De regering neemt ons te grazen tijdens de vakantie
In de nacht van 25 op 26 juli raakte de regering Michel het eens over een reeks maatregelen. Hoopt ze dat er vanwege de vakantie geen reactie zal komen? Dat is buiten heel wat syndicalisten gerekend, die zich niet in slaap laten sussen. Volgens hen wordt het opnieuw een hete herfst.
Inhoud
- Openbaar of privé: België herdoopt tot “Flexiland”
- € 165 minder pensioen per maand voor bruggepensioneerden
- De regering bereidt de afbraak van de sociale zekerheid en de begrotingstekorten van morgen voor
- Gaat de regering de miljonairs belasten?
- Nood aan een plan met respect voor werk, natuur en openbare investeringen
Taxshift: een rapport toont aan dat het beleid van de regering mislukt is
“CD&V begrijpt niet waarom de christelijke arbeidersbeweging boos is”
1. Openbaar of privé: België herdoopt tot “Flexiland”
De regering wil de zogenaamde “flexi-jobs” uitbreiden naar een hele reeks andere sectoren. In januari 2015 heeft de regering dat nieuwe contracttype in de horeca gelanceerd. Het wordt ook wel nulurencontract genoemd.
Je tekent een “kadercontract” waarin de job die je misschien zal moeten doen wordt beschreven en je verklaart dat je dat werk wil doen. Vervolgens roept de werkgever je op als hij je nodig heeft. Maar het kadercontract bevat geen enkele verplichting om een beroep te doen op jou. Je bent volledig overgeleverd aan de willekeur van de werkgever. Als die uiteindelijk op jou beroep doet, gebeurt dat op basis van een geschreven contract voor bepaalde duur of via een mondelinge afspraak. De regel die zegt dat de werkroosters ten minste vijf dagen op voorhand aan de werknemers moeten worden meegedeeld, geldt niet voor flexi-jobs. En er bestaat geen enkele regel betreffende de werkroosters. Het kan heel goed zijn dat ze je vragen om één uur ’s ochtends te komen werken en twee uur ’s avonds.
Hoeveel word je betaald voor zo’n contract? Minder dan 10 euro per uur. Een sociaal secretariaat heeft berekend dat een flexi-job de formule is die het goedkoopste is voor de werkgevers, goedkoper dan studentenjobs.
Toen de regering dit soort contracten in 2015 lanceerde, zei ze dat ze beperkt zouden blijven tot de horeca. Ze wou “het zwartwerk bestrijden” door het te legaliseren. Maar vandaag wil de regering dit soort contracten uitbreiden naar een hele reeks nieuwe sectoren: warenhuizen, grote kleinhandelszaken... Sectoren waarin geen sprake is van zwartwerk.
En de regering wil de flexi-jobs ook openstellen voor gepensioneerden. Ze neemt maatregelen die de gepensioneerden armer maken om daarna tegen de gepensioneerden te zeggen dat ze hun pensioen kunnen aanvullen met ultraprecaire contracten.
De flexwerkers zullen directe concurrenten zijn van de “vaste” werknemers. En die zullen dus onder druk komen te staan om niet te veeleisend te zijn op het vlak van sociale rechten.
Een almaar verder doorgedreven uberisering van de arbeidsmarkt
De onderfinanciering van het verenigingsleven, sportclubs en de non-profitsector zorgt er vaak voor dat het moeilijk is om mensen op een stabiele basis aan te werven: dat geldt zowel voor voetbaltrainers als voor jeugdanimatoren. Anderzijds blijft het aantal mensen dat prestaties levert via digitale platforms (Uber, Deliveroo, …) stijgen.
Voor die fenomenen, die duidelijk niets met elkaar te maken hebben, besliste de regering mensen de mogelijkheid te bieden om tot 500 euro per maand te verdienen zonder daar sociale bijdragen of belastingen op te betalen. Dat geldt voor werknemers die 4/5 werken, maar ook voor gepensioneerden.
