het leven viel me echt verschrikkelijk zwaar, maar ik probeerde er iets van te maken. Vooral de grote onzekerheid en de angst om mijn ouders te kwetsen weerhielden me om uit de kast te komen. Ik speelde de rol van brave dochter, goeie zus en vriendin zo goed mogelijk want ik wilde absoluut niemand kwetsen. Maar ik leefde wel de hele tijd met angsten en met het onbehagen om te leven in een vrouwenlichaam
In de jaren 90 zag ik een reportage van Paul Jambers over transseksualiteit, ik herkende me meteen in de tenniskampioene Marianne, die David werd. Ik kwam in een innerlijke strijd om mijn probleem uit mijn bewustzijn te weren. Mijn verstand bleef mijn verlangens ontkennen, maar mijn lichaam werd ziek. Ik zag geen uitweg meer.
Toch kwam ik pas op mijn veertigste tot het besluit om te luisteren naar mijn lichaam en innerlijke stem. Ik begon mijn transitie in 2003 met intakegesprekken bij het Genderteam, de volgende vier jaar volgden de nodige geslachtsaanpassende ingrepen in het UZ Gent. Pas daarna kon ik me eindelijk thuis voelen in mijn lichaam. Ik kan nu volledig mezelf zijn, liefde delen en beleven. Mijn levenskwaliteit is duizend keer beter, volledig aanvaard door familie en vrienden voel ik me intens gelukkig.
Ik wil nu als Samuel transparant leven en vertellen over mijn transitie om andere transgenders aan te moedigen in openheid zichzelf te zijn.
In mijn boek Aan de achterkant was alles in orde schrijf ik open over mijn gevoelswereld en alle stappen in mijn transitie en geslachtsaanpassende ingrepen. Ik wil met een vlot geschreven verhaal en met veel humor een eyeopener bieden en de maatschappij doen nadenken over stereotiepe hokjes.
Voor de maatschappij zijn transgenders een kleine minderheid waarover weinig geweten is. Het aantal meldingen van onbehagen met het geboortegeslacht blijft stijgen. Het wordt stilaan duidelijk dat de tweedeling ‘man-vrouw’ niet langer telt.
Ik beschouw het leven als een vorm van Kunst. De kunst om je leven te leiden, niet te lijden en daarbij vooral je authenticiteit te bewaren.
Aan de achterkant was alles in orde verscheen bij Uitgeverij Davidsfonds en is verkrijgbaar bij de auteur via samueldali@skynet.be. Meer info op www.samueldali.com
Evy (39 jaar): “Het kan allemaal ook heel gewoon”
Eigenlijk is het bij mij allemaal zonder veel schokken verlopen, ik kan niet eens zeggen hoe oud ik precies was toen ik begon te beseffen dat ik lesbisch ben. Rond mijn twintigste merkte ik dat ik meer gevoelens had voor één bepaalde vriendin dan voor mijn andere vriendinnen. Zonder daar heel bewust bij stil te staan, groeide onze vriendschap uit tot liefde. Ik ben toen verliefd geworden op die persoon om wie ze is, toevallig een vrouw. Ondertussen zijn we bijna twintig jaar samen. Voor mij dus de ware liefde.
Ook het ‘uit de kast komen’, ging heel geleidelijk. Wat me deed beslissen om uit de kast te komen was natuurlijk het feit dat ik een relatie had.
Eerst vertelde we het aan onze vrienden. Zij schrokken daar niet van, ze hadden het eigenlijk wel verwacht. Ze zagen dat onze vriendschap intenser en anders was. Omdat het ‘bekendmaken’ van onze relatie bij onze vrienden positief verliep, volgde de rest vanzelf. We hebben sindsdien nooit een geheim gemaakt van onze relatie, maar we schreeuwden het ook niet van de daken. Omdat het voor ons zo normaal aanvoelde, stonden we er vaak zelfs niet bij stil. Aan onze ouders hebben we het natuurlijk ook verteld, maar ook zij hadden onze vriendschap zien veranderen in liefde. Door de jaren heen hebben we het tegen nieuwe vrienden, werkgevers, kennissen ... nooit expliciet verteld, maar ook nooit verzwegen. We zijn wie we zijn. Omdat het voor ons gewoon is, gaan we er ook op een gewone en vanzelfsprekende manier mee om. Dat heeft volgens mij ook invloed op de reacties van anderen. In de voorbije twintig jaar kan ik me geen negatieve ervaringen herinneren.
We zijn ondertussen al bijna twintig jaar samen zijn en we vormen een mooi gezinnetje met onze zonen. Het was dus zeker de moeite waard.
Misschien moeten we dat allemaal meer doen: gewoon open en eerlijk blijven communiceren en proberen te zijn wie je bent. Ik zeg niet dat het altijd kan, maar soms kan het ook heel eenvoudig en gewoon.