Je zou kunnen denken dat dat goed nieuws is. Het zal de voetbalclub helpen om zijn trainer te betalen en zorgt ervoor dat de koerier van Deliveroo zijn mager loon niet nog magerder ziet worden omdat er belastingen of sociale bijdragen op worden geheven. Maar in feite is dat soort verloning gevaarlijk. Het is alweer een vorm van oneerlijke concurrentie, oneerlijk tegenover de werknemers die dat werk via een normaal contract zouden kunnen doen. Dit systeem vermindert de druk op de grote digitale platforms om echte lonen te betalen. Die lonen betalen geen bijdragen waarmee je in geval van een arbeidsongeval financieel beschermd bent en waarmee je rechten opbouwt voor een werkloosheidsvergoeding en een pensioen. En nogmaals, de verarmde gepensioneerden worden aangespoord te concurreren met jonge arbeiders door zich uit te sloven in onderbetaalde baantjes.
De afschaffing van het statuut in de publieke sector
De regering besliste dat de benoeming van ambtenaren de uitzondering wordt in plaats van de regel. N-VA-minister Liesbeth Homans heeft zelfs – vooruitlopend op de wet – de benoeming van 500 ambtenaren in Gent geannuleerd. De nationalistische partij wilde de “privileges” van de statutairen aanklagen, hun “groot pensioen”...
In feite is het ambtenarenstatuut, dat een zekere werkstabiliteit en bepaalde rechten geeft, een doorn in het oog van het patronaat dat een zo precair mogelijke arbeidsmarkt wil. In Frankrijk willen drie op de vier jongeren bij de openbare diensten werken. Ook in België tonen studies aan dat een groot aantal jongeren zich aangetrokken voelt tot de openbare dienst. Ze willen dat hun werk zin heeft en hebben graag werkzekerheid en correcte arbeidsomstandigheden. Het bestaan van die beschermde sector ontneemt het patronaat een drukkingsmiddel om de arbeidsomstandigheden aan te vallen. Als er betere omstandigheden bestaan, is het moeilijker om druk uit te oefenen op de mensen.
Het afschaffen van het ambtenarenstatuut maakt het ook makkelijker om sommige openbare diensten te privatiseren. Een privéonderneming zal nooit een dienst overnemen waar beschermde werknemers werken. Als ze een “normaal” contract hebben, lukt dat veel gemakkelijker. Dat zien we nu bijvoorbeeld bij Bpost.
Het afschaffen van het statuut dient ook nog een ander doel. Zo wil men het verzet breken en willekeur mogelijk maken in de openbare diensten.
Het ambtenarenstatuut is oorspronkelijk ontstaan om de werknemer te beschermen tegen zijn bazen. De ambtenaren moeten een dienst verlenen aan het publiek, in alle onpartijdigheid, zonder onderscheid des persoons, in alle neutraliteit, en daarbij de wet respecteren. Normaal gezien moet het statuut hen beschermen tegen illegale opdrachten die hun bazen hen eventueel zouden opleggen. De ambtenaar heeft zelfs de plicht de baas die hem illegale opdrachten oplegt, niet te gehoorzamen. En het statuut beschermt hem tegen eventuele represailles. Het statuut beschermt de ambtenaren ook als ze zich mobiliseren, zich organiseren en de huidige bezuinigingsmaatregelen aanvechten.
Steeds meer interims
De regering wil elk verbod op interimarbeid, dat in sommige sectoren bestaat, opheffen. Het is bijvoorbeeld altijd verboden interimarissen in te schakelen in de verhuissector en in de binnenscheepvaart. Ook in de openbare sector is interimarbeid sterk beperkt. Al die beperkingen horen niet thuis in Flexiland.
In Flexiland zijn er, net zoals in Duitsland, meer en meer werkende armen. Op 10 jaar tijd is hun aantal verdubbeld.
In dit land blijven jongeren bij hun ouders wonen, ook als ze al ouder zijn dan 35 jaar, omdat ze er niet in slagen werk te vinden dat hun toelaat een eigen toekomst op te bouwen.
In dit land zorgen de precaire contracten voor permanente druk en concurrentie op de werknemers met een vast contract. Mensen zijn niet zozeer bang om werkeloos te worden, maar de vrees dat ze in onmogelijke omstandigheden zullen moeten werken wordt steeds groter.
2. € 165 minder pensioen per maand voor bruggepensioneerden
De belangrijkste beslissing rond de pensioenen deze zomer betreft de bruggepensioneerden en de werklozen. De regering besliste dat het pensioen voor werklozen voortaan niet meer berekend zal worden op het laatste loon, maar wel op basis van een soort van minimumloon. Dat minimumloon ligt momenteel op iets minder dan 24.000 euro per jaar (exact bedrag 23.841,73 euro).
Vroeger werd het wettelijk pensioen tijdens periodes van werkloosheid berekend op basis van het laatste loon. De regering Di Rupo heeft dat teruggeschroefd naar het minimumloon vanaf de derde periode van werkloosheid (dit is na 48 maanden). Er was een uitzondering voorzien voor 50-plussers. Voor 50-plussers bleef de berekening op basis van het laatste loon.
De regering Michel schrapt nu de uitzondering voor de 50-plussers en brengt de periode van vier jaar terug tot één jaar. De impact van de hervorming is groot voor iedereen die meerdere jaren werkloos is en voor de bruggepensioneerden, wiens sociaal statuut gelijk staat aan dat van werklozen.
Een voorbeeld dat binnenkwam op onze redactie: Jules uit Schoten, die zopas met brugpensioen is gegaan. Hij is 58 jaar en zijn laatste jaarloon was 45.000 euro. Onder de huidige regeling bouwt hij voor elk jaar brugpensioen 600 euro wettelijk pensioen op (op jaarbasis). Dat wordt berekend als volgt: zijn laatste jaarloon van 45.000 euro x 1/45ste x 60 procent (pensioenrecht voor alleenstaanden). Door de nieuwe regeling zal hij slechts 320 euro wettelijk pensioen opbouwen per jaar. Zijn wettelijk pensioen zal immers berekend worden op basis van het minimumloon van 23.841,73 euro (23.841,73 euro x 1/45ste x 60 procent = 317,89 euro).
Door de nieuwe regeling zal Jules elk jaar 282 euro minder wettelijk pensioen opbouwen. Op maandbasis is dat 23,5 euro minder pensioen (282 euro/ 12 maanden). Jules zal van zijn 59ste tot zijn 66ste bruggepensioneerd blijven. In totaal zal hij door de nieuwe regeling vanaf zijn 66ste levensjaar elke maand 165 euro minder wettelijk pensioen trekken (23,5 euro x 7 jaar). Dit is het brutobedrag dat niet veel zal verschillen van het nettobedrag, als hij al geen al te hoog pensioen heeft.
“Jules verliest zomaar eventjes 165 euro wettelijk pensioen per maand. Een erg verregaande maatregel die veel kwaad bloed zet”, zegt pensioenspecialist Kim De Witte. “De regering verandert de regels van het spel tijdens de rust. Mensen hebben voor het brugpensioen gekozen zonder te weten dat dit ging veranderen. Dat kan niet zomaar. Bij de parlementairen heeft men rekening gehouden met de zogenaamde “verworven rechten”. Voor gewone werknemers doet men dat niet. Twee maten, twee gewichten. Ongehoord.”
3. De regering bereidt de afbraak van de sociale zekerheid en de begrotingstekorten van morgen voor
De regering wil de sociale zekerheid afbreken. Contracten waarbij geen enkele bijdrage aan de sociale zekerheid wordt betaald, nemen toe. Op die manier geeft de regering de aanzet tot de begrotingstekorten van morgen en nieuwe besparingsrondes.
Ter herinnering, het geld dat wij aan de sociale zekerheid betalen, wordt gebruikt om onze pensioenen, onze ziekteverzekering, ons kindergeld, onze werkloosheidsuitkering te betalen. Het gaat om een grote collectieve pot die het mogelijk maakt te verhinderen dat er al te veel mensen onderuitgaan. Door de inkomsten van de sociale zekerheid in te perken, bereidt de regering de sociale onzekerheid van morgen voor.