Mix: een links-progressieve LGBT+ groep
De PVDA is onlangs met haar LGBT+ groep Mix lid geworden van de koepel van Vlaamse holebi- en transgenderorganisaties. Ben Van Duppen, woordvoerder van Mix, vindt dit een belangrijke en nuttige stap.
Ben Van Duppen. De PVDA heeft de beweging voor gelijke rechten van de LGBT+ altijd gesteund, maar het is waar dat we daar de laatste jaren iets intenser mee bezig zijn. Op de Pride parades in Brussel en Antwerpen zijn we sindsdien met een forse groep present en onze verkozenen komen ook steeds vaker tussen in discussies over LGBT+. Mix speelt daarbij een belangrijke ondersteunende rol door de expertise en de activiteiten van de PVDA op dat terrein te bundelen.
Is een linkse holebi- en transgenderbeweging nodig?
Ben Van Duppen. Ik vind van wel. Onze insteek wordt heel goed weergegeven door onze naam: Mix. Dat staat voor een mix van personen, elk met hun eigen unieke achtergrond. Het staat ook voor ons streven naar een superdiverse samenleving, vrij van iedere vorm van discriminatie. Vanuit dat doel zetten we maximaal in op het verbinden van verschillende bewegingen: de antiracismebeweging, de sociale beweging en de vrouwenbeweging. Discriminatie op basis van seksualiteit of genderidentiteit zal trouwens pas echt verdwijnen als geen enkele groep wordt gediscrimineerd.
Waar is Mix concreet mee bezig?
Ben Van Duppen. We zijn actief op verschillende terreinen. We doen bijvoorbeeld studiewerk over LGBT+ thema’s om onze mandatarissen te ondersteunen, we werken vormingen uit voor organisaties en voor de leden van de PVDA. We organiseren de deelname van de PVDA-delegatie aan de Prides en we laten natuurlijk ook van ons horen op ManiFiesta.
En sinds we aangesloten zijn bij Çavaria, de koepel van Vlaamse holebi- en transgenderorganisaties, investeren we ook meer in de samenwerking met andere progressieve organisaties die streven naar een wereld zonder homo- of transfobie, racisme, seksisme en discriminatie.
Op dit moment zijn we vrij intens bezig met een studie over de erg hoge zelfdodingscijfers onder LGBT+mensen, en de strijd tegen hiv en aids. We pleiten ook voor meer diversiteit in het onderwijs, een effectieve strijd tegen discriminatie op basis van genderexpressie en genderidentiteit en voor solidariteit met LGBT+ bewegingen in binnen- en buitenland. Mix probeert altijd een consequent linkse input te brengen en voortrekker te zijn in het maatschappelijk debat.
We zoeken overigens altijd naar nieuwe medewerkers. Wie daarvoor interesse heeft, kan contact met ons opnemen via mix@pvda.be.
Pride: feestelijk opkomen voor emancipatie
Op 20 mei trekt de Belgian Pride weer door Brussel. Duizenden holebi’s en transgenders komen daarmee op voor LGBT+ rechten, met de steun van evenveel sympathisanten.
Ben Van Duppen. Het wordt opnieuw een feest van de diversiteit. De betoging wordt al verschillende jaren heel breed gedragen. Maar ook daarvoor was ze een belangrijke factor in de vooruitgang van LGBT+ rechten.
Op de Pride zie je iedere huidskleur, genderidentiteit, geloof, rang en stand solidair opkomen en feesten voor gelijkheid. Daarin is de Pride echt uniek. “Daar kan je op een open manier over straat lopen als homokoppel, als heterokoppel, of wat dan ook. Je hebt een vorm van openlijke aanvaarding die sommige mensen spijtig genoeg maar één keer per jaar kunnen ervaren”, zo beschreef de vorige voorzitter van de Pride vorig jaar in Solidair deze manifestatie.
In de pers wordt deze betoging vaak voorgesteld als een extravagante bedoening.
Ben Van Duppen. Helaas doen ze dat graag. De Pride draait erom dat je kan zijn wie je wil zijn, en dat resulteert inderdaad in een bonte verzameling mensen die trots hun kleuren uitdragen. Ik vind dat geweldig, maar op de parade zelf staat de politieke boodschap centraal. Een paar doen dat heel mediageniek en die zie je in de journaals, maar iedereen is daar om op te komen voor het recht om vrijuit zichzelf te zijn. Ja, het is een carnaval, maar het is ook een moment van uitwisseling. Een perfecte gelegenheid om te tonen wie we zijn: super-divers! En dus is Pride ook een politiek manifest. Op de Pride van dit jaar is bijvoorbeeld Asiel en Migratie het centrale thema.
Mix roept daar iedereen voor op. Zo bouwen we aan een samenleving met gelijke rechten voor LGBT+ mensen en voor iedereen.
Dit artikel komt uit het maandblad Solidair van april 2017. Abonnement.
Reageren op dit artikel? Mail naar redactie@solidair.org.