Men wil de sociale zekerheid afbreken om de lonen te verlagen, maar ook omdat het een van de krachten is die de basis vormt voor de eenheid van de werkende mensen in België. Dat moet natuurlijk gebroken worden. Samen met de vakbonden is de sociale zekerheid een van de grootste pijlers van eenheid. De nachtmerrie van de nationalisten.
4. Gaat de regering de miljonairs belasten?
De Belgische bevolking is nog altijd heel erg gewonnen voor de idee om de miljonairs eindelijk te belasten. Alle peilingen tonen het aan. De regering probeert koste wat het kost om het grote publiek te laten geloven dat zoiets onmogelijk is.
De eerste manier waarop ze dat doen is zeggen dat de rijken met hun fortuin zullen vluchten, dat het slecht is voor de economie, enz. Ondanks alle inspanningen van de rechtse partijen slaan die valse argumenten echter niet aan bij de bevolking. De vakbonden, het verenigingsleven, de studiedienst van de PVDA, elk van hen heeft keer op keer aangetoond dat het wel degelijk mogelijk is de rijksten te belasten. Dat het zelfs noodzakelijk is om weer een samenleving te krijgen die investeert.
De tweede tactiek bestaat erin symbolische belastingmaatregelen te nemen voor de rijksten. De regering voerde een belasting in op effectenrekeningen, dat zijn rekeningen waar particulieren hun aandelen op plaatsen. Met die nieuwe belasting zal iemand die voor een miljoen euro aandelen op een effectenrekening heeft staan amper 750 euro betalen. Bovendien zal hij onmiddellijk 180 euro terugkrijgen, want de winsten op dividenden zullen minder belast worden. Volgens fiscaal expert Michel Maus gaat het om een “homeopathische belasting” die niets te maken heeft met fiscale rechtvaardigheid. Bovendien worden de heel grote fortuinen, die hun patrimonium in een holding onderbrengen, niet geraakt.
De belasting op effectenrekeningen zal niets opbrengen. De inkt van het regeringsakkoord is nog niet droog of de taks wordt al omzeild. Beleggersfederatie VFB en de baas van Febelfin hebben vandaag al aangekondigd dat de beleggers enkel hun rekening over verschillende banken hoeven te spreiden om de belasting te omzeilen.
Na de rijkentaks – ingevoerd in 2011 en opnieuw afgeschaft in 2012 – en de speculatietaks – die eveneens slechts een jaar in voege was – is de belasting op effectenrekeningen een nieuw voorbeeld van de tactiek om mensen zand in de ogen te strooien, een tactiek waar deze regering zich in gespecialiseerd heeft.
5. Nood aan een plan met respect voor werk, natuur en openbare investeringen
Al die maatregelen om steeds meer flexibiliteit mogelijk te maken, helpen de economie geenszins vooruit. Ze maken ons ziek en doen de ongelijkheid toenemen. De onzekerheid (werk, uurrooster...) en de lage lonen vormen een bron van permanente stress die grote sociale schade veroorzaakt.
Als we opnieuw willen ademen, hebben we een plan nodig dat gebaseerd is op openbare investeringen en op respect voor werk en natuur.
Werk kan je respecteren door vast werk te bevorderen en de vrijheid te bieden om loonsverhogingen te bekomen. Het moet gedaan zijn met de schuld af te schuiven op de werknemers, vanwege hun zogenaamd hoge lonen en hun werkomstandigheden. Respecteer werk door te streven naar werktijdvermindering in plaats van die te vermeerderen. Verdeel het werk zodat iedereen kan werken.
De natuur kun je respecteren door openbare investeringen te bevorderen voor wie ecologisch bouwt, zijn woning isoleert, door meer te investeren in de ontwikkeling van het openbaar vervoer. Als we een dergelijk plan ontwikkelen, kunnen we weer ademen in onze steden en raken we verlost van de stress die het leven van te veel mensen ondermijnt.
Maar om de regering tegen te houden en om dit plan te realiseren, zullen we ons moeten mobiliseren. Dat is de enige taal die deze regering verstaat, verblind als ze is door haar ambitie om de rijksten in het land te dienen.
Ter herinnering, de taxshift is goed voor 9,3 miljard euro
“CD&V begrijpt niet waarom de christelijke arbeidersbeweging boos is”
In de dromen van CD&V moest het regeerakkoord van juli 2017 het grote moment van de verzoening met de christelijke arbeidersbeweging (ACW) worden. Kris Peeters zou een belasting op de fortuinen en een oplossing voor de Arco-spaarders op tafel leggen. En de voorzitters van de verschillende afdelingen van de beweging zouden de verloren zoon met tranen in de ogen ontvangen.
Het omgekeerde is gebeurd. CD&V kreeg een stortvloed van kritiek over zich heen die meer dan één parlementslid tot wanhoop drijft. “Spreekt de vakbond wel voor alle mensen? Ik betwijfel het”, zegt een van de partijleiders. Wouter Beke (voorzitter van CD&V) beweert dat CD&V het “moedige midden” blijft verdedigen en dat het ACW steeds verder naar links opschuift.
In werkelijkheid zijn Beweging.net, het ACV en de andere organisaties van het ACW sterk verankerd in de realiteit op het terrein en houden ze CD&V een spiegel voor, waarin het zich ziet zoals het is: een doodgraver van de sociale cohesie van vandaag en morgen.
CD&V speelt al 3 jaar de rol van de zogezegde “sociale” waarborg in de regering. Maar de paar keer dat ze een sociaal voorstel op tafel heeft gelegd, is dat vaak zonder veel poespas verworpen. Nog erger is dat CD&V actief betrokken is in een hele reeks dossiers die bijgedragen hebben aan de afbraak van de rechten van de werknemers en aan de ondermijning van de fundamenten van de sociale zekerheid. Aan alles werkt de partij mee: de verhoging van de pensioenleeftijd, de indexsprong, de belastingverhoging voor de werknemers, de taxshift ten voordele van de bedrijven, en dan hebben we het nog niet eens over de walgelijke maatregelen inzake migratie en vluchtelingen. Kris Peeters himself (nochtans CD&V) gaat zelfs zover de flexibiliteit van de werknemers te verhogen en hun toekomstige loonsverhogingen af te schaven.
Het akkoord van juli moest een einde maken aan de lange tocht door de woestijn van de partij. CD&V zou niet alleen een oplossing voor de Arco-spaarders op tafel leggen, maar ook iets wat ze voorstelde als “de hoeksteen van fiscale rechtvaardigheid”. Alleen blijkt achteraf dat de Arco-spaarders zullen betaald worden (misschien, als het Grondwettelijk hof het toelaat, wat zeer onwaarschijnlijk is) met de privatisering van Belfius, vroeger Dexia, gered met ... openbare middelen, dus geld van de mensen zelf. En dat begin van een rechtvaardige fiscaliteit? Dat wordt volgens alle experts een lege doos.
En naast die twee juweeltjes zijn er nog nieuwe maatregelen die sterk naar liberalisme ruiken: nog meer flexibiliteit, een nieuwe verhoging van de accijnzen op frisdrank en tabak, nieuwe maatregelen voor de bedrijven die de sociale zekerheid en de algemene dienstverlening in het gedrang brengen.
In feite verafschuwt de regering elke vorm van collectiviteit. Haar liberalisme promoot individueel gewin en de vernietiging van de ander. Maar een arbeidersbeweging is net het omgekeerde. CD&V klaagt over de kritiek, maar eigenlijk komt het erop neer dat ze de christelijke arbeidersbeweging verwijt te zijn wat ze is: een beweging die het collectief belang verdedigt en diegenen vertegenwoordigt die ze vertegenwoordigt: de mensen die al die maatregelen ondergaan en naar een rechtvaardiger maatschappij verlangen.
Dit artikel komt uit het maandblad Solidair van september 2017. Abonnement.
Reageren op dit artikel? Mail naar redactie@solidair.org.